archievenblad sinds 1892 jaargang 123 2019 10 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandNIEUW IN DE MARKT : COMPACTUS DYNAMIC II Dit vernieuwde opslagsysteem is uitgerust met extra veiligheids- en beveiligingsfuncties zoals een inbraakbeveiliging. Met de nieuwe app kunnen functies en systeeminstellingen geconfigureerd worden, zoals bijvoorbeeld toegangscontrole, ventilatiemodus, bibliotheekstand, de energiebesparingsmodus en nog veel meer. Benieuwd? Check onze website of scan de QR code! bruynzeel-storage.nl/compactus-dynamic-II DE TOEKOMST VAN INTELLIGENTE OPSLAGnummer 10 2019 n 3 37 ‘1 + 1 is niet altijd 2’ Tijdens een buitenlandse reis ontdekte ze haar interesse voor boeken. Niet alleen om te lezen, maar ook als object. Ze koos voor de wereld van het geschreven woord en ontwik kelde zich tot een ervaren restaurator. Als kersvers redactielid van het Archieven blad vertelt ze over haar vak: ‘We moeten blijven nadenken bij alles wat we doen.’ 08 De rol van pamfletten in de vroegmoderne tijd Sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Dat roept voor archivarissen praktische vragen op omtrent archivering. Het onderwerp nodigt daar naast ook uit tot een meer theoretische analyse: in hoeverre is de rol van deze platforms vergelijkbaar met historische fenomenen? Inhoud 06 Archiveren van sociale media Wat zijn sociale media? Facebook, Instagram, Twitter, maar hoort WhatsApp daar ook bij? Moeten of willen we ze archiveren? En welke tools zijn daarvoor het meest geschikt? Tegen welke juridische en ethische vraagstukken lopen we aan? Nederlandse erf goed instellingen werken samen om richtlijnen te ontwikkelen voor het archiveren van sociale media. 14 De digitale schatkamer van DANS Wetenschappers besteden veel aandacht aan het verzamelen en verwerken van data. Maar hoe worden datasets opgeslagen? En hoe kunnen onderzoeks gegevens het beste worden hergebruikt? DANS, het Neder lands instituut voor permanente toegang tot digitale onderzoeks gevens, helpt onderzoekers en dataprofes sionals bij deze en andere vragen op het gebied van Research Data Management. 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 06 Monument van onze generatie Archiveren van sociale media 08 Socialemediapolemieken avant la lettre? De rol van pamfletten in de vroegmoderne tijd 11 Column 12 Vriendenboekjes als sociale media van weleer Over de vroegmoderne voorganger van sociale netwerken 14 Onderzoeksdata delen als norm De digitale schatkamer van DANS 18 ThemaTiendaagse Vernietiging 20 De toekomst van het CDD+ (deel 1) 24 Geluk en verdriet in de stamboom 26 Terugblik iPRES 2019 30 Vele Ajacieden Hoe voetballiefhebbers een archief beschrijven 31 Genealogie 2.0 Volop mogelijkheden met interactieve apps 32 Column 33 Hotspots 34 Uitgelezen 36 Brievenreeks 37 Burgerlijke Stand ‘1 + 1 is niet altijd 2’ In gesprek met Maaike Heemskerk4 n 2019 nummer 10 Colofon Van de redactie Sociale media Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen In Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt tienmaal per jaar. Alle leden van de KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Wouter van Dijk, Maaike Heems kerk, Mirjam Schaap, Geert Stroo, Cees Tromp, Bernadine Ypma (hoofd redacteur), Marian de Vos, Nick Werring, Vera Weterings. Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Puck Huitsing, Hannie KoolBlokland, Erik Kraai, Noor Schreuder, Christian van der Ven, Bert de Vries. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: redactie@archievenblad.nl Email persberichten: nieuws@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van de KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het KVANbureau. Ook voor adres wijzigingen kunt u daar terecht. KVAN-bureau Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: info@kvanbrain.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Product- en personeelsadvertenties Sales & Services geeft inlichtingen over tarieven en plaatsing van alle advertenties. Postbus 2317, 1620 EH Hoorn Telefoon: (0229) 21 12 11 Fax: (0229) 27 04 04 Email: administratie@salesandservices.nl Ontwerp Infour, marketing en communicatie, Heerlen Opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 13854186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in februari 2020. ‘I think the potential of what the internet is going to do to society, both good and bad, is unimaginable. Where the interplay between user and the provider will be so in sympatico it’s going to crush our ideas of what mediums are all about.’ David Bowie op BBC Newsnight in 1999 Citaat van de maand ‘Ex-veiligheidsbaas Facebook vreest supermessenger’ stond als kop boven een artikel in de NRC van 26 oktober 2019. Alex Stamos, de ex-veiligheidsbaas uit de krantenkop, ageert tegen het plan van Face- book om Messenger, WhatsApp en Instagram samen te voegen. Door de diensten te koppelen kan de identiteit van WhatsApp-gebruikers achterhaald worden. Dat kan vervolgens tot misbruik leiden. Op internet en via sociale media kunnen miljarden mensen snel en eenvoudig met elkaar communiceren. Naast de maatschappelijke meerwaarde van deze mogelijkheden zijn er ook negatieve ontwikkelingen. Denk aan de invloed die landen en belangengroepen kunnen hebben op de samenleving en op het politieke debat door het verspreiden van desinformatie. Stamos doet een opmerkelijke uitspraak: ‘Je moet techbedrijven er niet op beoordelen dat ze dat maatschappelijke probleem gecreëerd zouden hebben, maar hoe ze ermee omgaan.’ Technologiebedrijven hebben een verantwoordelijkheid. Maxim Februari stelt in de Vrij Nederland van oktober 2019: ‘Bij technologie is het idee tot nu toe simpel: we maken een systeem, we stoppen er gegevens in en dan komt het vanzelf goed. Maar wélk goed? Het goed van de onderneming, of het goed van de zwakkeren die eronder moeten lijden? Dat is nogal een verschil. Het is belangrijk dat we rondom technologie nu dat politieke debat gaan voeren. Daarbij is het te hopen dat technologie dat debat niet beïnvloedt met desinformatie via de eigen platforms en sociale media.’ Het decembernummer van het Archievenblad staat in het teken van sociale media. Sociale media zijn veel meer dan handige communicatie en marketingkanalen. De invloed van de technologische ontwikkelingen, waar sociale media een onderdeel van zijn, hebben grote gevolgen voor het informatielandschap en de informatiepositie van overheden en burgers. Daar heeft de archivaris een rol om na te denken over de balans van bewaren, openbaarheid, privacy en zoals Maxim Februari het noemt: nadenken over wat goed is. Dat laatste doet de redactie van het Archievenblad ook. Hoe houden we het blad interessant en relevant, hoe zorgen we voor balans tussen inhoud en vorm en hoe ver houden web en print zich tot elkaar? Met het vizier op de toekomst sleutelt de redactie – samen met het bestuur van KVAN/BRAIN – aan de antwoorden. Alvast een belangrijke wijziging: vanaf jaargang 2020 verschijnt het Archievenblad zes keer per jaar, eens per twee maanden met in februari het eerste nummer. Een verandering die mogelijkheden biedt, maar daarover later meer… n Bernadine Ypma n hoofdredacteur@archievenblad.nlnummer 10 2019 n 5 hele klus om de juiste titels en auteurs van de genoemde werken te vinden. Maar twintig jaar geleden waren er ook digitale catalogi, bijvoorbeeld de ShortTitle Catalogue Netherlands van de Konink lijke Bibliotheek. In combinatie met mijn eerdere werkervaring als catalogiseerder van oude drukken aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht lukte het toch om de meeste boeken te beschrijven. Zeker driekwart was in die jaren al te traceren en met de huidige moge lijkheden, bijvoorbeeld Google Books, zijn de laatste vraagtekens misschien ook wel op te lossen. Dusart had boeken op elk gebied: juridische werken, die hij bij zijn werkzaamheden kon gebruiken, godsdienstige boeken (van Wilhelmus à Brakel tot de Koran), reisbeschrijvingen, moderne uit het Engels vertaalde romans, politieke pamfletten en natuur historie. Er was van alles in huis. In de laatste jaren van zijn leven bestelde Dusart ook publicaties als de patriottische Post van den NederRhijn, al is verder niet aan te tonen of hij zich aangetrokken voelde tot deze ideeën. Hij moet een goede klant van boekhandel en uitgeverij Blussé in Dordrecht zijn geweest. De goede beurtschipverbinding die in die tijd tussen Flakkee en Dordrecht bestond, zal geholpen hebben bij de bestellingen. Een paar topstukken uit de collectie: Dusart had het eerste deel van Nederlandsche vogelen door Nozeman en Sepp, een van de duurste uitgaven uit de Nederlandse boekgeschiedenis. Knoops Pomologia is een ander fraai platenboek over appel en peren rassen. De tien delen kerkgeschiedenis van Geerlof Suiker uit het begin van de achttiende eeuw stonden vast mooi in de kast, maar zou Dusart alles gelezen hebben? En wat was het lot van deze bibliotheek? In Ooltgensplaat is niets achtergebleven, slechts bij één boek werd vermeld dat het naar nicht Catharina moest. Anderhalf jaar na Hendriks dood is de hele verzameling in Dordrecht geveild, bij Blussé! Als archief medewerker heb ik inmiddels al menige boedelinventaris onder ogen gehad, maar qua boekenbezit steekt die van Hendrik Dusart nog altijd boven alles uit. n Eva Lassing-van Gameren n archiefmedewerker Streekarchief Voorne-Putten en vrijwilliger Streekarchief Goeree-Overflakkee. De archiefervaring van Eva Lassing- van Gameren Een van mijn mooiste archiefervaringen dateert van ongeveer twintig jaar geleden. Ik was nog niet als archiefmedewerker actief, maar deed wel regionaal historisch onderzoek en kwam daarvoor in allerlei archiefinstellingen. Bij een onderzoek naar de familie Dusart op Goeree-Overflakkee ging ik naar het Nationaal Archief om daar diverse stukken in te zien: er was toen nog geen streek- archief op Goeree-Overflakkee en veel materiaal werd daarom nog in Den Haag bewaard. In het weeskamerarchief van Ooltgensplaat vond ik toen, tot mijn grote verbazing en verrassing, een uitputtende lijst van boeken die ooit de wanden van een huis in Ooltgensplaat hadden gevuld. In 1782 overleed Hendrik Dusart. Hij was naast secretaris van de heerlijkheid Adolfsland (waartoe Ooltgensplaat behoorde) tevens procureur, kerkmeester, polderbestuurder en ook nog heer van Noordgouwe in Zeeland. Deze vrijgezel overleed zonder testa ment en dat was waarschijnlijk de reden dat de weesmeesters van het dorp overgingen tot het opstellen van een boedelinven taris. De inventaris begon niet spectaculair. Zoals een welgesteld heer betaamde, had hij behoorlijk wat linnengoed, serviesgoed, meubilair en kleding. Daarna begon het interessante deel: pagina na pagina was volgeschreven met titels van aangetroffen boeken, netjes geordend van folioformaat naar klein octavo. Ik begon met overschrijven – een digitale camera was nog geen gemeen goed – maar gaf bij een volgend bezoek aan Den Haag snel een kopieeropdracht: de lijst bleek namelijk 1.203 items te tellen, sommige met de vermel ding dat een item uit meer delen bestond. In het kleine Ooltgensplaat heeft een ware boekenliefhebber gewoond. Een verzamelaar of dwang matig koper van boeken, wie zal het zeggen. De boektitels waren waarschijn lijk in haast en soms in verkorte vorm genoteerd. Het was een Foto: Claudia Langendoen. Een bijzonder boekwerk uit de collectie van Dusart.6 n 2019 nummer 10 Sterker nog, het is voor archieven soms zelfs verplicht hun eigen socialemediauitingen duurzaam op te slaan. 2 Maar waar we met webarchivering al enorme stappen hebben gezet, gezamenlijke collecties aan het opbouwen zijn en tools hebben ontwikkeld, staan we met de archivering van sociale media nog aan het begin. Veel en vluchtig Het archiveren van sociale media is complex. Alle problemen die spelen bij webarchivering kom je ook tegen bij het archive ren van sociale media, maar dan in heviger mate. Er zijn veel web sites, ruim 5,8 miljoen alleen al in het Nederlandse domein, en ze zijn vluchtig en veranderlijk. Maar de vergelijking met de dynamiek van socialemediakanalen is nauwelijks te maken. Miljoenen Nederlanders zijn dagelijks actief op ‘social’ en posten, liken en verwijderen ‘posts’ aan de lopende band. Aan het begin van dit decennium groeide het wereldwijde Twitter archief met meer dan 400 miljoen tweets per maand. De Library of Congress probeerde deze sinds 2013 te archiveren, maar moest haar beleid aanpassen en stapte over op een selectieve benadering in december 2017: de hoeveelheid en diversiteit van het materiaal – steeds meer foto’s en video’s – was te groot. 3 En dan hebben we het nog niet gehad over copyright, privacy en de restricties van platformeigenaren als Facebook. Project NDE Het archiveren van sociale media is dus nogal een uitdaging. Eén die zich er bij uitstek voor leent om gezamenlijk op te pakken. Om die samenwerking op gang te brengen, is afgelopen april vanuit het Netwerk Digitaal Erfgoed het project Social Media Archivering gestart. Het uiteindelijke doel is dat heel Nederland Op zondagmiddag 6 oktober kondigt Pauline Krikke, burgemeester van Den Haag, haar aftreden aan. En dat is heel bijzonder. Niet zozeer dát ze opstapt, dat doen bestuurders helaas vaker, maar hóe en vooral wáár ze dit nieuws brengt, is wel een primeur. Normaliter treedt een burgemeester af ten overstaan van de gemeenteraad of in een persconferentie, maar Pauline Krikke kiest ervoor een video met afscheidsboodschap te plaatsen op haar Instagramkanaal. Er is veel geschreven en gezegd over haar boodschap. Was het wel netjes naar de gemeenteraadsleden toe om het nieuws zo te brengen? Of was het juist slim om op deze manier regie en waardigheid te behouden? Maar deze vragen zijn voor digitale bibliothecarissen en archivarissen niet zo heel relevant. De hele gebeurtenis roept maar één prangende vraag op: hoe gaan we deze Instagramvideo duurzaam opslaan? Monument van onze generatie Vijftien jaar geleden bij de start van Hyves in Nederland herken den erfgoedinstellingen niet direct wat het belang was van deze nieuwe ‘sociale’ platformen waar mensen zelf, zonder enige vorm van redactie, filtering of selectie hun verhalen, meningen en gevoelens publiceerden. Dat is nu wel anders. Meer dan ooit reali seren we ons dat het web ‘het monument van onze generatie’1 is. En sociale media zijn een onlosmakelijk onderdeel van dat web. Veel maatschappelijke discussies starten op platformen als Twitter. Het debat wordt dáár vaak het hevigst gevoerd, of het nu gaat over het klimaat, vaccineren, het stikstofbesluit of het lerarentekort. Voor journalisten en (sociale) wetenschappers zijn deze bronnen nu al van groot belang, maar het is noodzakelijk ze ook te bewaren voor toekomstige onderzoekers en burgers. Archiveren van sociale media Sophie Ham n Wat zijn sociale media? Facebook, Instagram, Twitter, maar hoort WhatsApp daar ook bij? Moeten of willen we ze archiveren? En welke tools zijn daarvoor het meest geschikt? Tegen welke juridische en ethische vraagstukken lopen we aan? Nederlandse erfgoedinstellingen werken samen om richtlijnen te ontwikkelen voor het archiveren van sociale media. Monument van onze generatie SOCIALE MEDIAnummer 10 2019 n 7 En het mooie is, de use cases worden allemaal door verschil lende instellingen uitgevoerd en hebben allemaal een net iets andere invalshoek. Het ene project onderzoekt vooral hoe je de selectie het best kan afbakenen, in het andere worden tools vergeleken en in weer een andere use case staan de juridische en ethische aspecten centraal. Twee voorbeelden: 1. Atria en #MeToo Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschie denis, wil in samenwerking met de internationale online community het Nederlandse deel van de socialemedia berichten met hashtag MeToo veiligstellen en duurzaam opslaan. Centrale vragen zijn: hoe kun je sociale media archiveren binnen een internationaal netwerk? En hoe kan een kleine instelling een digitaal duurzaam archief opbouwen? 2. Het Stadsarchief Amsterdam: juridische en ethische aspecten Het Stadsarchief Amsterdam heeft afgelopen jaren verschil lende socialemediaarchieven binnengekregen van archief vormers, bijvoorbeeld over de Maagdenhuisbezetting van 2015, en ook zelf socialemediaarchieven aangelegd vanuit de context van een gebeurtenis (hotspot) zoals het overlijden van burgemeester Eberhard van der Laan. Op basis van die concrete archieven wil het Stadsarchief onderzoeken met welke juridische en ethische aspecten het te maken krijgt als het deze archieven beschikbaar wil stellen voor het publiek. Daarnaast zal het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiede nis een vergelijkend onderzoek doen naar tools, zal het Regionaal Archief Nijmegen socialemediaposts over een lokaal issue archive ren en zullen de KB en Beeld en Geluid het perspectief van de onderzoeker beter in kaart brengen (en aanhaken bij de ontwikkelingen op dit terrein binnen CLARIAH). Ook is er nog een use case rond community archiving in de maak. Besluit Ondertussen kunnen politicologen en Hagenaars/Hagenezen rustig slapen. Met het Haags Gemeentearchief zijn we inmiddels gezamenlijk aan het werk om de Instagramvideo van Pauline Krikke te archiveren. Voor meer informatie over het project, zie de website van het NDE (www.netwerkdigitaalerfgoed.nl ) of neem contact op met Sophie Ham (Sophie.Ham@KB.nl) n Noten 1. Ilja Leonard Pfeijffer, Grand Hotel Europa (Amsterdam: Arbeiderspers 2018), pp.496497. 2. https://www.inspectieoe.nl/actueel/nieuws/2019/08/01/berichten appsendearchiefwet 3. https://eu.usatoday.com/story/news/politics/onpolitics/2017/12/27/ librarycongressnolongerarchiveeverytweet/983606001/ Sophie Ham n werkzaam bij de KB en projectleider van het project Social Media Archivering. zich bewust is van de noodzaak van archivering van sociale media. En dat alle erfgoedinstellingen deze enorme taak samen ‘gecoördineerd’ willen oppakken, we geen dingen dubbel doen en er niet per ongeluk lacunes ontstaan. Omdat het project maar tot eind 2020 loopt, hebben we de ambitie teruggebracht naar een aantal concrete, haalbare tussenresultaten. Definitie Om te beginnen zal er binnen het project een uitspaak gedaan worden over de definitie van sociale media. Of ten minste, we zullen kenmerken van uitingen van sociale media in kaart brengen en criteria aanreiken op basis waarvan bibliotheken, musea en archieven kunnen bepalen in hoeverre bepaalde socialemedia posts of kanalen wel of niet binnen hun archiveringsprincipes of selectiebeleid passen. Zo hangt je definitie mogelijk ook af van je doel: wil je een netwerkanalyse kunnen maken en ben je dus geïnteresseerd in patronen, dan zijn andere elementen van belang dan voor archivering vanuit kunsthistorisch perspectief. Inventarisaties Binnen het project zal ook in kaart worden gebracht welke sociale mediaarchieven al aangelegd zijn, door welke erfgoed instellingen en overheden. Daarnaast komt er een overzicht van tools die gebruikt kunnen worden voor het archiveren van sociale media en aanbieders van socialemediaarchivering als dienst. Welke tool is het handigst voor het archiveren van welk plat form? En welke beperkingen zijn er? Ook gaan we onderzoeken in hoeverre we deze inventarisaties van socialemediaarchieven kunnen delen en openbaar kunnen maken, bij voorkeur door een koppeling te maken met het Nationaal Register Webarchieven. Voorbeeldprojecten Het meest interessante deel van het project zijn de use cases. Er zal een aantal concrete voorbeeldprojecten worden uitgevoerd die allemaal bijdragen aan het verzamelen van best practices. Hier gaan we dus echte concrete praktijkervaring opdoen met het archiveren van sociale media en leren wat wel en niet werkt. Vanaf oktober 2017 ging de MeToo-beweging viral met de gelijknamige hashtag. (Bron: Pixabay) Dagelijks gebruik van sociale media in Nederland in 2019. (Bron: Newcom Research&Consultancy, CC-BY ND)8 n 2019 nummer 10 >> mobiliteit en duurzaamheid. Gezien de geringe omvang konden pamfletten in grote aantallen door handelaren of andere reizigers over grote afstanden vervoerd worden, waardoor in potentie een enorm publiek kon worden bereikt. Daarnaast waren het fysieke objecten, in een tijd waarin veel communi catie nog mondeling plaatsvond. De Habsburgse autoriteiten waren gewend hun boodschap via omroepers, proclamaties, preken en ceremonies over te brengen, waarbij op het moment zelfs slechts een beperkte groep mensen bereikt kon worden. De verschillende socialemediaplatforms worden allemaal net iets anders gebruikt, waarbij vooral Twitter opvalt als het medium bij uitstek waarop iedereen zijn zojuist opborrelende gedachten, positief of negatief, direct met de gehele wereld kan delen en hierover in gesprek kan gaan met medegebrui kers. Facebook daarentegen kent een grotere gebruikersgroep, waarvan de gebruikers vooral nieuws vanuit het platform tot zich nemen en dit verspreiden. In de praktijk valt Twitter ten opzichte van andere sociale media op door de frequente polemieken tussen gebruikers en de daarmee vaak gepaard gaande digitale aanvallen door ‘trollen’. Het debat tussen voor en tegenstanders wordt soms bitterhard en respectloos gevoerd. Ook Facebook is door zijn opzet zeer geschikt gebleken om propaganda en leugens te verspreiden, zoals bij de verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten in 2016 pijnlijk duidelijk werd. De vraag dient zich dan aan of we van deze verschijnselen een tegenhanger in de geschiedenis kunnen terugvinden. Het pamflet zou daarvoor een goede kandidaat zijn. Ontwikkeling en gebruik van het pamflet Het pamflet als vroegmodern communicatiemiddel bij uitstek vindt in ons land zijn oorsprong in de Nederlandse Opstand tegen de Habsburgse machthebbers. In dit artikel ligt de nadruk op het betogende pamflet, waarmee in de beginfase van de Opstand vooral de opstandelingen hun handelen trachtten te rechtvaardigen. De vorm van het pamflet als communicatie middel was echter zeer veelzijdig. Zo bestonden er nieuws pamfletten, feestdagenprogramma’s, religieuze pamfletten van allerlei aard, edicten, almanakken en profetieën die in pamfletvorm werden verspreid. Belangrijk voor de dominante positie van het pamflet als communicatiemiddel waren zijn De rol van pamfletten in de vroegmoderne tijd Wouter van Dijk n Sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij, en daarmee voor archivaris sen ook niet het praktische vraagstuk omtrent hun archivering. Ongetwijfeld zal daar elders in dit themanummer veel zinnigs over te lezen zijn. In dit artikel staat echter de meer theoretische vraag centraal in hoeverre de rol van deze platforms vergelijkbaar is met historische fenomenen. Socialemediapolemieken avant la lettre? SOCIALE MEDIA Het bekendste Nederlandse pamflet: ‘Aan het Volk van Nederland’, 1781, van Joan Derk van der Cappelen tot den Pol. nummer 10 2019 n 9 Papier kon worden doorgegeven. Ook ontwikkelingen zoals van de drukpers en de toegenomen geletterdheid onder de bevolking waren onmisbaar voor het latere succes van het pamflet. Daar valt tegenin te brengen dat pamfletten ook gemakkelijk genegeerd konden worden. Het overbrengen van de boodschap vereiste immers enige actie van de ontvangende partij, wat niet het geval was bij de mondelinge vormen van communicatie. Het pamflet als polemisch wapen In de beginfase van de Opstand was het pamflet het belang rijkste communicatiemiddel van de rebellen. Dit had alles te maken met de clandestiene boodschap die de opstandelingen verkondigden. Het afzweren van de vorst en het streven naar geloofsvrijheid, om er twee uit te lichten, waren onderwerpen die niet door de censuur van de gevestigde autoriteiten geduld werden. In de eerste jaren van de Opstand zag het Habsburgse gezag niet veel in het gebruik van het pamflet om zijn boodschap over te brengen. Dit leidde ertoe dat in plaatsen waar de geuzen de macht hadden overgenomen, het koninklijke geluid letterlijk niet meer te horen viel. Die tactiek veranderde met de komst van Alexander Farnese, hertog van Parma, als gouverneur van de Nederlanden. Mede door een goed opgezette pamflettenpropagandacampagne die zijn Pamflet ‘Het verraad van Maastricht’, 1638. (Collectie: Rijksmuseum Amsterdam) >>Next >