Trefwoorden
De kantonrechter in Den Haag heeft Erfgoed Leiden in het ongelijk gesteld in de zaak die door de heer Voet was aangespannen inzake ansichtkaarten met foto's van fotograaf Frits Roovers. Het vonnis kan grote gevolgen hebben voor de online beschikbaarheid van historisch beeldmateriaal.
KVAN/BRAIN heeft met zorg kennisgenomen van het vonnis van de kantonrechter te Leiden van 5 april 2018. In dat vonnis wordt één van haar instellingsleden, Erfgoed Leiden en omstreken, veroordeeld tot betaling van een bedrag van 75 euro per foto voor het online geplaatst hebben van 25 anoniem gepubliceerde foto’s uit de jaren veertig en vijftig. Bovendien wordt Erfgoed Leiden veroordeeld in de kosten van ruim € 12.500-.
Anonieme prentbriefkaarten
Het gaat in deze zaak om oude prentbriefkaarten van stadsgezichten uit Leiden en omgeving zonder vermelding van de naam van de fotograaf. Erfgoed Leiden plaatste deze online in het kader van haar taak als regionale archiefinstelling. Omdat het om prentbriefkaarten ging waar geen naam van de maker op vermeld stond was het voor Erfgoed Leiden onmogelijk om toestemming te vragen voor het online plaatsen van deze foto’s.
Erfgoed Leiden heeft wel een regeling met auteursrechtenorganisatie Pictoright op grond waarvan zij jaarlijks een substantieel bedrag (€ 12.500,-) betaalt voor het online plaatsen van de tienduizenden foto’s van makers die zij niet zelf kan achterhalen. De rechthebbende, een uitgever die de rechten op de foto’s in 1982 van de fotograaf zou hebben gekocht, was echter niet aangesloten bij Pictoright.
Maker wel of niet bekend?
Erfgoed Leiden was bovendien van mening dat het ging om anoniem gepubliceerde foto’s waarop het auteursrecht op grond van art. 38 Auteurswet het auteursrecht door verloop van 70 jaar na publicatie was vervallen. De Kantonrechter in Leiden is echter van mening dat het niet gaat om anoniem gepubliceerde foto’s, omdat de fotograaf destijds een stempel met zijn naam gezet zou hebben op de exemplaren van de foto’s die hij aan de uitgever van de prentbriefkaarten beschikbaar stelde. Dat de prentbriefkaarten vervolgens zonder de naam van de fotograaf werden gepubliceerd doet volgens de kantonrechter niet ter zake.
Vergoeding te hoog
Erfgoed Leiden was ook van mening dat een bedrag van 75 euro per foto een veel te hoge vergoeding was, omdat het bedrag dat zij aan Pictoright én aan verschillende andere fotografen betaald heeft en nog steeds betaalt voor het zelfde online gebruik veel lager ligt: tussen de paar cent en de paar euro per foto. De rechthebbende kon bovendien niet aantonen dat hij zelf ooit eerder een bedrag van 75 voor online gebruik door een archief in rekening had gebracht. 75 euro was het tarief dat hij gebruikte voor traditionele publicaties in boeken en tijdschriften. De kantonrechter wijst echter toch dit bedrag van 75 euro per foto toe.
Grote gevolgen verwacht
Dit vonnis kan verstrekkende gevolgen hebben. Archieven in Nederlanden hebben honderdduizenden oude foto’s online staan waarvan vele anoniem zijn. Als nu een claim van 75 euro per foto dreigt als een rechthebbende zich meldt, kan dit leiden tot claims van bij elkaar tienduizenden euro’s. Dan is het niet verantwoord om dit soort foto’s online te blijven beschikbaar stellen. Een vergoedingsregeling met auteursrechten organisatie Pictoright biedt kennelijk ook geen garantie tegen dit soort claims.
Dit kan beteken dat archieven hun online fotoarchieven nu offline moeten halen en de overeenkomsten met Pictoright zullen opzeggen, omdat die blijkbaar geen zekerheid bieden en dus nutteloos zijn. Dan zijn zowel de burgers de dupe die die foto’s niet meer online kunnen bekijken als de auteurs die via Pictoright geen vergoeding meer krijgen via de bestaande regelingen.