FEBRUARI 2021 | NUMMER 1 SINDS 1892 | JAARGANG 125 UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE VERENIGING VAN ARCHIVARISSEN IN NEDERLAND archievenblad De weg naar inclusiviteit Voor iedereen een thuis in het Haags Gemeentearchief Tweede Kamerverkiezingen 2021 Archivistische stemwijzer Gekoeld bewaard Vaticaanse collecties in SpitsbergenAtlantis Crowdsourcing Atlantis Platform voor collectiebeheer en online presentatie Belééf het Erfgoed Archief- en inventaris Beeldbank Museum Bedrijfshistorie Bibliotheek Archeologie Bouwdossiers Kranten en tijdschriften Akten en registers 033-2992277 office@deventit.nl www.deventit.nl Atlantis is een volledig webbased oplossing voor collectiebeheer en het online publiceren van erfgoedcollecties. Kenmerken van Atlantis zijn: gebaseerd op internationale standaarden, géén gebruikerslicenties, onbeperkt support en krachtige publicatie-, zoek- en integratie- functies. Online presentatie van collecties is naadloos onderdeel van de oplossing waarmee Atlantis volledig integreert binnen uw eigen website of websites van derden. Collecties uit systemen van derden worden met Atlantis samengesmeed tot één geïntegreerd geheel. Erfgoedwebsites van DEVENTit zijn toegankelijk en onderscheidend in vormgeving en werking. Door toepassing van de nieuwste technieken en standaarden wordt bezoekers een optimale erfgoedbeleving geboden. DEVENTit is ISO 270001 gecertificeerd. Atlantis is NEN 2082 gecertificeerd.ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 3 De maatschappelijke missie van The Black Archives The Black Archives (TBA) heeft in de afgelopen jaren veel bekendheid ver- worven. Van exposities tot debatten over maatschappelijke vraagstukken en de rol die archieven daarin spelen. Het Archievenblad sprak hierover met Mitchell Esajas, medeoprichter en onderzoeker van TBA. INHOUD 10 28 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 12 Tweede Kamerverkiezingen 2021 14 Column 15 Vaticaanse collecties in Spitsbergen 18 Eigenaarschap versus zorgdragerschap 21 Brievenreeks 22 Acquisitie van verenigingsarchieven 24 Het is digitaal of het is niet! 27 Column 32 Uitgelezen Ontheffing van over- brenging in de nieuwe Archiefwet Een van de meest in het oog springende veranderingen in het concept van de nieuwe Archiefwet is de mogelijkheid tot ontheffing van overbrenging die archiefvormers geboden wordt. Is deze noviteit een vloek of juist een zegen voor de archiefwet- en regelgeving? 34 BURGERLIJKE STAND ‘Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ons documentair erfgoed in vlammen opging’ In gesprek met Rita Tjien Fooh 06 En verder in dit nummer De weg naar inclusiviteit Alle inwoners van de stad moeten iets van hun ‘Haagse thuis’ kunnen terugvinden in het archief: vanuit die gedachte is het Haags Gemeentearchief een nieuwe weg ingeslagen. Onder de naam ‘Thuis in het archief’ wordt gebouwd aan een meer inclusieve programmering gericht op diverse doelgroepen. ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 Citaat van de maand Denn die einen sind im Dunkeln Und die andern sind im Licht. Und man siehet die im Lichte Die im Dunkeln sieht man nicht. Bertolt Brecht, Dreigroschenoper (1930) Colofon Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt zes maal per jaar. Alle leden van KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Wouter van Dijk (hoofdredacteur), Kirsten van den Eijnde, Mirjam Schaap, Cees Tromp, Yteke van der Vegt, Migiza Victoriashoop, Marian de Vos, Vera Weterings. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 E-mail: redactie@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Puck Huitsing, Hannie Kool-Blokland, Petra Links, Noor Schreuder, Marc Schuil, Christian van der Ven, Bert de Vries. Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van KVAN/BRAIN kan het Archievenblad bestellen bij het secretariaat. Ook voor adreswijzigingen kunt u daar terecht. Secretariaat KVAN/BRAIN Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 E-mail: info@kvanbrain.nl Website: www.kvanbrain.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Advertenties Voor vragen over de advertentiemogelijkheden kunt u contact opnemen met media-adviseur Robbert van Dommelen van APPR Hét Brancheburo Telefoon: 035 – 694 28 78 E-mail: robbert@apprhbb.nl Ontwerp en opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 1385-4186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in april 2021. Inclusiviteit Archiefdepots bevatten de weerslag van onze geschiedenis. Archiefstukken vormen samen een puzzel waarvan we weten dat die altijd incompleet zal blijven. Aan de hand van de overgeleverde puzzelstukjes kunnen we nadenken over de ontbrekende, en zo duiding bieden over het complete het plaatje van de puzzel. Is dat de taak van de archivaris? Daarover verschillen de meningen. Voor sommigen volstaat het om de puzzelstukjes op tafel te leggen en de gebruiker succes te wensen. Het helpt echter als we laten zien hoe stukjes in elkaar passen, en erop wijzen dat ook op de achterkant van die stukjes aanwijzingen te vinden zijn over de legpuzzel van onze geschiedenis. Als je ze omdraait, zie je meer. Of het nu gaat om Afrikaanse slaven die een mensonterend bestaan leidden op de koloniale plantages, de ‘blanke slaven’ van Domela Nieuwenhuis die in de negentiende eeuw vijftien uur per dag in fabrieken ploeterden, rechteloze contractarbeiders in Indonesië of de naamloze veenstekers die tot in de jaren dertig in plaggenhutten als dieren half onder de grond leefden: je moet als onderzoeker je best doen wil je hun verhaal uit archieven naar boven halen. Archieven worden vooral gevormd door en over mensen met macht, rijkdom en aanzien. In zijn Dreigroschenoper (Driestuiversopera) uit 1928 schreef Bertolt Brecht over deze mensen in het licht, en hen die onzichtbaar in het duister vertoefden. Ook het licht van de geschiedenis schijnt via archief- materiaal vooral op bevoorrechte groepen. Daarom is het goed als we als archiefprofessionals een stapje extra zetten om ook de minder zichtbare personen in onze collecties in de schijnwerpers te zetten. In dit nummer proberen we aan dit streven naar inclusiviteit recht te doen met artikelen over het diversiteitsproject ‘Thuis in het archief’ van het Haags gemeentearchief, een interview met Mitchell Esajas als medeoprichter van The Black Archives, en een uitgebreid interview met Rita Tjien Fooh, de eerste vrouwelijke nationaal archivaris van Suriname. Verder in deze editie artikelen over archiefwet- en regelgeving, de acquisitie van particuliere archieven en een archivistische stemwijzer voor de komende Tweede Kamer- verkiezingen. Veel leesplezier! | VAN DE REDACTIE Tekst Wouter van Dijk | hoofdredacteur5 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 Tessa de Boer Tekst Tessa de Boer | promovenda Universiteit Leiden en extern medewerker bij het Stadsarchief Amsterdam Tessa de Boer (eigen foto). The past is a foreign country, schreef L.P. Hartley: het verleden is zo ver weg dat we ons maar moeilijk kunnen voorstellen hoe het écht geweest moet zijn. Daarom zijn, mijns inziens, de interessantste passages van archiefstukken diegene die een dusdanig gevoel van herkenning opwekken dat je je toch weer een stukje meer verwant voelt met mensen uit dat verre verleden. Bij mijn werkzaamheden voor het vroegmodern notarieel archief van Amsterdam kom ik continu herken- bare situaties tegen: scheldwoorden die ouder zijn dan ik dacht, verkeers- infarcten (met koetsen), gebroken harten, en Rijdende Rechter-ruzies over schuttinghoogtes. Waar ik geen directe herkenning dacht te vinden, waren gortdroge stukken correspondentie tussen de stadsbesturen van Amster- dam en verscheidene andere Europese steden. Totdat de pest uitbrak. ‘Wij willen u verzekeren, dat door Gods goedheid deze stad zich verheugt over gezonde lucht, en van geen enkele besmetting weet’, schreven de burge- meesters van Bremen op 8 oktober 1712 aan hun collega’s in Amsterdam. Op dat moment was de pest al ruim tien jaar bezig aan een zegetoer door Oost- Europa en de Baltische staten, voort- gestuwd door oorlog en honger snood. De ene na de andere regio ging voor de bijl. Ondanks de ingestelde restricties – cordons sanitaires, reis passen, handels- embargo’s en quarantaines – wisten de stadsbesturen via hun informatienet- werken dat de ziekte zich maar lastig liet tegen houden en steeds dichterbij kwam. Ik was eigenlijk in de brieven uit de jaren 1710 op zoek naar sporen van diplomatieke samenwerkingsverban- den tussen de steden. Ik vond echter brieven die konden doorgaan voor recente rapporten over de versprei- ding van Covid-19. Het ene na het andere stadsbestuur (Bremen, Danzig, Lübeck, Hamburg et cetera) schreef updates naar Amsterdam over hun situatie. Ze waren unaniem: de actuele besmettingen waren minimaal of zelfs non-existent. Berichten die het tegendeel zouden impliceren waren ‘ongegronde, verwarde en versierde geruchten’. Kopenhagen meldde zelfs dat er ‘in de laatste weken zo weynig menschen als oyt gestorven zijn’. De omliggende gebieden, ja, die waren absoluut besmet. Maar de stad zelf had alles onder controle. De reden waarom de steden met zo veel passie ontkenden dat de pest ze nog niet in de greep had, blijkt al snel duidelijk – én wederom pijnlijk herkenbaar. Scheepskonvooien die werden tegengehouden, handelswaar die eerst ontsmet moest worden, koop- lui die de grenzen niet meer mochten oversteken… de economische schade was enorm en zou alleen maar groter worden iedere dag dat de embargo’s uit Amsterdam in stand gehouden werden. Bremen probeerde te beargumenteren dat in sommige delen van Duitsland de vrijhandel gewoon doorging, dat er be- hendig om de besmette gebieden heen werd genavigeerd; dit zou dus geen extra risico’s opleveren. De burgemees- ters van Danzig meldden dat lobby- groepen van handelaren ze dagelijks smeekten om Amsterdam nogmaals te petitioneren voor versoepeling van de handelsbeperkingen, inclusief plechtige beloften dat ze zich zouden houden aan de quarantaineperiode die de goederen eerst moesten doorstaan. Er was veel politiek-economische spanning tussen de steden: vol jaloezie en verontwaar- diging stelde Bremen dat konvooien uit Hamburg niet geweigerd werden, ter- wijl die toch zeker een hogere besmet- tingsgraad zouden hebben dan zij. Het Europa van 1710 was in veel op zichten een foreign country. Maar de belangen, zorgen en strategieën omtrent een ogenschijnlijk oncon- tro leer bare ziekte delen we met de men sen van drie honderd jaar geleden. Ik kan me dankzij deze archief stukken nu een stukje beter inleven in een zenuw achtige vroeg moderne Duitse burgemeester, en dat is een historisch genot. | DE ARCHIEFERVARING VAN Brief van de burgemeesters van Bremen aan die van Amsterdam (coll. Stadsarchief Amsterdam).6 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 De weg naar inclusiviteit Voor iedereen een thuis in het Haags Gemeentearchief Tekst Samantha van As | senior medewerker archieven bij het Haags Gemeentearchief Het afgelopen jaar stond het Haags Gemeentearchief (HGA) in het teken van verandering. En dan niet ingegeven door Covid-19, maar omdat we kritisch naar de eigen collectie keken vanuit de vraag wie daar nu in wordt vertegenwoordigd. Een nieuw gedachtegoed ontstond, dat we ‘Thuis in het archief’ hebben genoemd. Want als alle inwoners van onze stad iets van hun ‘Haagse thuis’ kunnen terugvinden in het archief, dan zijn we pas een écht ‘stadsarchief’. De eerste stap is het besef dat de collectie iets mist… ARCHIEVEN THEMA INCLUSIVITEIT Bewoners van de Delftselaan op een bankje (foto J. Ph. Bronkhorst, 1978).7 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 Foto's Haags Gemeentearchief De collecties van het Haags Gemeentearchief (HGA) zijn van grote historische waarde. Charters uit de zestiende eeuw waar de zegels nog aan hangen, prachtige archieven van kerken, van invloedrijke families uit de Haagse high society en natuurlijk gemeentelijke stukken die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden. Den Haag kent een rijke traditie van groei en migratie, maar na de Tweede Wereldoorlog komt dat in een stroomversnelling. De Haagse bevolking groeit enorm. Niet alleen in aantal maar ook in diversiteit in cultuur, religie en achtergrond. Zeer diverse gemeenschap Dat begint eind jaren veertig met de instroom van mensen uit voormalig Nederlands-Indië. Daarna, vanaf de jaren zestig, komt de migratie van gastarbeiders op gang. 1 De daaropvolgende decennia blijven nieuwe groepen naar de stad komen. En met hen ontstaan nieuwe culturele kringen en sociale verbanden. Anno 2021 is Den Haag een zeer divers samengestelde gemeenschap met zo’n 546.000 inwoners, van wie ongeveer 55% een migratieachtergrond heeft. 2 En hoewel het HGA een aantal belangrijke archieven heeft die iets vertellen over de geschiedenis van nieuwe groepen in de stad, zoals het archief van Stichting Yasmin, Stichting Hammam en Johan Chandoe, zijn het eerder uit- zonderingen die de regel bevestigen dan dat ze ons een goed beeld geven van ‘divers Den Haag’. Bovendien is werken aan diversiteit in het archief méér dan kijken naar groepen die een migratieachtergrond hebben. Ook veel andere groepen en perspectieven die onze stads- geschiedenis kleuren, zijn in ons archief maar moeilijk terug te vinden. Dat heeft veel te maken met wat we ‘archief- waardig’ vinden. Dat waren van oudsher personen en instellingen die een zekere macht of aanzien hadden, of een maatschappelijk geacht nut of belang vertegenwoordigden. Maar dat is veranderd. Inmiddels vinden we het belangrijk om veel inclusiever te zijn, en om zo veel mogelijk verschil- lende groepen en ontwikkelingen bij het verzamelbeleid te betrekken. Een organisatie of groepering hoeft dan ook niet een concrete ‘waarde’ te vertegenwoordiger om ‘archief- waardig’ te zijn: het enkele feit dat deze onderdeel uitmaakt van de Haagse gemeenschap is voldoende. Zo kunnen we invulling geven aan de sociale functie die archieven hebben in het construeren en reconstrueren van de culturele, persoonlijke en collectieve herinnering. Charles Jeurgens heeft hier in zijn Ketelaarlezing van 2019 op indringende wijze aandacht voor gevraagd. 3 Want uiteinde- lijk is het toch altijd de archivaris die bepaalt wat er in de depots terechtkomt. 4 Onverwachte ontdekkingen ‘Thuis in het archief’ draait dus om een inclusievere benade- ring van collectievorming. Het is bewustwording die intern een doorwerking moet hebben in alles wat we ondernemen. Een voorbeeld hiervan is een project met het doel interieurs en exterieurs van negentien kerken vast te leggen die gesloopt of herbestemd worden. Dat project stond al langer op de rol, maar ‘Thuis in het archief’ maakte dat wij ons afvroegen waarom we ons ook niet richtten op moskeeën, tempels, mandirs, synagogen en andere ‘huizen van religie’. De scope van het project is daardoor veranderd naar het vastleggen van transities van en bij gebedshuizen in Den Haag, en wat dit voor gelovigen en omwonenden betekent. We doen in gedachten dus steeds een stapje achteruit en kijken of dat wat we als vanzelfsprekend beschouwen, dat wel is. Door op die manier te kijken kom je soms tot onver- wachte ontdekkingen. Zo bleken bij archiefbeschrijvingen van persoonlijke archieven van mannen bijvoorbeeld vrijwel altijd de titulatuur en professie in de titel te staan, maar bij vrouwen ontbraken die. ‘Thuis in het archief’ betekent dus iets voor onze conser- va toren en archivarissen, maar ook voor bijvoorbeeld de samensteller van ons lezingenprogramma. Hier is het streven niet alleen zo veel mogelijk bezoekers voor de lezingen te interesseren, maar ook een meer divers publiek met het programma aan te spreken. Want we zijn heel blij met 150 gasten die onze lezingen trouw bezoeken, maar minstens zo blij als we ‘slechts’ 25 stadsgenoten kunnen verwelkomen die voor het eerst een voet over onze drempel ‘Thuis in het archief’ draait dus om een inclusievere benadering van collectievorming Marokkaanse gastarbeiders houden een hongerstaking in de R.K. St. Gerardus Majellakerk wegens mogelijk illegaal verblijf in Nederland (foto Stokvis, 1975). »8 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 | Voor iedereen een thuis in het Haags Gemeentearchief » zetten. We kiezen dus ook voor andere thema’s voor onze tentoonstellingen en voor de serie ‘verhalen van de stad’ op onze website. Want een thema als ‘Haagse art deco’ spreekt andere Hagenaars aan dan ‘de stadsvernieuwing in de jaren negentig’, of ‘de eerste Poolse buurtwinkel in de stad’. Door hierin andere keuzes te maken werken we aan een meer inclusieve programmering gericht op diverse doelgroepen. Een kritisch zoeklicht We kunnen intern dus al veel doen. Maar dat is niet genoeg: de stad moet weten dat ons zoeklicht ook op mensen, plekken en gebeurtenissen is gericht waar dat niet verwacht wordt. En dus zoeken medewerkers van het HGA contact met stadsgenoten, die inderdaad bijna per definitie verrast zijn dat we hen en hun Haagse geschiedenis van belang vinden. We maken blogs waarin we hen aan het woord laten. ‘Geschiedenis in een stad hebben’ is iets abstracts, maar in deze blogs wordt dat heel concreet. Het gaat over de straat waarin je bent geboren, of waar je je eerste kamer had. De school waar je naartoe ging, het eerste bedrijf waar je werkte, de sportclub die een tweede thuis werd, de plekken waar je ging stappen en de bioscoop waar je met je eerste vriendje naartoe ging. Achteraf duiken medewerkers de collecties en archieven in, om hyperlinkjes naar items in onze collecties en archieven toe te voegen, die betrekking hebben op de locaties en thema’s die in een blogartikel genoemd worden. En soms schenken de geïnterviewden het HGA iets, een foto of brief, wat betrekking heeft op hun verhaal en leven. De blogs lijken op het eerste oog misschien wat oppervlakkig, maar schijn bedriegt. Mensen worden gehoord door het archief, een instituut dat bepaalt wat geschiedenis is en wat niet, dat hun verhaal bovendien toont als zijnde relevant voor de stadsgeschiedenis. En we linken spelenderwijs onze collectie met hun geschiedenis. We mer- ken dat dit positieve reacties oplevert, en ook dat deze blogs in verschillende gemeenschappen veel gedeeld worden. Het gaat om herkenning en erkenning, een eerste stap om een lijntje te leggen naar mensen en gemeenschappen die tot nu toe geen enkele verbinding met ons als stadsarchief voelden. De aanvliegroute die we kiezen is dus een andere dan primair zoeken naar de zogenoemde migrantenarchieven. Dat deden we in het verleden wel heel expliciet. Zo is er rond 2015 nog een flyer gemaakt gericht op migranten- groepen in de stad met de tekst ‘Wij willen uw archief’, een slogan die wel lekker doelgericht is, maar ook de plank fijn missloeg. Want waarom zouden migrantengroepen – die ons niet kennen – braaf met hun archieven bij ons op de stoep gaan staan? En trouwens, veel groepen die het waard zijn om gedocumenteerd te worden, hébben helemaal geen archief. En klopt die term eigenlijk wel: migrantenarchie- ven? Wanneer is iemand een migrant? En nog belangrijker, wanneer is iemand nu eindelijk eens een keer migrant-af? De eerste generatie die in Nederland kwam wonen waren migranten. Maar voor hun kinderen en kleinkinderen geldt dat ze Hagenaars zijn, met een migrantenachtergrond als deel van hun identiteit. Een identiteit die gevuld is met ook hele andere delen, die mede gevormd is door stad of buurt waarin ze zijn opgegroeid en waar ze zich verbonden mee kunnen voelen. Het richten van ons zoeklicht op gemeenschappen met een migrantenachtergrond is bovendien, zoals gezegd, een veel te beperkt perspectief. Ons archieflicht moet in veel meer Haagse huizen worden aangestoken. De dialoog aangaan Echte meerstemmigheid wordt bereikt wanneer ver- schil len de mensen met verschillende achtergronden bij elkaar komen en praten over hun ervaringen. Daarom organiseert het HGA vanaf maart 2021 – als corona het toelaat – buurtbijeenkomsten, in samenwerking met de wijk bibliotheken en andere buurtorganisaties. In gesprek met wijkbewoners willen we in beeld brengen wat de plekken, gebeurtenissen en (groepen) bewoners zijn die hun stempel op de ontwikkeling van de wijk hebben gedrukt. Op die manier hopen we tot een canon te komen, die voor het HGA de komende jaren richtsnoer kan zijn in het verzamel- en presentatiebeleid. Deze wijkbijeenkom- sten worden in mei gevolgd door een symposium, waarbij iedereen wordt uitgenodigd die heeft meegewerkt aan ‘Thuis in het archief’. Om mee te praten over wat er is bereikt en wat nieuwe stappen in dit proces zouden moeten zijn. Maar ook willen we experts uitnodigen die ervaring hebben met dit soort processen en onze blik kunnen ver- ruimen. Dit proces bedenken we niet vanachter het eigen bureau, het gaat om co-creatie – iets waar Lauren Romijn in haar afstudeer scriptie Het Vangnetwerk al op wees. 5 Duik in de eigen collectie Een ander initiatief is het veranderen van de traditionele Dag van de Haagse Geschiedenis, een historische mani- festatie op het Plein. Voor ons als archief elk jaar weer een mooi hoogtepunt, maar de diversiteit in ons publiek was Demonstratie van doven- en slechthorendenorganisaties op het Binnenhof (foto R. Scheers, 1978).9 ARCHIEVENBLAD | 2021 | NUMMER 1 eerlijk gezegd ver te zoeken. We zijn gaan nadenken over een andere invulling van die dag en hebben nu gekozen voor een concept waarin we elk jaar een van de negen stads delen centraal stellen. Doel is om tot een reeks ontmoetingen te komen in buurten en wijken van zo’n stadsdeel. Voor de medewerkers van het HGA betekent dit een duik in de eigen collectie om bewoners op aanspreekbare wijze iets te vertellen en te laten zien over de geschiedenis van hun eigen buurt en wijk. En we vragen de wijkbewoners om ons te helpen de recentere stadsgeschiedenis vanuit hun perspec- tief te documenteren. We sluiten het jaar dan af met een tentoonstelling over wat we als archief aan nieuwe Haagse historie hebben geleerd en opgehaald. Tot slot willen we ons openstellen en laten corrigeren op de manier waarop we onze archieven en collecties door- zoekbaar hebben gemaakt. In het verleden is dat gedaan met trefwoorden en beschrijvingen die toen goed en gepast gevonden werden, maar waarover nu soms heel anders wordt geoordeeld. Daarom geven we onze bezoekers de mogelijkheid om via de website van het HGA aan te geven als zij vinden dat archiefstukken en foto’s op een ongepaste of aanstootgevende manier van contextinformatie zijn voorzien. Elk verhaal telt Het gaat dus om een andere kijk op de collectie van het HGA, en de vraag vanuit welk perspectief we verzamelen om de geschiedenis van de stad goed te documenteren. Dat roept ook de vraag op wat een archief nu eigenlijk is, of zou moeten zijn. Zoals eerder gesteld: veel groepen en ontwik- kelingen die we willen documenteren beschikken niet over een ‘geheel der bescheiden, ambtshalve ontvangen, of opgemaakt door een bestuur of zelfstandig handelend functio naris en naar hun aard bestemd om onder dat bestuur of die functionaris te berusten’. 6 Maar ze hebben ook geen ‘procesgebonden informatie’, zoals gedefinieerd in meer recente opleidingen Archiefwetenschappen, netjes gebundeld in de kast staan. 7 Wat ze wel hebben zijn plak boeken, brieven, cassettebandjes met in het Arabisch gesproken verhalen, en veel gebeurtenissen en geschiedenis- sen in hoofden en harten. Het is zaak te stimuleren dat die alsnog worden vastgelegd. Dat vraagt om een non-custodiale archivaris 8 : iemand die hulp aanbiedt, meekijkt en helpt waar nodig. Door steeds kritisch te kijken naar de eigen collectie, jezelf af te vragen of je iets doet vanuit een vooroordeel, door te praten met de mensen om wie het gaat in plaats van óver de mensen om wie het gaat, en steeds te kijken of we ook groepen kunnen aanspreken die ons nog niet kennen, dragen we bij aan een inclusief archief. Als HGA staan we nog maar aan het begin van dit proces. De tijd zal leren of deze manier van werken echt bijdraagt aan een diverser aanbod binnen de collectie. Maar één ding is zeker: ‘Thuis in het archief’ draagt in elk geval bij aan het vormen van een groter netwerk van mensen die ons willen helpen om de geschiedenis van Den Haag – en die van alle burgers die daar hun thuis vinden – vast te leggen. #metliefdebewaard, zeggen we dan! Met dank aan Ellen van der Waerden. | noten 1 Centrum voor de Geschiedenis van Migranten, ‘Geschiedenis van de migratie van gastarbeiders naar Nederland (1960-1967)’, https://vijfeeuwenmigratie.nl/foto/geschiedenis-migratie- gastarbeiders-naar-nederland-1960-1967, geraadpleegd 7 december 2020. 2 Gemeente Den Haag, ‘Den Haag in cijfers’, https://denhaag. incijfers.nl/dashboard/Overzichten/Bevolking/, geraadpleegd 8 december 2020. 3 Charles Jeurgens, Ketelaarlezing 2019: Geschiedenisschaamte? Het witte archief onder vuur (Den Haag: Nationaal Archief, 2019), 1. Zie: https://www.nationaalarchief.nl/archiveren/nieuws/ ketelaarlezing-geschiedenisschaamte-het-witte-archief-onder- vuur/Ketelaarlezing%202019%20def.pdf, geraadpleegd 8 december 2020. 4 E. van der Bent e.a., Documenteren van de Samenleving. De rollen van de archivaris; denken en doen (’s-Gravenhage: Stichting Archiefpublicaties, 2015), 12. 5 Lauren Romijn, Het Vangnetwerk: Een model waarin de relaties van de archiefinstelling centraal staan (Amsterdam: Reinwardt Academie, 2015), 35. Zie: https://www.ahk.nl/media/lichtingen/ docs/2015/Lauren_Romijn_-_Scriptie_Het_Vangnetwerk.pdf, geraadpleegd 8 december 2020. 6 Archiefwiki, ‘Archief’, https://tinyurl.com/y7xsxw4t, geraadpleegd 8 december 2020. 7 T.H.P.M. Thomassen e.a., Paradigma: Naar een nieuw paradigma in de archivistiek (‘s-Gravenhage: Stichting Archiefpublicaties, 1999), 11. 8 Lauren Romeijn, Het Vangnetwerk, 10. Demonstratieve optocht van de ‘Revolutionaire Beweging van Surinaamse ondersteunende organisaties’, tegen de opschorting van Nederlandse ontwikkelingsgelden aan Suriname (foto R. Scheers, 1982).Next >