Afgelopen week is het langverwachte rapport ‘Het faciliteren van web harvesting‘ door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit rapport is een directe reactie op de Motie Dekker-Abdulaziz (2023), die opriep om de wettelijke, technische en financiële obstakels voor het archiveren van het Nederlandse webdomein in kaart te brengen en deze in 2024 naar de kamer te sturen.
Waarom is dit belangrijk
De Nederlandse Auteurswet geeft geen expliciete toestemming voor erfgoedinstellingen om websites te kopiëren en te archiveren. Dit betekent dat we, in tegenstelling tot alle andere landen in de Europese Unie, geen duidelijke wettelijke basis hebben voor het veiligstellen van een steeds groter deel van onze digitale cultuur.
De Koninklijke Bibliotheek (KB), het Nationaal Archief (NA), het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (Beeld en Geluid) en KVAN vragen al sinds 2019 om een wetswijziging om deze juridische onzekerheid weg te nemen. Eerdere onderzoeken, zoals het IViR-rapport uit 2021, bevestigden al dat er dringend een wetswijziging nodig is. Het nu verschenen rapport van PBLQ, Ecorys en Confider borduurt hierop voort door ook de organisatorische, technische en financiële implicaties van verschillende oplossingsrichtingen te verkennen.
Juridische onzekerheid
Deze juridische onzekerheid heeft directe gevolgen voor het dagelijkse werk van archiefprofessionals. Zonder een duidelijke wettelijke basis lopen we het risico dat we inbreuk maken op auteursrechten en privacywetgeving. Dit leidt ertoe dat archieven terughoudend kunnen zijn om websites te archiveren, waardoor waardevolle digitale informatie verloren gaat.
Lokale en regionale webcontent, bijvoorbeeld van gemeenten of instellingen met specifieke regionale top-level domeinen als .amsterdam of .frl.
De archivering van overheidswebsites valt onder de archiefwet, hiervoor is geen wetswijziging nodig. Het archief maakt dan strikt genomen geen kopie, dat doet de archiefvormer. Voor de brede documentatie van de Nederlandse samenleving zijn de bestaande juridische mogelijkheden ontoereikend.
De bevindingen van het rapport
Het rapport doet zelf geen aanbeveling, maar schetst verschillende scenario’s en hun impact. De conclusie die KVAN onderschrijft is dat het wettelijk vastleggen van een publieke taak of bevoegdheid voor erfgoedinstellingen, eventueel in combinatie met een depotverplichting, juridisch de meest haalbare en houdbare optie is. Dit biedt de noodzakelijke rechtszekerheid en een duidelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens.
Het rapport onderscheidt twee hoofdvormen van webarchivering:
Nationale domeincrawl: Het in zijn geheel vastleggen van een momentopname van het Nederlandse webdomein (een “brede scan”). Dit zou idealiter door centrale instellingen (zoals de KB en Beeld & Geluid) worden uitgevoerd.
Beredeneerde selecties: Het diepgaander archiveren van specifieke websites rondom een onderwerp of gebeurtenis.
Voor de archiefsector is met name het scenario waarbij de decentrale bevoegdheid voor beredeneerde selecties wordt ingevoerd, van groot belang. Dit sluit direct aan bij de expertise en collectievorming van lokale en regionale archieven. Het rapport erkent dat dit scenario (een centrale domeincrawl én decentrale selecties) het beste aansluit bij de huidige uitvoeringspraktijk en het grootste draagvlak heeft onder erfgoedinstellingen, ondanks de mogelijke hogere kosten bij veel deelnemende partijen vergeleken met een puur centrale uitvoering.
Hoe nu verder?
Het ministerie van OCW heeft aangegeven dat er in het derde kwartaal een inhoudelijke reactie naar de Tweede Kamer volgt. Daarna wordt een wetstraject van circa 4,5 jaar voorzien. Of dit nog haalbaar is, gezien de val van het kabinet is onzeker.
Deze tijdlijn is te lang, zeker gezien de snelle ontwikkelingen op het internet, zoals de impact van AI op de manier waarop content wordt aangeboden, gecreëerd en verspreid. KVAN zal blijven aandringen op een versnelde aanpak. Elk jaar van uitstel betekent dat onvervangbare stukken van ons digitale erfgoed en daarmee onze collectieve herinnering verloren gaan.