Home | Terugblik Ketelaarlezing 2025 over persoonlijk en intiem erfgoed
Terugblik Ketelaarlezing 2025 over persoonlijk en intiem erfgoed
Gepubliceerd op: 11 - 11 - 2025
Trefwoorden
Permanente Educatie
Ketelaarlezing
Bas von Benda-Beckmann
Deel dit bericht
Op 10 november vond in het Noord-Hollands Archief in Haarlem de Ketelaarlezing 2025 plaats. Bas von Benda-Beckman vertelde over onderzoek naar familiegeschiedenis. Oorlogsarchieven bieden vaak een schat aan informatie, die je kunt typeren als persoonlijk, of zelfs als 'intiem erfgoed'. Waarom is het voor de archivaris én de archiefgebruiker zo belangrijk om het persoonlijke en intieme karakter van dit erfgoed te onderkennen?
Schrijver en historicus Bas von Benda-Beckmann schreef ruimhartig over zijn familiegeschiedenis in het prijswinnende boek ‘Het Kleedje voor Hitler’. In de Ketelaarlezing 2025 nam hij ons mee in zijn eigen onderzoekservaringen, de dynamiek tussen de onderzoeker en de archivaris, de persoonlijke context van de onderzoeker. Hij nodigde de aanwezigen uit reactie te geven en vragen en ervaringen te delen. Daar werd volop gebruik van gemaakt, ook door deelnemers van de workshop ‘Jouw familie in de oorlog’ dat Von Benda-Beckmann samen met onderzoeker Lies Schippers voorafgaand aan de lezing organiseerden.
De Ketelaarlezing belicht inmiddels ruim 20 jaar een actueel archiefthema dat grote impact heeft op de samenleving en is een gezamenlijk initiatief van het Nationaal Archief en KVAN.
Dit jaar vond het voor het eerst in Haarlem plaats. ‘Een mooi gegeven’, aldus Willeke de Groot, directeur Noord-Hollands Archief en voorzitter van KVAN in haar openingswoord. ‘KVAN is opgericht in 1891 hier in Haarlem. Daarmee is KVAN de oudste vereniging ter wereld in de archiefsector. Het is hier ooit begonnen en dat mogen we nu doorzetten.’ Afelonne Doek, Algemeen Rijksarchivaris sloot de bijeenkomst af. Zij gaf ook aan dat de Ketelaarlezing voortaan in de regio plaatsvindt. ‘Zo kunnen we meer publiek vanuit de maatschappij bij een actueel archiefthema betrekken. We gaan het land in.’