APRIL 2021 | NUMMER 2 SINDS 1892 | JAARGANG 125 UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE VERENIGING VAN ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND archievenblad Wat moet een archivaris weten? Het nut van een kwaliteitsregister Van keurslijf naar bewegingsvrijheid Records in Contexts Grip op informatie Samen krijgen we de overheid onder controleAtlantis Crowdsourcing Atlantis Platform voor collectiebeheer en online presentatie Belééf het Erfgoed Archief- en inventaris Beeldbank Museum Bedrijfshistorie Bibliotheek Archeologie Bouwdossiers Kranten en tijdschriften Akten en registers 033-2992277 office@deventit.nl www.deventit.nl Atlantis is een volledig webbased oplossing voor collectiebeheer en het online publiceren van erfgoedcollecties. Kenmerken van Atlantis zijn: gebaseerd op internationale standaarden, géén gebruikerslicenties, onbeperkt support en krachtige publicatie-, zoek- en integratie- functies. Online presentatie van collecties is naadloos onderdeel van de oplossing waarmee Atlantis volledig integreert binnen uw eigen website of websites van derden. Collecties uit systemen van derden worden met Atlantis samengesmeed tot één geïntegreerd geheel. Erfgoedwebsites van DEVENTit zijn toegankelijk en onderscheidend in vormgeving en werking. Door toepassing van de nieuwste technieken en standaarden wordt bezoekers een optimale erfgoedbeleving geboden. DEVENTit is ISO 270001 gecertificeerd. Atlantis is NEN 2082 gecertificeerd.3 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 Archiveren van digitale innovatie XS4ALL was een pionier op het Nederlandse internet. Toen aan de zelfstandigheid van XS4ALL een einde kwam, heeft de Koninklijke Bibliotheek een reddingsactie op touw gezet. De homepages met de meeste erfgoedwaarde worden nu bewaard in een speciale webcollectie. INHOUD 18 30 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 09 Column 10 Wat een archivaris zou moeten weten van jurisprudentie 12 De ondergang van archiefinstellingen 16 Records in Contexts 21 Disruptief archief (deel 2) 24 Schimmels en insecten bestrijden (deel 2) 27 Grip op informatie 32 Openbaarheid in de praktijk 35 Brievenreeks 36 Eigenaarschap versus zorgdragerschap (deel 2) 39 Column 40 Uitgelezen ‘De overheid heeft nog een lange weg te gaan’ Van de toeslagenaffaire tot het gebrek aan aandacht voor IT bij politici: de informatiehuishouding van de overheid piept en kraakt. Hoe krijgen we dat weer op orde? Daarover sprak het Archievenblad met Eli Geoffroy, een gedreven IT’er verbonden aan D66. 42 BURGERLIJKE STAND ‘We zijn aangesteld om na te denken over de lange termijn’ In gesprek met Janna Leguijt 6 En verder in dit nummer Kwaliteitsregister voor archiefprofessionals Digitalisering, veranderende ge brui kers groepen en vervagende grenzen tussen archieven en archief vormers: de dagelijkse archief praktijk is volop in ontwik keling. Wat moet de moderne archiefprofessional kennen en kunnen? En hoe leg je dat vast? Een kwaliteitsregister biedt uitkomst. ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 Citaat van de maand ‘De geest is geen vat dat gevuld moet worden, maar een vuur dat ontstoken en aangewakkerd moet worden’ Plutarchus (ca. 46-120) Colofon Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt zes maal per jaar. Alle leden van KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Wouter van Dijk (hoofdredacteur), Kirsten van den Eijnde, Mirjam Schaap, Cees Tromp, Yteke van der Vegt, Migiza Victoriashoop, Marian de Vos, Vera Weterings. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: redactie@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Puck Huitsing, Hannie KoolBlokland, Petra Links, Noor Schreuder, Marc Schuil, Christian van der Ven, Bert de Vries. Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het secretariaat. Ook voor adreswijzigingen kunt u daar terecht. Secretariaat KVAN Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: info@kvan.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Advertenties Voor vragen over de advertentiemogelijkheden kunt u contact opnemen met mediaadviseur Robbert van Dommelen van APPR Hét Brancheburo Telefoon: 035 – 694 28 78 Email: robbert@apprhbb.nl Ontwerp en opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 13854186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in juni 2021. De archivaris anno 2021 De nieuwe Archiefwet staat voor de deur, de AVG wordt stilaan gemeengoed in het beleid van archiefinstellingen en de Wet open overheid is begin dit jaar aangenomen door de Tweede Kamer. Ondertussen lijkt de wettelijke diploma-eis voor het aanstellen van archivarissen te verdwijnen. Wat doet dit veranderende landschap met de verwachtingen over kennis en kunde van archiefprofessionals? In deze editie geven we aandacht aan veranderingen in ons vak en schetsen we de contouren van de archiefprofessional van de toekomst. Dat dat beeld onvolledig blijft mag duidelijk zijn. Ons vak heeft zich dusdanig in specialismen ontwikkeld dat een jurist informatierecht nu eenmaal andere bagage meeneemt dan een medewerker conservering. Toch is enige gezamenlijke basiskennis voor iedereen die in de archiefsector werkt nuttig en noodzakelijk. Of je nu op de studiezaal actief bent, in het collectiebeheer, als toezichthouder of in de archiefeducatie: het is altijd van belang om een en ander te weten over auteursrecht, privacywetgeving en de wijze waarop archieven gevormd en ontsloten zijn. Specialisatie is zinvol en zelfs wenselijk, verkokering is dat echter niet. Blijf over de grenzen van je dagelijkse taken heen kijken. Jezelf blijven ontwikkelen is ook de kern van het kwaliteitsregister dat Brigit Hoomans voor KVAN ontwikkelt. Als alternatief voor de diploma eis onderzoekt zij hoe een certificeringssysteem voor archiefprofessionals ons vakgebied kan helpen. Nieuwe horizonten waar archiefprofessionals zich in zullen moeten verdiepen worden verkend in de artikelen van Kees Teszelszky over webarchivering en van Roland Bisscheroux over duurzame toegankelijkheid aan de bron. Een vernieuwde vorm van archiefontsluiting komt aan bod in de bijdrage van Merel Geerlings en Ivo Zandhuis over Records in Contexts, de opvolger van de ISAD(G)standaard voor het beschrijven van archieven. In dit nummer ook een prikkelend interview met ‘professor Nonsens’ over de rol van archiefinstellingen als toezichthouder. Hoewel archiefdiensten en archiefvormers een goede informatiehuishouding als gezamenlijk belang hebben, is de praktijk vaak minder harmonieus dan dit gedeelde doel doet vermoeden. We hopen op discussie om het gemeenschappelijke belang van goed archiefbeheer dichterbij te brengen. | VAN DE REDACTIE Tekst Wouter van Dijk | hoofdredacteur5 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 Jaap Hoogteijling Tekst Jaap Hoogteijling | medewerker overbrenging en selectie Stadsarchief Amsterdam Jaap Hoogteijling (foto Martijn Barth). Veel archieven bevatten persoonlijke gegevens en verhalen. Degenen van wie die gegevens zijn of over wie die verhalen gaan, hebben daar vaak geen weet van. En de archivaris kent de persoonlijke betekenis van de archiefstukken vaak niet. Maar soms versmelten persoonlijk en professioneel plotseling, zoals bij een archivaris die hoort dat zijn babyboek na 48 jaar vanuit het niets is teruggekomen. Op maandag 16 november 2020 ontvang ik een mail van een collega. Ze heeft mijn babyboek gevonden in een doos die al sinds 2013 bij het Stadsarchief Amsterdam staat. De doos is afkomstig van de heer Putman van het gelijknamige antiquariaat. In 2012 moest Putman op hoge leeftijd zijn winkel opgeven. Hij had heel divers materiaal voor het Stadsarchief apart gelegd. Dat materiaal is opgehaald en in de intakeruimte geplaatst, waar het lange tijd onaangeroerd bleef staan. Herkomst van het materiaal is waarschijnlijk het Waterlooplein, waar Putman van alles bij elkaar scharrelde. Daar vond hij vermoedelijk het album. Navragen is helaas niet meer mogelijk: de heer Putman is inmiddels overleden. Mijn moeder overleed op 17 augustus 1972. Ik was 9½. Omdat mijn ouders gescheiden waren, maakte haar vader in de weken erna haast met het opruimen van het appartement. Zijn de boeken bij het opruimen van het huis in een verkeerde doos beland? Er werd natuurlijk een en ander bewaard voor mij, meubelstukken gingen naar het huis van mijn vader, maar heel wat werd ook weggedaan. Het toeval rijgt zich aaneen. Als het mate riaal direct in 2013 was verwerkt, had mijn collega mijn naam niet her kend. Ik ben namelijk pas sinds augus tus 2015 werkzaam bij het Stadsarchief. In de doos vinden we naast het baby boek drie fotoboeken uit de jeugd van mijn moeder. Zij als klein meisje aan de Vinkeleskade, de Schubertstraat waar ze rond haar vijfde heen verhuisde, in Bloemendaal bij opa en oma, het vakantiehuis in Bergen aan Zee, wat ze beleefde als tiener in de jaren 1940. Bijzonder is ook hoe mijn moeder het eerste jaar van mijn leven liefdevol en uitgebreid beschrijft. Het bevestigt wat mijn grootvader altijd benadruk te, haar toewijding. Veel hoorde ik al over haar. Het is prachtig om daarbij door haar ingeplakte, ooit verkozen beelden te krijgen. Foto’s van haar hockey bij Amsterdam zag ik niet eerder, waarschijnlijk van vlak na de oorlog in Enge land. Een foto van een ski vakantie, waarvan mijn grootvader vertelde dat hij dat geen succes vond. Eerst naar boven lopen en zo weer beneden. Dan liever wat anders. Een deel van de inhoud van het mate riaal van Putman is inmiddels in de col lectie van het Stadsarchief opgenomen. Een ander deel krijgt misschien nog een plaats. Brieven van allerlei mensen aan familieleden in Nederland, nota’s met prachtige briefhoofden van de bedrijven die ze uitschreven, drie gastenboeken, een brief van een ter dood veroordeel de jongeman die begin 1940 schrijft vanuit Duitsland. Los materiaal dat met behulp van andere stukken in de col lectie misschien nog in een historische context geplaatst kan worden. Sommigen bouwen op het archief. Ik weet het niet zo goed: archief schept haast toevallig een beeld van het ver le den. Mijn albums zijn aan mij ‘terugge geven’. In het archief zouden ze niet echt een verhaal vormen, of vertellen, terwijl ze dat bij mij thuis zeker wel doen. Ik spreek eind januari de jongste zus van mijn moeder en haar schoonzus, midden tachtigers nu. Natuurlijk praten we over de vondst. De boeken staan bij mij thuis en ik spreek af ze een keer mee te nemen. Alle gebeur tenissen komen weer heel dichtbij. Het is fijn dat er steeds meer puzzel stukjes benoemd worden. Niet dat de puzzel van mijn moeder ooit gelegd zal zijn, maar ik krijg er mooie stukjes bij. Misschien wordt het materiaal ooit nog eens echt archief. | DE ARCHIEFERVARING VAN Het gezin Westermann-Brusse tijdens een fietstocht voor hotel De Zwarte Boer in Leuvenum, circa 1940. Liesbeth is de tweede van rechts (foto privéarchief). 6 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 Het nut van een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals Wat moet een archivaris weten en kunnen? Tekst Brigit Hoomans | coördinator kwaliteitsregister bij KVAN THEMA ARCHIVARIS ANNO 2021 Wat moet een archiefprofessional kennen en kunnen? Die vraagt lijkt op het eerste gezicht eenvoudig te beantwoorden: het beheren en toegankelijk maken van archief- en informatiebronnen en – voor overheidsarchieven – toezicht houden op archieven bij archiefvormers. De werkelijkheid is vele malen uitdagender, zoals iedereen die de ontwikkelingen in het vak volgt direct zal beamen. De dynamiek rond archief en informatiebeheer is de afge lopen jaren sterk toegenomen: digitalisering, vervagende grenzen tussen archieven en erfgoedinstellingen, vervagende grenzen tussen archieven en archiefvormers, nieuwe manie ren van samenwerken, veranderende gebruikersgroepen en veranderend gebruik van bronnen. Ontwikkelingen als deze brengen een breed scala aan rollen met zich mee die specia lis tische, actuele kennis en vaardigheden veronderstellen bij een archiefprofessional. De specialisaties per rol lopen bovendien dusdanig uiteen dat zij niet langer in één persoon (‘de archivaris’) kunnen worden verenigd. Bovendien gaan de ontwikkelingen in rap tempo verder. Alleen een (archief)diploma zegt daarom niet meer genoeg. Om als archiefprofessional bij te blijven in het vak en je verder te specialiseren, is het nodig om te blijven leren en aan te tonen welke specialisaties je beheerst. Een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals is hier een geschikt middel voor. Onderzoek Voordat een kwaliteitsregister kan worden ingericht, moet eerst duidelijk zijn wat een archiefprofessional in huis moet hebben. Om hier zicht op te krijgen heeft KVAN in 2019 een uitvraag gedaan naar de kennis en competenties waarover de archief professional van de toekomst moet beschikken. Om de veelheid aan specialisaties op voorhand enigszins te ordenen, is hierbij een onderverdeling gemaakt op basis van de driedeling toezicht en advies, digitaal informatiebeheer en (digitaal) erfgoed. De antwoorden op de vragen naar benodigde vakkennis maken duidelijk dat sterk wordt gehecht aan kennis over de algemene kennis met betrekking tot archivistiek, inclusief informatiekunde/informatiemanagement en (archief) recht. Daarnaast moet een archiefprofessional afhankelijk van zijn of haar rol beschikken over verdiepende, actuele kennis. Samen gevat wordt volgens genoemde driedeling de volgende kennis verondersteld bij archiefprofessionals. Toezicht en advies •wet en regelgeving: Archiefwet en aanpalende wetgeving zoals de Woo en de AVG; •kennis van de organisatie van de archiefvormer, de proces sen en de systemen die deze processen ondersteunen; •kennis van kwaliteitssystemen en auditmethoden; deze kunnen toepassen; •kunnen adviseren vanuit het perspectief van de archief vormer. Digitaal informatiebeheer •archivistiek, onder andere archiefvorming; •informatiemanagement; informatiekunde; •digitaal archiveren/duurzaam digitaal informatiebeheer; • organisatie, processen en (beheer)systemen. (Digitaal) erfgoed •kennis van digitaliseringsprocessen; het kunnen onder scheiden van de diverse redenen van digitalisering (gebruiksdoeleinden versus behoud; vervanging); Brigit Hoomans coördineert namens KVAN de ontwikkeling van een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals.7 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 » Foto Anne Reitsma Fotografie •digitale klantenkunde: kennis van de (potentiële) vraag vanuit het publiek, maar ook kennis van de kanalen om klantgroepen te bereiken; •digital humanities; (big)dataanalyse voor historisch onderzoek; (linked) open data; •historische kennis, waaronder bijvoorbeeld ook kennis over vroegere besluitvormingsprocessen wordt verstaan. Behalve naar de inhoudelijke kennis is ook gevraagd naar de competenties waarover een archiefprofessional moet beschikken. De vaardigheden en competenties die het meest werden genoemd zijn: adviseren, analyseren, netwerken, presenteren, klantgerichtheid en nieuwsgierig zijn. Opleidingsbehoeften In hetzelfde onderzoek werd de opleidingsbehoefte geïn ventariseerd. Die behoefte bleek groot: 75% van degenen die meegedaan hebben aan het onderzoek, zei niet klaar te zijn voor de toekomst en behoefte te hebben aan bijscholing. Ontwikkelen van digitale kennis scoorde hoog, bijvoorbeeld op het vlak van digitale duurzaamheid, overbrengen van digi tale archieven, linked open data, big data en data analyse. Ook het edepot werd vaak genoemd, met uiteen lopende kennisbehoeften als de technische aspecten van een edepot en het archiveren van digitaal gevormde archieven. Wat betreft de opleidingen en cursussen die daadwerkelijk werden gevolgd lag de nadruk sterk op digitale kennis, maar daarnaast ook op wet en regelgeving. Binnen die laatste categorie werden AVGcursussen het meest gevolgd, met auteursrecht als goede tweede. Wat betreft (digitaal) erfgoed werd de cursus Leren Preserveren goed bezocht en daarnaast juist ‘klassieke’ basisvaardigheden als paleografie, conservering en materieel behoud, of historische cartografie. Het aanbod aan cursussen bij zowel commerciële opleiders als vakgenoten leek over het algemeen aan te sluiten op de actuele behoefte, met als uitzondering het aanbod op het vlak van (IT)auditing. De behoefte aan bijscholing bleek groot, maar men was minder tevreden over het aanbod. Opvallend is ook dat de opleidingsbehoefte sterk lijkt te worden ingegeven door actuele vraagstukken en er maar beperkt zicht lijkt te zijn op aankomende trends. Archiving by design en Common Ground, om twee onderwerpen te noemen die momenteel, twee jaar na het onderzoek, de aandacht vragen, werden bijvoorbeeld nog niet benoemd. Het ontwikkelen van cursussen op actuele thema’s vraagt echter tijd. Om het opleidingsaanbod goed te kunnen laten aansluiten op de opleidingsbehoefte is het wellicht van belang dat trends eerder worden gesignaleerd. De stap naar actieve bijscholing Een opvallende bevinding in het onderzoek was dat het aan tal professionals dat daadwerkelijk een opleiding of cursus volgde niet in overeenstemming was met de gesignaleerde grote opleidingsbehoefte. Bijna de helft van de responden ten (45%) zegt te vinden dat er in de eigen organisatie te weinig opleidingen worden gevolgd. Desgevraagd werd daarbij aangegeven dat tijd en geld hierbij een rol spelen, maar ook een gebrek aan motivatie. De gevoelde urgentie (‘ik ben niet klaar voor de toekomst’) leidt dus niet vanzelf sprekend tot actie (volgen van opleidingen en cursussen). Daarom wordt gezocht naar manieren om de stap naar actieve bijscholing vanzelfsprekender te maken. Certificering kan hieraan bijdragen. Op hoofdlijnen zijn er twee vormen van certificering: van instellingen en van professionals. Voor archiefinstellingen is het onder meer van belang dat zij op alle terreinen de vereiste deskundigheid en competenties in huis hebben om professioneel te kunnen opereren. Het borgen van deskundigheid op instellings niveau is daarom van groot belang. Voor het ontwikkelen van een certificeringsmethodiek zal zo veel mogelijk worden aangesloten bij methodieken die zijn ontwikkeld in de museum en bibliotheeksector. De systematiek van bijvoor beeld CBCT (Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal) voor openbare bibliotheken en taal huizen lijkt een geschikt vertrekpunt. Een certificeringstraject bestaat uit meerdere fasen: intake, zelfevaluatie, audit, rappor tage, certificering en evaluatie. Een volledige certificeringsmethodiek neerzetten voor zowel instellingen als professionals is echter een forse inspanning en vraagt een behoorlijke doorlooptijd. Daarom zal als eerste een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals worden ontwikkeld. Naar een kwaliteitsregister De ontwikkelingen hebben sinds 2019, toen het onderzoek werd uitgevoerd, niet stilgestaan. Een belangrijke verande ring is het loslaten van de diplomaeis voor archivarissen in de nieuwe Archiefwet. Dit brengt met zich mee dat de kwaliteitseisen die de sector zelf stelt aan beroepsbekwaam heid op een andere manier moeten worden geborgd. In de nieuwe Archiefwet wordt bovendien de aanwijzing van een archivaris voor overheden verplicht gesteld. Werk gevers zullen zelf moeten bepalen welke rol deze professional in hun eigen organisatie gaat spelen. Vervolgens moeten ze zelf de juiste, gekwalificeerde professional vinden. Een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals is daarom ook Registratie in het kwaliteitsregister betekent in de eerste plaats erkenning als archiefprofessional Het kwaliteitsregister is een initiatief van KVAN, maar registratie staat straks open voor alle archiefprofessionals.8 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 | Wat moet een archivaris weten en kunnen? » een middel om kwaliteitseisen te borgen en ze transparant te maken voor werkgevers. Daarom, en omdat het van belang is dat archiefprofessionals zich blijvend ontwikke len in verschillende disciplines, heeft KVAN het initiatief genomen om dit register te gaan ontwikkelen. Hierbij is gekozen voor een groeimodel: klein beginnen en stap voor stap uit bouwen. Dit betekent bijvoorbeeld dat KVANleden als eersten zullen worden uitgenodigd om zich te registeren; uitrol naar alle archiefprofessionals volgt daarna. Erkenning als archiefprofessional Registratie in het kwaliteitsregister betekent in de eerste plaats erkenning als archiefprofessional. Door formele regis tratie laat een archiefprofessional zien dat hij of zij beroep en carrière serieus neemt en dat hij voldoet aan de eisen van vak bekwaamheid (toelatingseisen). De precieze invulling van deze eisen wordt de komende periode uitgewerkt; een combinatie van werkervaring en een relevant diploma is het vertrekpunt. Om recht te doen aan het scala aan rollen dat archief professionals invullen worden kennisprofielen ontwikkeld, op basis van dezelfde driedeling die in het onderzoek is gedaan (toezicht en advies, digitaal informatiebeheer en (digitaal) erfgoed). Het streven is hierbinnen specifieke profielen te ontwikkelen, die voor de verschillende rollen inzichtelijk maken over welke kwalificaties een archiefprofessional moet beschikken. De kennisprofielen moeten alle rollen afdekken die archiefprofessionals invullen, met zowel eisen die worden gesteld aan vakinhoudelijke kennis als aan com pe ten ties. De kennisprofielen dienen meerdere doelen: •Handvatten geven aan archiefprofessionals: beschik ik over de vereiste kennis en vaardigheden voor mijn huidige rol? Op welke vlakken kan ik me ontwikkelen om bij te blijven in mijn specifieke gebied? Of: welke kennis en vaardig heden moet ik ontwikkelen als ik wil doorgroeien naar een nieuwe rol? •Inzichtelijk maken aan werkgevers/opdrachtgevers welke eisen de sector stelt aan archiefprofessionals; • Kennisprofielen vormen de basis voor het ontwikkelen van het na en bijscholingsaanbod. Voor het ontwikkelen van de kennisprofielen zal hulp worden gevraagd van archiefprofessionals, al dan niet verenigd in KVAN. Om goed te kunnen inspelen op de in het onderzoek gesig naleerde behoefte aan bijscholing op actuele thema’s zal ook het opleidingsaanbod in kaart worden gebracht, zowel van commerciële opleiders als het aanbod van vakgenoten. Na en bijscholing is bovendien een voorwaarde om geregis treerd te blijven in het register, juist omdat ons vakgebied zo in beweging is. Het volgen van opleidingen en cursussen levert permanente educatiepunten op (PEpunten), die worden bijgehouden in het register. Ook deze kant van het register wordt stapsgewijs opgebouwd. Het uiteindelijke doel is accreditatie van opleiders, zodat je als archief professional weet dat je een goede keuze maakt. Waar staan we nu en hoe verder? De afgelopen periode is verkend wat er nodig is om een kwaliteitsregister voor archiefprofessionals te ontwikkelen. Daarbij is met name gekeken naar organisatorische en financiële aspecten. De komende maanden wordt verder uitgewerkt hoe het register wordt opgezet. Twee belangrijke onderdelen zijn, zoals hierboven al aangegeven, het bepalen van de ingangseisen om geregistreerd te worden en het waarderen van het opleidingsaanbod. Het kwaliteitsregister is een initiatief van KVAN, maar registratie staat straks open voor alle archiefprofessionals. Daarom worden nu gesprekken gevoerd met beoogde samenwerkingspartners zoals de KNVI, de VNG en KIA. Er is ook contact met de archiefopleiders (UvA, HVA en Reinwardt Academie) over de invulling van hun mogelijke rol in het register. Het eerste doel is om een gezamenlijk voorstel in te dienen bij het ministerie van OCW, waarin een financiële bijdrage zal worden gevraagd voor het ontwikke len van het kwaliteitsregister. Tegelijkertijd wordt een begin gemaakt met het uitwerken van de kennisprofielen. Daarbij zal, zoals aangegeven, jullie hulp worden gevraagd. | Na- en bijscholing is bovendien een voorwaarde om geregistreerd te blijven in het register Tekening: Niels Bongers.9 COLUMN ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 2 Archivarissen lopen het risico ondergesneeuwd te raken in het woud van ICT Tekst Puck Huitsing | bureaudirecteur KVAN | Foto Anne Reitsma Fotografie De archivaris anno 2021 Of ik iets wilde schrijven over de hedendaagse archivaris. In een column. Over wat hij/zij moet kunnen en kennen. Over opleidingen en vaardigheden. Je weet wel. En niet meer dan 600 woorden graag. Blijmoedig riep ik: uiteraard, doen we! Om vervolgens te denken: waar heb ik nu toch weer ja op gezegd? Maar goed, een mens zegt a, dus ook b. Uiteraard kan ik niet in 600 woorden schetsen welke opleidingen de archi varis anno 2021 nodig heeft, of wat hij/ zij al dan niet moet weten. Daar kun je uitgebreide notities over schrijven, waarna er altijd wel weer iemand stelt dat het niet volledig is, of geen recht doet aan, of dat het wel erg neigt naar een bepaalde richting, of vul maar aan. Gaan we dus niet doen. Wat we wel gaan doen als vereniging is in samenwerking met KIA een program ma opzetten waar iedereen zich permanent kan bijscholen. Want de ontwikkelingen gaan erg hard. Wat vandaag nieuw is, is morgen verouderd. Dus is het van belang dat iedereen de mogelijkheid heeft om op de hoogte te blijven van die nieuwe ontwikkelingen. En niet alleen door daar met collega’s over van gedachten te wisselen, maar ook door specifieke leertrajecten. Dat zal in 2021 worden ontwikkeld. De kennis van archivarissen moeten we niet onderschatten. Integendeel. Het gaat erom dat we die kennis ook kunnen inzetten in een wereld waar ‘de grenzen vervagen’. Waar opeens ook bij de bron wordt gearchiveerd. Waar het gaat om overbrenging in juridische zin, en niet in fysieke zin. Wat archivarissen daarom vooral moeten kunnen, is omgaan met deze nieuwe situaties. Wendbaar zijn en de kennis die ze hebben inzetten op deze nieuwe vormen. Want de basisprin cipes van het vak blijven: authenticiteit, reconstructie en duurzaam beheer. Er is nog iets dat archivarissen moeten kunnen: zichzelf beter verkopen. De afgelopen jaren zie ik dat archivarissen het risico lopen ondergesneeuwd te raken in het woud van ICT. Waar de focus ligt op de hardware, het leiding stelsel en de processen, in plaats van waar het eigenlijk om gaat: wat gaat er door die leidingen, hoe willen we omgaan met al die data? Dat is toch het vak van archivaris? Maak dat duidelijk, sta ervoor! Het gaat erom dat we informatie veiligstellen voor de toekomst. En dan maakt het weinig verschil of we dat nu documenten of informatie noemen. Dat verkopen zit ook in de taak die we hebben: beschikbaarstelling. Dat wat we beheren moet kunnen worden gebruikt. Maar al te vaak zie ik einde loze discussies of iets nu wel of niet openbaar is, of beperkt openbaar, of… Eindeloos weten we elkaar daarmee bezig te houden, terwijl we het doel uit het oog verliezen: de klant bedie nen. Natuurlijk moeten we dat doen conform de wetgeving, maar binnen de perken zijn de mogelijkheden toch grenzeloos? Wat de archivaris anno 2021 zou moeten kunnen is duidelijk maken waar hij/zij voor staat. Waarom het zo verschrikkelijk belangrijk is wat we doen. En dan graag in een taal die de ander ook snapt. ‘De kern van ons vak is duurzaam beheer.’ Hier begrijpt mijn buurvrouw echt niets van. Beheer van wat? Wat doe je dan? En hoezo duurzaam: wat heeft de klimaatcrisis hiermee te maken? Eenvoudige termen die in het jargon van de archivaris gesneden koek zijn – zoals overbrenging, archiefvormers en selectie – zijn voor veel mensen abraca dabra. Het hoeft geen jipen janneketaal te zijn, maar wat de archivaris anno 2021 écht zou moeten kunnen is kijken vanuit het perspectief van de gebruiker. | Next >