< Previous40 n 2013 nummer 10 Veni vidi archivio Een kennismaking met Italiaanse katholieke archieven Het Italiaanse archieflandschap is minstens zo versnipperd als de politiek. Binnen de door de redactie toegewezen ruimte is het dan ook onmogelijk een overzicht te geven dat ook maar de geringste pretentie van volledigheid zou kunnen hebben. Beperking is op zijn plaats en ik richt me dan ook vooral op een niet onbelangrijke niche: de archieven van de Rooms-Katholieke Kerk, hetgeen me de gelegenheid biedt een uitstapje naar Vaticaanstad te maken. Peter Horsman ■ Maar eerst een globaal overzicht van het openbaar archiefwezen. In vergelijking met Nederland is het gemeentelijk archief- wezen veel minder ontwikkeld, zelfs in historisch belangrijke steden. Het zwaarte- punt ligt bij de staatsarchieven, waarvan er heel veel zijn. In iedere provinciehoofd- stad is in beginsel een archivio di stato. Voor wie wat minder op de hoogte is met de administratieve indeling van Italië, een korte toelichting. Het land is onderverdeeld in twintig regio’s, zoals Lazio, Toscane, Umbrië, Lombardije, Sicilië en Sardinië. Elke regio is weer onder- verdeeld in een aantal provincies, in totaal zijn dat er 110. Het aantal staatsarchieven is volgens opgave van de Centrale Directie 101, dus kennelijk heeft – ondanks de bewering op de website – niet elke provinciehoofdstad zijn eigen staatsarchief. 1 De provinciale staatsarchieven beheren de archieven van de instellingen van vóór de eenwording binnen hun regio, plus de door ‘perifere’ staatsorganisaties gevormde archieven van na de eenwording. Archieven op nationaal niveau van na de eenwording worden beheerd door het Archivio generale di stato, gevestigd in de wijk EUR, en inderdaad gebouwd in de typische Italiaans-fascistische bouwstijl van de jaren ’30. Veel van de provinciale archieven zijn gehuisvest in oude gebouwen die, hoe monumentaal ook, niet altijd geschikt zijn als archiefbewaar- plaats, ondanks mogelijke bouwkundige aanpassingen. Zo is het archivio di stato di Roma, waar onder andere belangrijke archieven van de organen van de voormalige kerkelijke staat worden bewaard, ondergebracht in de voormalige zetel van La Sapienza, de oudste universi- teit in Rome. Aan veel staatsarchieven is een archief- opleiding verbonden. Dat geldt ook voor enkele universiteiten, waarvan de eerder genoemde La Sapienza de belangrijkste is. Archiefinspectie In elk van de 20 regionale hoofdsteden is een sopraintendenza gevestigd, enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse archief- inspectie. De sopraintendenze houden zich vooral bezig met de ordening van gemeentearchieven en particuliere archieven. Met de administratie hebben ze niet of nauwelijks bemoeienis. De staatsarchieven en de sopraintendenze worden aangestuurd door een directeur- generaal, die met zijn staf de Direzione Generale per gli Archivi vormt, gehuisvest in een kantoorvilla in Via Gaeta, dus noch inwonend bij een staatsarchief, noch bij het ministerie. De directie host een aantal digitale netwerken: voor de staatsarchieven en voor de sopraintendenze. Laatst genoemd netwerk (SIUSA) bevat een indrukwekkend aantal toegangen van gemeentelijke (Italië kent nog meer dan 8000 zelfstandige gemeenten) en kerkelijke archieven. Opvallend dus, dat de informatisering in handen is van de staat en niet aan marktpartijen is overgelaten. Dat bevordert in elk geval de uniformiteit. Particuliere archieven Hoewel de staat door middel van de sopraintendenze bemoeienis heeft met particuliere archieven, nemen de staatsarchieven deze in beginsel niet in hun depots op. Dat is de voornaamste oorzaak dat het archieflandschap zo ver- snipperd is. De meer dan 100 staats- archieven vormen een uitdaging voor de span of control van de directeur-generaal – zeker als je daar ook nog de 20 sopra- intendeze bij optelt – maar in elk geval is er een duidelijke structuur en kun je op de site van de centrale directie de adressen en openingstijden vinden en kennis- nemen van de vaak ongemeen rijke inhoud van de depots. Maar voor de talloze private archieven van families, bedrijven, kloosters en kerkgemeen- schappen ligt dat ingewikkelder, al verrichten de meeste sopraintendenze goed werk, onder andere door middelen te vinden om archieven te ontsluiten. Een voorbeeld hoe versnipperd vooral het particuliere archieflandschap eruitziet, werd gedemonstreerd op een driedaags seminar eind oktober 2013 over kerkelijke archieven: Memoria Fidei. Na de gebruike- lijke formele redevoeringen van een drietal aartsbisschoppen, gevolgd door een historisch-wetenschappelijk en een theologische keynote, volgde een dozijn afzonderlijke casestudy’s: Propaganda Fidei, de Fabbrica di San Pietro, Sant’Uf- ficio, om er maar enkele te noemen. Alle zelfstandige archieven in of rond het Vaticaan, maar buiten het befaamde Archivio Segreto Vaticano (ASV). En dat was nog maar het topje van de ijsberg aan kerkelijke instellingen, doorgaans met omvangrijke en rijke archieven en biblio- theken, opengesteld voor onderzoek, mits dat wetenschappelijk is en de aspirant-nummer 10 2013 n 41 onderzoeker over gedegen geloofsbrieven beschikt. Als je eenmaal binnen bent word je vakkundig en vriendelijk geholpen, maar de toelatingsvoorwaarden nodigen niet bepaald uit tot onderzoek. Openingstijden De grotere archieven zijn vijf of zes dagen per week open. Dat wil zeggen: alleen ’s morgens. Gedurende de zomermaanden zijn ze gesloten. Archiefwerk is per slot van rekening vermoeiend. Het mooie archief van de broederschap (nu college) van Santa Maria dell’anima – al zesen- halve eeuw bewaard op dezelfde locatie bij de gelijknamige kerk waar Adrianus V, de enige Nederlandse paus, is begraven – is één middag in de week open. Voor zover deze archieven websites hebben, laten die weinig los over wat er te vinden is. Het Archivio Segreto heeft inmiddels een zeer summiere lijst van archieven als PDF-bestand op zijn site. Alleen een kenner begrijpt wat de titels van de series inhouden, tenzij hij of zij de omvangrijke Vatican Archives van Blouin cs. heeft geraadpleegd.2 In de studiezaal van het ASV zul je het boek moeilijk vinden. De archi- varissen daar vertrouwen liever op eigen geheugen en kennis om de onderzoeker door het oerwoud van inventarissen en rubricelle te voeren. Bij tal van andere particuliere archieven is het niet veel beter. Het archief van de familie Odescalchi, dat ik ooit uit nieuwsgierigheid bezocht, was netjes in een ruim vertrek geborgen. De enige inventaris dateerde uit de 17e eeuw, van het archief van een heerlijkheid dat de familie toen juist verworven had. Zonder hulp van de archivaris was er de facto niets te vinden. Ook voor dit soort archieven is de competente soprainten- denza doorgaans de beste ingang. Verrassende ontmoeting Het kan ook anders. Bij toeval – zo dat bestaat – mochten mijn echtgenote en ik een introductiecursus archiveren geven bij een internationaal Tibetaans-Boeddhistisch cultureel centrum (Merigar West), waar we een indrukwekkende collectie Tibetaanse (blok)boeken en manuscripten aantroffen. De community is vast van plan haar a-typische archief en bibliotheek goed te ordenen en te beschrijven. Maar het meest verrassende was wel daar een hoogbejaarde Nederlandse adellijke dame te ontmoeten, die advies en hulp vroeg voor de beschrijving van haar oorlogs- dagboek, correspondentie en andere documenten. Het beeld van Kees van Beijnums De ordening drong zich onwillekeurig bij me op. ■ Noten 1 ■ www.archivi.beniculturali.it 2 ■ Francis X. Blouin cs, Vatican Archives. An Inventory and Guide to Historiscal Documents of the Holy See (Oxford: Oxford University Press, 1997). Supple- ment 1 verscheen in 2003: The Archives of the Congregation for the Docytrine of the Faith (Ann Arbor: Bentley Historical Libvrary, 2003).Peter Horsman ■ onafhankelijk adviseur archivering bij Horsman Archiefadvies. Santa Maria dell’Anima, Rome. Deel van het archief van het college, dat meer dan zes eeuwen op dezelfde plaats wordt bewaard en op een enkel stuk na volledig is. Nederlands pamflet. Een pamflet uit de periode van de remonstrantse en contra-remonstrantse conflicten. Het boekje bevindt zich in de serie ‘Censurea Librorum’, omdat de achttiende- eeuwse archivaris die de serie samenstelde, er waarschijnlijk geen raad mee wist. De begelei- dende brief van de pauselijke nuntius in de Zuidelijke Nederlanden werpt licht op de zaak. ‘Kijk’, schreef hij ‘hoe de protestantse ribellen elkaar nu te lijf gaan. Het zal niet lang meer duren of de Kerk kan haar oude positie weer innemen’. Sant’Ufficio, Rome. Archief van de Romeinse inquisitie (Sant’Ufficio), de serie Censurae Librorum. Tabularium. Het publieke archief van de Romeinse republiek op het Capitool, nu onderdeel van de Musei Capitolini (foto’s part. coll.). 42 n 2013 nummer 10 Vrijwilligers: bedankt! Het is helemaal niet vervelend als er over je gesproken wordt; het wordt wel nog fijner als er dan ook mét je gesproken wordt. Dat misten wij van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) toch wel in het septembernummer van het Archievenblad (2013/7) naar aanleiding van ‘ons’ vrijwilligersbeleid. Marcel Duijghuisen ■ Daarom voor alle helderheid: vrijwil- ligers, bedankt! Jullie inzet is niet voor niets geweest, integendeel. Echter ... wij hebben wel degelijk redenen om de inzet van vrijwilligers op een lager pitje te zetten. Succes De laatste decennia is door ons geïn- vesteerd in publieksbereik. We hebben het publiek verwend met nadere toe- gangen en onze bezoekcijfers zijn fors gestegen, zeker sinds de komst van internet. Nationaal, regionaal en (hyper) lokaal hebben we allerlei modules ont- wikkeld om het geïnteresseerde publiek nog verder te bedienen. Vrijwilligers hebben daarbij veel en goed werk verricht en daar zijn we ze dankbaar voor. Ze hebben geholpen in het meer zichtbaar en vindbaar maken van ons gezamenlijk erfgoed. Dat werk is en blijft behouden en gaat dus niet verloren. Illusie Maar diezelfde ontwikkeling legt ons ook de vraag voor hoe ver wij moeten gaan in het bedienen van het publiek. Hoeveel seriële reeksen ontsluiten we, hoeveel databases leggen we aan, hoe- veel apps ontwikkelen we? Tien jaar geleden hadden we niet kunnen bedenken dat vrij toegankelijk en snel internet, smartphones en tablets zo’n stevig stempel op ons leven en de samenleving zouden gaan drukken. Mogelijkheden en toepassingen lijken oneindig en veel voorheen handmatig werk wordt nu al door slimme compu- ters overgenomen. Het is een illusie te denken dat je hier als kleine zelfstandig opererende instelling nog iets in betekenen kunt. Microsoft en Google maken de dienst uit en ontwikkelen slimme technologie die taken over- neemt, zoals het lokaliseren en be- schrijven van foto’s. Inmiddels kunnen kranten al digitaal worden doorgespit. Belang als bronbeheerder Dat is enerzijds natuurlijk doodeng maar confronteert ons tevens met de vraag over ons belang als bronbeheerder. Integriteit en authenticiteit van digitale en gedigitaliseerde informatie blijvend garanderen binnen een setting van open data, dat is een hele uitdaging. Zijn wij voldoende voorbereid en opgewassen tegen deze taak? Kunnen onze inspec- teurs een afdoende antwoord geven op het probleem van een zich alsmaar verder digitaliserende overheid? Hebben wij grip op de ontwikkeling van e-depots? Beschikken wij over voldoende en geschoold personeel om het gesprek met digitale archiefvormers en archief- gebruikers aan te gaan? Focus, expertise en professionaliteit Back to basic en alle hens aan dek dus! En deze opgave vergt focus, expertise en professionaliteit. Het archief is nog maar net de fase ontgroeid dat wij in ruime mate voorzien werden met personeel zonder opleiding. Wij hielden iedereen aan het werk en aan de gang en namen een eventueel gebrek aan opleiding en professionaliteit op de koop toe. Maar welke andere zichzelf respecterende (overheids)instelling zou voor de uit- voering van zijn kerntaken genoegen nemen met ongeschoold personeel of vrijwilligers? Laten we onszelf wel serieus blijven nemen, anders doen anderen dat zeker niet! Scherpe keuzes Tegelijkertijd dwingt de huidige tijd van bezuinigingen ons tot scherpe keuzes, de franje moet eraf. Moeten wij ons bezinnen op de kosten van onze studie- zalen, aangezien die niet meer in díe mate benut worden waarvoor ze nog maar tien jaar geleden ontworpen zijn? Elke uitgave dient verantwoord te worden en daarmee is de tijd van vrijblijvend pionieren, exploreren, aanklungelen en theedrinken voorbij. In plaats daarvan buigen we ons over onze rol, onze betekenis en ons belang binnen het cultuurhistorisch ecosysteem en gaan we partnerschappen en taakverdelingen aan. Uitdaging Archieven hebben zonder meer een belang, ook en misschien wel juist in het digitale domein. De betrouwbaar- heid en authenticiteit van (overheids) informatie zal een cruciale rol gaan vervullen binnen de zich verder en verder ontwikkelende informatiemaat- schappij. Om die rol goed, adequaat en professioneel te kunnen vervullen, zullen niet zozeer onze taken en functies maar wel degelijk de uitvoering geher- definieerd moeten worden. En dat daarbij vertrouwde praktijken sneuvelen, het zij zo… ■ Marcel Duijghuisen ■ directeur Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe).nummer 10 2013 n 43 Kozakken Wat is er heerlijker dan zelf ook eens voor onderzoek in je eigen archieven duiken en een historisch artikeltje publiceren? Tuurlijk, de leest van de schoenmaker die archivaris heet, is het toegankelijk maken van archieven en daar moet hij zoveel mogelijk bij blijven. Maar toch … het bloed kruipt af en toe waar het niet gaan kan. Zelf gebruik ik als motief meestal dat ik het publiek attent maak op bepaalde bronnen en dat ik voor hen ook nog wat te zoeken overlaat. Bovendien probeer ik altijd een onderzoekje gepaard te laten gaan met het toegankelijker maken van de des- betreffende bronnen. Zo zit ik me momenteel te verlustigen aan de komst van de Kozakken in november 1813 en de ‘omkeer van zaken’ die dat aldus de burgemeester van Hattem teweegbracht. Let wel, hij sprak niet over bevrijding van het Franse juk of zoiets, maar, heel nuchter, over de ‘omkeer van zaken’. Hij had ook geen zin en geen tijd voor vreugde-uitingen, want hij was razend druk met het fourageren; eerst van de Fransen en daarna van de Kozakken. Ik denk trouwens dat we de bevrij- ding van 1813 niet moeten verge- lijken met die van 1945, hoewel veel mensen dat ten onrechte doen. Ook ten onrechte is het nu al vieren van 200 jaar koninkrijk, want dat is pas over twee jaar aan de orde. Boven- dien vind ik dat we hiervan niet teveel drukte moeten maken, omdat we het herdenken van de omwente- ling, de rechten van de mens, de eerste grondwet en democratie van 1795/96, tweehonderd jaar later ook zo goed als aan ons voorbij hebben laten gaan. Terug naar de Kozakken. Deze vreemd uitgedoste soldaten op snelle kleine paardjes die veel jenever met peper dronken en op kaarsen knabbelden, hebben een onuitwisbare indruk achtergelaten, ook in onze archieven. Met rooie oortjes lees ik hoe ze half november 1813 bij Hattem de IJssel overstaken ten koste van slechts drie doden, twee aan Russische en één aan Franse zijde. Vervolgens constru- eerden ze bij Veessen een schipbrug over de rivier. Van alle tachtig planken uit Hattem die over de schepen zijn geslagen, is bekend hoe lang, breed en dik ze waren en wat ze kostten. De originele stukken hierover zijn straks te zien in museum Geelvinck Hinlopen Huis in Amsterdam. Ik lees hoe de herbergierster, weduwe Klaas Blom, in totaal 732 flessen jenever leverde voor 532 gulden; hoe veel streekgenoten transport- werkzaamheden verrichtten voor de geallieerden met precieze be- stemmingen; en hoe veel Hattemers in veertiendaagse detachementen, geteisterd door kou, meehielpen met de blokkade van de vesting Deventer waar de Fransen het nog tot eind april 1814 volhielden. Ik ervaar hoe tege- lijkertijd de streek werd geteisterd door hoog rivierwater, ijsgang, dijkwacht, bijna dijkdoorbraak in de ene polder en daadwerkelijke dijkdoorbraak in de andere polder. Uiteindelijk schrijf ik een artikel en maak gaandeweg een index op van alle 790 namen van mensen uit Hattem in het noorden tot Vaassen in het zuiden, die in de archieven zijn terug te vinden met hun diensten of leveranties c.q. schade. Hiermee is weer een aantal bronnen goed toegankelijk geworden en onder de aandacht gebracht. Wat hebben we toch een mooi vak! Voorts is het mijn mening dat Zwarte Piet gewoon moet blijven zoals hij is. n Gerrit Kouwenhoven n streekarchivaris van Epe, Hattem en Heerde. Gerrit Kouwenhoven n Column Tekening: Peter Vlot.CREATING TOMORROW OPLEIDING ARCHIEFASSISTENT Module Toegankelijk maken dinsdag 4 februari t/m 1 juli 2014 10 dagdelen OPLEIDING ARCHIEFASSISTENT Module Documentanalyse woensdag 5 februari t/m 9 april 2014 8 dagdelen CURSUS AUTEURSRECHT VOOR ARCHIEVEN dinsdag 28 januari 2014 1 dag CURSUS EAD IN DE PRAKTIJK dinsdag 28 januari, 11 februari en 4 maart 2014 3 dagen SEMINARCYCLUS ARCHIVISTIEK VOOR NIET-ARCHIVARISSEN donderdag 20 februari, 6 en 20 maart, 3 en 17 april 2014 5 dagen CURSUS DIGITAAL DEPOT woensdag 5, 12 en 26 maart, 9 en 23 april 2014 5 dagen HVA ARCHIEFSCHOOL (CURSUSSEN VOORJAAR 2014) HVA ARCHIEFSCHOOL 020 - 595 4786 archiefschool@hva.nl www.hva.nl/archiefschool OPLEIDING ARCHIEFASSISTENT Module Publieksbereik woensdagmiddag 16 april t/m 18 juni 2014 8 dagdelen OPLEIDING ARCHIEFASSISTENT Module Publieksbereik woensdagmorgen 16 april t/m 18 juni 2014 8 dagdelen CURSUS IN GOEDE HANDEN. PERSOONSGEGEVENS EN HET ARCHIEF dinsdag 18 maart en 1 april 2014 2 dagen CURSUS ARCHIEFRECHT EN ARCHIEFNORMEN dinsdag 13, 20 en 27 mei 2014 2,5 dag TRAINING OPENBAARHEID in-company training op maat twee dagdelen NIEUW: ARCHIEFTOEZICHT cursus in ontwikkeling, check de website 4 dagen CURSUSSEN OP MAAT Heeft uw organisatie behoefte aan een training op archiefgebied, zoals selectie, standaarden, metadata, archiefbewerking? Neemt u dan contact op voor een oriënterend gesprek. MBO HBO+nummer 10 2013 n 45 KVAN Nieuws ‘Big Archives’ Call for papers KVAN-dagen 2014 De KVAN-dagen 2014 gaan voor ‘groot’! Niet alleen kiezen we voor een groter publiek, een grotere locatie en een grotere variatie in sessies, ook het thema is groter dan ooit: ‘Big Archives’. Het begrip Big Archives heeft betrekking op de groeiende hoeveelheid informatie die de moderne maatschappij genereert en gebruikt. Met deze giga-archieven worden zowel maatschappelijke belangen gediend, onder meer met betrekking tot veiligheid en gezondheid, als commer- ciële belangen. Dit levert ontegenzeg- gelijk dilemma’s op. Steeds meer informatie Archiefdiensten beslaan een steeds om- vang rijker werkgebied. De sector beheert een almaar toenemende hoeveel heid informatie. Maar bewaren we wel de juiste informatie? Is selectie van digitale infor- matie eigenlijk nog wel nodig? En voor wie verzamelen en beheren we al die informatie eigenlijk? Digitalisering stelt mensen in staat in deze grote hoeveelheid informatie nieuwe verbanden te ontdekken. Welke eisen stelt dat aan de wijze van beschikbaarstelling? En hoe gaan we daarbij om met gevoelige informatie en het kostenaspect? Kortom: een actueel en breed thema om nieuwe ideeën te presenteren en oude concepten nieuw leven in te blazen. Presentatievormen De commissie KVAN-dagen roept iedereen op die zich met informatie en archieven bezighoudt – of zich daarvoor interesseert – een bijdrage te leveren aan de sessies. Deelnemers kunnen kiezen uit een aantal vooraf vastgelegde presentatievormen: 1 Paperpresentatie: traditionele inhoudelijke presentatie van 60 minuten inclusief discussie, waarbij één spreker een onderwerp uitdiept of een actuele ontwikkeling in het werkveld analyseert; 2 Projectpresentatie: sessie van 30 minuten inclusief discussie waarbij minimaal twee sprekers innovatieve projecten presenteren; 3 Inspiratiesessie: inspirerende en beeldende presentatie van 5 minuten door één spreker; 4 Posterpresentatie: informele korte presentatie aan de hand van een poster in een van de publieksruimten; 5 Paneldiscussie: sessie van 60 minuten waarbij een panel van minimaal drie leden discussieert over een gericht vraagstuk onder leiding van een moderator. Voorstel indienen Stuur voor 15 januari 2014 je voorstel naar bureau@kvan.nl. Elk voorstel dient een inhoudelijke omschrijving van maximaal 250 woorden te bevatten, de namen en contactgegevens van de sprekers en de gekozen presentatievorm. De commissie KVAN-dagen behoudt zich het recht voor om voorstellen af te wijzen of te vragen een voorstel aan te passen. De voorstellen worden beoor- deeld op de inhoud, de relevantie in relatie tot het thema en de volledigheid. Voorstellen die na 15 januari 2014 worden ingediend, zullen niet meer in behandeling worden genomen. Over de KVAN-dagen Tijdens de jaarlijkse KVAN-dagen prikkelen archivarissen, inspecteurs, publieks- adviseurs, record managers en andere professionals werkzaam of studerend in het informatiedomein elkaar met lezingen en discussies. De conferentie zet aan tot verdere inhoudelijke ontwikkeling van de beroepsgroep. De KVAN-dagen 2014 vinden plaats in Assen op maandag 16 en dinsdag 17 juni. Gastheer is het Drents Archief. Congreslocatie is De Nieuwe Kolk. Kijk voor meer informatie op www.kvan.nl of twitter mee met #KVAN14 via @KVANdagen. ■ Het Drents Archief, gastheer van de KVAN-dagen 2014 (foto Drents Archief). Impressie van de drukbezochte KVAN-dagen 2013 in het Stadsarchief Amsterdam (foto Sjoerd Knibbeler). Wij verzorgen opslag & beheer van Historische archieven - Archiefruimte en archiefbewaarplaats (Archiefregeling 2009) - Opslag vanaf één strekkende meter - Quarantaineruimte voor veilige inname - Calamiteitenservice bij contaminatie - Service 24/7, 365 dagen per jaar - Inname & aflevering door heel NL - Scanning on Demand T 0548 - 63 12 12 E info@vada.nl W www.vada.nl 20 jaar archiefervaring Het Gelders Archief is een van de grootste erfgoedinstellingen van Oost-Nederland. De focus van de organisatie ligt de komende jaren op het online toegankelijk maken van de collectie en de ontwikkeling van een digitaal depot. Het Gelders Archief werkt voor het Rijk, de provincie Gelderland en de gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden, Rozendaal en Overbetuwe. De afdeling Collectie draagt zorg voor: - Het toegankelijk maken van de archieven, de topografisch-historische atlas en de bibliotheek; - Het digitaliseren en beschrijven van de beeld- en geluidscollectie ten behoeve van de beeldbank; - Het inhoudelijk applicatiebeheer van het archiefbeheerssysteem; - De controle op het interne databeheer; - De verwerving van archieven en collecties; - Het toezicht op het archiefbeheer bij de gemeentelijke partners van het Gelders Archief. Op korte termijn komt hier het inrichten en beheren van een e-depot, voor de opslag van digitaal archief, bij. Als Manager Collectie geef je integraal leiding aan de afdeling collectie en bepaal je mede het beleid op de diverse aangegeven terreinen. Functie-eisen - Afgeronde WO-opleiding archiefwetenschappen, inclusief diploma archivistiek A; - Aantoonbaar ruime leidinggevende ervaring; - Aantoonbare ervaring in projectmanagement; - Affiniteit met de geschiedenis van Gelderland. Competenties - Initiatiefrijk, resultaatgericht en besluitvaardig; - Gezaghebbend, overtuigend en motiverend; - Communicatief en sociaal vaardig; - Het vermogen te leren van en aan te passen aan snel veranderende omstandigheden. Arbeidsvoorwaarden Het Gelders Archief volgt de CAO van de gemeente Arnhem. De functie is gewaardeerd op schaal 12 (maximaal € 5.105,- bruto per maand). Inschaling geschiedt op basis van kennis en ervaring. Het betreft een tijdelijke aanstelling voor de duur van 3 jaar. Het is de intentie om het dienstverband bij gebleken geschiktheid om te zetten naar een vaste aanstelling. Zie voor meer informatie www.geldersarchief.nl/organisatie/vacature-manager-collectie Het Gelders Archief is op zoek naar een MANAGER COLLECTIE (minimaal 24 uur per week)nummer 10 2013 n 47 SNAAI Lab KVAN Nieuws Authority control: de verbindende schakel? Annemieke de Boer schreef dit jaar haar scriptie aan de Hogeschool van Amsterdam. Lees in deze SNAAI Lab over haar onderzoek ‘Multidisciplinaire ontsluiting: archieven en etnografica. Authority control als verbindende schakel?’. Tessa Free ■ Koning Willem I richtte in 1816 het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden (KKZ) op. Vanwege jarenlang wanbeheer werd het KKZ in 1883 opgeheven, waarbij de collectie werd verdeeld over andere musea. De etnografica raakten gescheiden van het museumarchief toen ze werden overgedragen aan het Rijks Ethnographisch Museum in Leiden, rechtsvoorganger van het huidige Museum Volkenkunde. Met de tegenwoordige digitale mogelijk- heden hoeven archief en etnografica fysiek niet in elkaars nabijheid te zijn om ze toch samen te ontsluiten. Als onderdeel van het onderzoeksproject ‘Geïntegreerde ontsluiting van museumobjecten en museumarchieven’ van Maaike Lulofs 1 heeft De Boer als afstudeeropdracht onderzocht welke rol ‘authority control’ hierbij kan spelen.2 Van authority control... Het begrip ‘authority control’ is van oudsher bibliografisch. De kern van het principe is dat er voor een entiteit (persoon, onderwerp et cetera) één record wordt gemaakt en gebruikt. In zo’n record is de voorkeursnaam opgenomen volgens een voorge- schreven syntax, aangevuld met naamsvarianten en enkele identifi- cerende gegevens. Het record van een auteur wordt gekoppeld aan beschrij- vingen van zijn werken. Dit is de basis van een catalogus. De voorkeursnaam is leidend: vanuit naamsvarianten wordt ernaar verwezen. Voor bibliografische catalogi is authority control onmisbaar; of zoals Larry Osborne aangeeft: ‘(…) I think it was Martha Manheimer who told me that if you don’t have authority control you don’t have a catalog; you only have a big list.’ 3 Bij etnografisch beschrijven worden thesauri toegepast. Een thesaurus is een hiërarchische structuur van voorkeurs- begrippen. Alternatieven, synoniemen en/of spellingsvarianten worden aan het voorkeursbegrip gekoppeld. Thesauri zijn daarmee een vorm van authority control. ... naar context control Met de ontwikkeling van de Internatio- nal Standard Archival Authority Records – Corporate bodies, Persons and Families (ISAAR-CPF)4 heeft dit principe ook in de archiefwereld meer bekendheid gekregen. Een ISAAR-beschrijving bevat een geautoriseerde naam – veelal de statutaire of meest gangbare naam van een organisatie – en naamsvarianten. In plaats van alleen enkele identifice- rende gegevens wordt een uitgebreide beschrijving van de archiefvormer – of in een ruimere interpretatie: van de actor – opgenomen. Vervolgens wordt het zelfstandige ISAAR-record aan beschrij- vingen van archiefmateriaal gekoppeld. De belangrijkste functie van het record is het bieden van archivistisch relevante contextuele informatie. De syntax van de naam is minder relevant. De International Standard for Describing Functions (ISDF)5 is ontwikkeld voor het beschrijven van functies, net als actoren een contextaspect van archieven. De opbouw van deze standaard is vergelijk- baar met die van ISAAR en heeft dezelfde kenmerken van authority control. Er wordt ook wel geopperd om ‘context control’ als term te gebruiken in plaats van ‘authority control’ 6 . Schakels Het overeenkomende, kenmerkende aspect van authority control in deze drie disciplines is het meervoudig gebruiken van records via koppelingen, onderling of aan materiaalbeschrijvingen. Met dit principe als basis kan een digitaal, navigeerbaar en consistent informatie- landschap worden vormgegeven. Bij het project van het archief van het KKZ en de collectie van het Museum Volken- kunde zullen de records een thematische inslag hebben, zodat de uitgangs punten bij het opstellen van de records onderdeel moeten zijn van die records. De schakels tussen de archivistische en etnografische materiaalbeschrijvingen zijn de bij de collectievorming betrokken personen via ISAAR-records, de geografische herkomst van de etno- grafica via trefwoorden uit de TGN 7 en de verwervingsgeschiedenis. Voor dit laatste kunnen mogelijk ISDF-beschrij- vingen gebruikt worden. Door de koppeling via schakels en rechtstreekse verwijzingen verrijken beide informatie- bronnen elkaar. ■ Noten 1 ■ Lulofs, M., Geïntegreerde ontsluiting van museumobjecten en museumar- chieven. Casus: Museum Volkenkunde – Archief van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden (Archiefschool/ Hogeschool van Amsterdam, 2011). 2 ■ Boer, A.M.M., Multidisciplinaire ontsluiting: archieven en etnografica; authority control als verbindende schakel? (Hogeschool van Amsterdam, 2013). 3 ■ Taylor, A.G., ‘Teaching authority control’, in: A.G. Taylor & B.B. Tilled (red.), Authority control in organizing and accessing information; definition and international experience (London: Haworth Information Press, 2004), pp. 43-56. 4 ■ ICA, ISAAR(CPF). Internationale norm voor archivistische geautoriseerde beschrijvingen van organisaties, personen en families (Antwerpen/ Leuven/Amsterdam: Archiefschool & VVBAD, 2006). 5 ■ ICA, ISDF. International standard for describing functions (Parijs: ICA, 2007). 6 ■ Dryden, J., ‘From Authority control to context control’, in: J. Dryden (red.), Respect for authority (Binghamton: Haworth Information Press, 2007), pp. 1-13). 7 ■ Thesaurus of Geographic Names, beheerd door het Getty Research Institute. Zie: http://www.den.nl/ standaard/42 en http://www.getty. edu/research/tools/vocabularies/tgn/ about.html. Beide URL’s geraadpleegd op 5 augustus 2013. Tessa Free ■ redacteur Archievenblad, student Archiefwetenschap (UvA) en medewerker beeldcollecties Regionaal Archief Alkmaar.verkoop/verhuur microfilm speciale diensten software refurbished onderhoud reiniging reparatie betaaloplossingen service expertise fiche/film toekomstgericht documentscanners boekscanners digitalisering canon ms 300II /ms 350II/ ms 800II mekel m 200 viewscan canon dr- 6010 c/dr- 4010C NMS levert een compleet nieuwe manier van scannen: de ZEUTSCHEL ZETA +31(0)23-532 62 28 WWW.NMS.NL geautoriseerd dealer van diverse merken uniek door eigen service-organisatie leverancier van alle merken van alle tijden wateringweg 52 , 2031 ej haarlem, postbus 6124 , 2001 hc haarlem, fax +31(0)23-542 72 37 info@nms.nlnummer 10 2013 n 49 Uitgelezen S. Groenveld, Constantijn Huygens op dienstreis. Zijn verslag van een tocht naar Eindhoven en Spa, Luxemburg en Meurs, 1654 Uitgeverij Verloren (Hilversum, 2013), ISBN 978-90-8704-365-0, 140 pp., € 19,00. Vanwege het ‘Huygensjaar 2013’, georganiseerd rond de tentoonstelling ‘Constantijn en Christiaan Huygens - Een Gouden Erfenis’ in de Grote Kerk in Den Haag, zag dit niet eerder gepubliceerde reisverslag van Constantijn Huygens het licht. Bezorger is Simon Groenveld, emeritus-hoogleraar geschiedenis, en voor veel lezers van het Archievenblad een oude bekende als welbespraakt docent aan de Archiefschool. Het reisverslag is afkomstig uit het archief van de Nassause Domeinraad, dat wordt bewaard in het Nationaal Archief. Hoewel de flaptekst anders suggereert, is het reisverslag geen recente ontdek- king. Groenveld meldt dat in 1987 de basistranscriptie werd gemaakt door Ariëla Netiv. Laag pitje Constantijn Huygens was sinds 1630 lid van Nassause Domeinraad, die tot taak had de goederen van de Oranje-Nassaus te beheren. In de beginjaren van zijn lidmaatschap stonden zijn werkzaam- heden voor de raad op een laag pitje, vanwege zijn andere functie als persoonlijk secretaris van stadhouder Frederik Hendrik en korte tijd van Willem II. Na de dood van de laatste in 1650 was de Nassause Domeinraad Constantijns enige werkkring. In het kader daarvan trok hij in de zomer van 1654 naar het zuiden, om de goederen van ambteloos kleuter Willem III rond Eindhoven, Luxemburg en Meurs te inspecteren en te kijken of het mogelijk was de opbrengsten eruit te vergroten. Vanwege de oorlogshandelingen waren de gebieden in de Spaanse Nederlanden decennialang slecht bereikbaar geweest, en de inkomsten laag. De Luxemburgse goederen, Vianden, Dasburg, Sankt Vith en Bütgenbach, nu deels in Duitsland en België gelegen, besloegen een bijzonder bosrijk gebied in de Ardennen. Vandaar dat Huygens vooral de mogelijkheden op het gebied van de houtverkoop onderzocht. Dat de wegen slecht waren en de hellingen steil, lag in de lijn der verwachting, maar van de transportmogelijkheden over de rivier de Sauer had Huygens zich meer voorgesteld. Zowel de wisselende waterstanden als de ‘menichte van bochten ende krompten daer mede sy tusschen de Boschen ende klippen is swierende’ maakten het lastig. De vraagprijs voor een boom kon dus niet erg hoog zijn, wilde hij de rompslomp en de kosten rond het vervoer aan de koper overlaten. Desondanks achtte hij de stimulering van de verkoop de moeite waard. Gebrek aan bronnen Al lezende raak je natuurlijk wel benieuwd of zijn inspanningen later iets hebben opgeleverd. Helaas moet Groenveld constateren dat dit bij gebrek aan bronnen moeilijk is vast te stellen. Noch de bijlagen waarnaar Huygens in zijn verslag verwijst, noch correspon- dentie met de bezochte gebieden zijn bewaard gebleven, net zo min als de thesauriersrekeningen tot 1673. Het archief van de raad uit die tijd is in zijn algemeenheid nogal fragmentarisch, waarbij het een gelukkig toeval lijkt dat het verslag zelf er nog is. Voor de uitgebreide inleiding maakt Groenveld dankbaar gebruik van vele andere bronnen, waaronder Huygens’ uitgegeven dagboek en briefwisse- lingen, maar ook van die van zijn meereizende zoons. Hierdoor komen we dingen te weten die Huygens zelf onbesproken laat, zoals details van zijn tussentijdse verblijf van bijna een maand in Spa. Context Achterin zijn de gedichten opgenomen die Huygens tijdens zijn reis geschreven heeft. Die waren eerder gepubliceerd, maar kunnen tegen de achtergrond van het reisverslag nu beter in hun context worden geplaatst. Zo krijgen Huygens- liefhebbers uit verschillende disciplines een geïntegreerd beeld van zowel Huygens de ambtenaar, als Huygens de dichter. De uitgave bevat een kaartje van het Luxemburgse deel van de reis en ook anderszins wordt de lezer geografisch steeds goed geïnformeerd. Maar waarom Huygens’ kasteeltje Hofwijck zomaar van Voorburg naar Rijswijk verplaatst is? ■ Floortje Tuinstra ■ redacteur Archieven- blad en vakspecialist Archieven bij Het Utrechts Archief. H. van Engen, G. Janssens, G. Kwanten en K.M. Pompe, Archives without borders. Proceedings of the Internatio- nal Congress in The Hague, August 30-31, 2010 Vlaamse Vereniging voor Archief- & Documentatie i.s.m Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (Antwerpen, 2012), Archief- kunde 12, ISBN 9789072679369, ill., 388 pp., € 30,00. >>Next >