archievenblad sinds 1892 jaargang 123 2019 8 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandNIEUW IN DE MARKT : COMPACTUS DYNAMIC II Dit vernieuwde opslagsysteem is uitgerust met extra veiligheids- en beveiligingsfuncties zoals een inbraakbeveiliging. Met de nieuwe app kunnen functies en systeeminstellingen geconfigureerd worden, zoals bijvoorbeeld toegangscontrole, ventilatiemodus, bibliotheekstand, de energiebesparingsmodus en nog veel meer. Benieuwd? Check onze website of scan de QR code! bruynzeel-storage.nl/compactus-dynamic-II DE TOEKOMST VAN INTELLIGENTE OPSLAGnummer 8 2019 n 3 33 ‘Laat nooit los!’ De archivaris in hem was al op jonge leeftijd zichtbaar. De keuze voor de Archiefschool was niet meer dan logisch, want zo kon hij van zijn hobby zijn beroep maken. Theo Marcelis is een gedreven archivaris die ook maat schap pelijk zeer actief is. ‘Als je het zelf goed hebt, dan mag je je best doen om dat ook voor anderen te realiseren.’ 12 De straat op! Honderd jaar vrouwenkiesrecht maakt de collectie Internatio naal Archief voor de Vrouwen beweging opnieuw zichtbaar en actueel. Een unieke vorm van activisme, gedocumen teerd sinds de jaren dertig. Inhoud 06 ‘Kennisdeling is van groot belang’ In zowel Nederland als België woeden diepgaande discussies over de omgang met het koloniale verleden en met de ‘koloniale archieven’. Daarbij zijn gelijkenissen, maar ook grote verschillen te zien. Een goede aanleiding voor een tweegesprek tussen de Nederlandse rijks archivaris Marens Engelhard en zijn Belgische collega Karel Velle. 17 With Pride De eerste Pride was een protest. In 1977 waren het de lesbien nes die in Nederland de lont in het kruitvat staken. Het bleek het startsein van een turbulente strijd voor gelijke lhbtirechten. Deze emancipatie strijd staat centraal in de tentoonstelling With Pride. 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 06 ‘Kennisdeling is van groot belang’ Koloniale archieven onder de kritische loep 11 Column 12 De straat op! 16 Maand van de Geschiedenis: Zij/Hij 17 With Pride Een nieuwe golf van roze zelforganisatie en activisme 18 Historici op zoek naar diversiteit Een terugblik op de Historicidagen 2019 20 Toegankelijke websites en applicaties voor archiefdiensten 22 Gemeenschappelijke termen voor erfgoed 24 Nationaal Archief ontvangt het CoreTrustSeal-certificaat Waarom certificering een uitstekende nulmeting is 26 WereldKIDS-collectie digitaal ontsloten 27 Brievenreeks 28 Utrecht begint hier 30 Column 31 Hotspots 32 Uitgelezen 34 Burgerlijke Stand ‘Laat nooit los!’ In gesprek met Theo Marcelis4 n 2019 nummer 8 Colofon Van de redactie Inclusie Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen In Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt tienmaal per jaar. Alle leden van de KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Maaike Heems kerk, Mirjam Schaap, Geert Stroo, Cees Tromp, Bernadine Ypma (hoofd redacteur), Marian de Vos, Nick Werring, Vera Weterings. Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Wouter van Dijk, Puck Huitsing, Hannie KoolBlokland, Erik Kraai, Noor Schreuder, Christian van der Ven, Bert de Vries. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: redactie@archievenblad.nl Email persberichten: nieuws@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van de KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het KVANbureau. Ook voor adres wijzigingen kunt u daar terecht. KVAN-bureau Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: info@kvanbrain.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Product- en personeelsadvertenties Sales & Services geeft inlichtingen over tarieven en plaatsing van alle advertenties. Postbus 2317, 1620 EH Hoorn Telefoon: (0229) 21 12 11 Fax: (0229) 27 04 04 Email: administratie@salesandservices.nl Ontwerp Infour, marketing en communicatie, Heerlen Opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 13854186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in november 2019. ‘The basic fact about human beings is that the facts about them change, because circumstances change.’ Franz Boas (1858-1942), cultureel antropoloog Citaat van de maand Oktober is de Maand van de Geschiedenis, het grootste geschiedenis evenement van Nederland. Dit jaar is het thema: Zij/Hij. Een actueel en relevant onderwerp dat tot nadenken stemt. Honderd jaar geleden kregen vrouwen actief kiesrecht. Susanne Neugebauer neemt ons mee in het ontstaan en de huidige rol van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Neugebauer wijst erop dat Atria niet het enige instituut is dat machtsverhoudingen documenteert en beschikbaar stelt aan beleidsmakers, wetenschappers en opiniemakers. Denk ook aan het IISG, IHLIA en Black Archives. De strijd voor vrouwenrechten stopte niet na het verkrijgen van het kiesrecht. Thema’s als gelijke rechten, betere economische en maatschappelijke posities en seksuele vrijheid werden ook aan de kaak gesteld. #MeToo is van een niet te onderschatten invloed en het hedendaags feminisme pleit voor culturele en seksuele diversiteit en onconventionele relatie en gezinsvormen. Onlangs las ik The Argonauts van Maggie Nelson. Een intiem boek waarbij de schrijver de veranderingen van het lichaam en identiteit van zichzelf en haar partner beschrijft. Het boek geeft ook inzicht in het belang van inclusie door wetgeving en overheidsinstellingen en de woorden die gekozen worden op overheidsformulieren. Dat is iets waar wij als beroepsgroep een bijdrage aan kunnen leveren. Registratie van burgers door de overheid gebeurt ook visueel. In steden zijn op vele straathoeken en gebouwen camera’s te vinden als onderdeel van de ontwikkeling van Smart Cities. Interessant is het recente ‘Verbod op gezichtsbedekkende kleding’, waarbij het dragen van een integraalhelm, bivakmuts of sluier in onder meer overheids gebouwen tegen de wet is. Naast herkenning belemmert gezichtsbedekking ook visuele registratie. Het verbod ligt in de lijn van een motie die Geert Wilders in 2005 indiende en lijkt daarmee te gaan over een wijzijdiscussie. Voor ons als beroepsgroep is er ook een debat te voeren over (visuele) registratie van burgers en het gebruik, ontsluiten, koppelen en bewaren van deze informatie. Bij de Historicidagen 2019 was ‘Inclusieve geschiedenis’ het thema. Vera Weterings doet verslag. Hannie Kool refereert in haar prachtige column ook aan dit congres. Naar aanleiding van het forum ‘Rethinking the VOC. Between Archival Management and Research’ gingen Antia Wiersma en Tessa Lobbes in gesprek met Marens Engelhard en Karel Velle. Het idee voor een tweegesprek ontstond vanuit de observatie dat in zowel Nederland als België diepgaande discussies over de omgang met het koloniale verleden en met de ‘koloniale archieven’ worden gevoerd, met daarbij gelijkenissen én grote verschillen. De Maand van de Geschiedenis heeft geïnspireerd tot verschillende artikelen in deze editie van uw Archievenblad. Hebt u na het lezen behoefte aan meer? Bekijk dan op www.maandvandegeschiedenis.nl wat er bij u in de buurt te doen is! n Bernadine Ypma n hoofdredacteur@archievenblad.nlnummer 8 2019 n 5 welke exposities zij wel of niet leuk vinden, welke historische informatie er volgens hen toe doet, en hoe belangrijk spelling voor hen is. Ook is mij opgevallen dat zij archieven zien als een algeheel kenniscentrum, in plaats van een plek waar ‘oude, stof fige documenten’ worden bewaard. Via Instagram heb ik ontdekt dat jonge hipsters snakken naar kleurrijke foto’s van Utrecht uit de jaren zestig en zeventig. Iets wat zij gemeen hebben met hun ouders, de babyboomers. Als medewerker logistiek voor de studiezaal heb ik zicht gekregen op de verschillende soorten onderzoekers die naar het archief komen. Dit is een groep die ook echt archiefonder zoek wil doen. Door fysiek in contact te komen met het archief materiaal dat dagelijks onderzocht wordt door deze gretige onderzoekers, weet ik welke onderwerpen voor hen belangrijk zijn en hoe dit zich verhoudt tot de ‘casual’ consument. Digitalisering lijkt in die zin een verlengde van de studiezaal: door scanning on demand krijg ik zicht op de thema’s die onder zoekers belangrijk vinden. Daarnaast zijn er grotere projecten vanuit HUA of Metamorfoze, waarbij ik een uniek inkijkje krijg in wat een archiefinstelling zelf belangrijk vindt om beschikbaar te maken voor het publiek. Dit krijg ik ook mee via mijn sociale mediawerk, want collega’s voeden mij met belangrijke gebeur tenissen, stukken of ontwikkelingen binnen het archief die het waard zijn om te communiceren met de buitenwereld. Long story short: een duizendpoot zijn lijkt intens en heftig, maar het is een geweldige ervaring! Hierdoor heb ik niet alleen ontdekt hoe een archief in zijn algemeenheid functioneert, maar ook heb ik kunnen proeven van alle verschillende manieren waarop de collectie van een archief een belangrijke rol speelt in het dagelijks leven van allerlei verschillende groeperingen in de maatschappij. Als jonge cultuurhistoricus doet mij dit goed: het is fantastisch om mee te maken dat zoveel verschillende soorten mensen zo toegewijd bezig zijn met de geschiedenis van hun ‘stadsie’. Deze ervaring heeft mij bewapend met een optimistische blik op het belang van ons erfgoed, en dat zal mij als cultuurhistoricus helpen in de rest van mijn loopbaan. n Onessa Novak n archiefmedewerker Het Utrechts Archief. De archiefervaring van Onessa Novak Als vers afgestudeerd cultuurhistoricus ben ik bij Het Utrechts Archief beland met een werk ervaringsplek Marketing en Communicatie. Toen dat was afgerond zag ik het wel zitten bij HUA, en mijn collega’s zagen mij ook zitten. Ik kwam in dienst en kreeg verschillende kleinere taken: digitalisering, sociale media en medewerker studiezaal. Ook heb ik korte tijd als receptio niste gewerkt bij het publieksgedeelte van Het Utrechts Archief op de Hamburgerstraat. Tegen woordig zijn veel bedrijven op zoek naar een enthousiaste, jonge duizendpoot – in mijn geval was ik meer duizendpoot dan mens. Als je de opsomming zo leest, lijkt deze ervaring weinig positief: het is niet gefocust, het is verspreid over allerlei afdelingen en ik doe alles tegelijkertijd. Is dat wel leuk als eerste baan na het afstuderen? Mijn antwoord hierop: ja. Door deze ervaring heb ik tijd gehad om te ontdekken wat ik écht met mijn leven wil – een vraag waar veel afgestudeerde millennials mee worstelen. Door de pluraliteit aan taken die ik verricht, gekoppeld aan de verschillende soorten mensen die ik dagelijks tegenkom, heb ik bovendien een unieke blik ontwikkeld op een archiefinstelling. Door mijn ervaring met sociale media heb ik geleerd wat nostal gische babyboomers op Facebook aantrekkelijk vinden aan het archief: wat zij graag terug willen zien op de Facebookpagina, Onessa Novak: ‘Een duizendpoot zijn is een geweldige ervaring!’ (Foto: Maan Limburg) Straatbeeld uit de jaren zeventig. Dit type foto’s is populair onder zowel hipsters als babyboomers. (Collectie: Het Utrechts Archief, foto P. van der Linden)6 n 2019 nummer 8 hevige debatten uit.’ Het symposium ziet Velle als een goed initiatief, aangezien het historici en archivarissen bijeenbracht om de omgang met het koloniale verleden en de archieven te bespreken. De laatste jaren stelt hij ook in België vast dat vak historici, anders dan voorheen, steeds meer interesse tonen voor koloniale geschiedenis en voor de expertise binnen de archiefwereld op dit terrein. Velle benadrukt dat archivarissen, historici en de Afrikaanse diaspora in België samen moeten werken op het terrein van deze controversiële geschiedenis: In 2017 was er, zoals Alicia Schrikker in BMGN-LCHR schrijft, lof maar ook kritiek op het soms eurocentrische en exoti- serende beeld van Zuidoost-Azië dat de tentoonstelling ‘De wereld van de VOC’ opriep. Hoe wordt er binnen het Natio- naal Archief op deze tentoonstelling teruggekeken? Engelhard: ‘De conservatoren van de tentoonstelling hadden niet de behoefte noch de intentie het ‘klassieke verhaal’ over de VOC te presenteren. Desondanks werd de VOC vooral vanuit eurocen trisch perspectief beschouwd, de kritische blik van buitenaf wees ons op blinde vlekken en ook intern was er kritiek te horen.’ Engelhard is wel tevreden over de manier waarop het Natio naal Archief met deze kritiek is omgegaan. ‘We zijn in gesprek gegaan met verschillende critici en hebben hun om advies en medewerking gevraagd. De activiteiten rond de tentoonstelling kregen op basis van deze kritiek verder vorm. Een van de resul taten hiervan was het genoemde symposium waarin historici en archivarissen zich samen bogen over de omgang met het VOC archief. Het debat over dekolonisatie en het denken daarover is dus ook voor het Nationaal Archief een leerproces dat nog steeds gaande is’, aldus Engelhard. Velle heeft het forum met belangstelling gelezen. De Belgi sche en Nederlandse discussie over het koloniale verleden zijn volgens hem vergelijkbaar. ‘Archivarissen hebben de plicht kennis te nemen van het maatschappelijke en historiografische debat. In beide landen worden felle discussies gevoerd over het bestaansrecht van koloniale standbeelden en straatnamen. In België lokt ook de verantwoordelijkheid van de Belgische staat inzake het weghalen van metiskinderen uit de kolonie Koloniale archieven onder de kritische loep Tessa Lobbes en Antia Wiersma n In zowel Nederland als België woeden diepgaande discussies over de omgang met het koloniale verleden en met de ‘koloniale archieven’. Daarbij zijn gelijkenissen, maar ook grote verschillen te zien. Een goede aanleiding voor een tweegesprek tussen de Nederlandse rijksarchivaris Marens Engelhard en zijn Belgische collega Karel Velle. ‘Kennisdeling is van groot belang’ Aanleiding In juni 2019 verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift BMGN – Low Countries Historical Review (BMGN-LCHR) het forum ‘Rethinking the VOC. Between Archival Management and Research’. In dit forum bespraken de historici Alicia Schrikker, Manjusha Kuruppath, Remco Raben, Michael Karabinos en Jos Gommans hoe staatsarchieven van de koloniale periode bestudeerd, bewaard en gepresenteerd zouden moeten worden. Dit forum is gebaseerd op een aantal lezingen van het symposium ‘Rethinking the VOC?’ dat in 2017 in het Nationaal Archief werd gehouden. Dit sym posium was op zijn beurt een reactie op de tentoon stelling De wereld van de VOC, waar het Nationaal Archief topstukken uit de VOCarchieven liet zien. In dit artikel passeren een aantal thema’s uit genoemd forum de revue. Tekening: Niels Bongers. nummer 8 2019 n 7 archieven van het voormalig ministerie van Koloniën dat onder het ministerie van Buitenlandse Zaken viel. 6 kilometer is afkom stig van het gouvernementgeneraal, de centrale administratie van de kolonie en de van dit bestuur afhankelijke bestuurlijke en gerechtelijke diensten verspreid over Congo en over het mandaat en protectoraatgebied RwandaUrundi (19241962). Daarnaast is er nog 3 kilometer aan persoonsdossiers. Velle licht toe: ‘Deze dossiers van koloniale medewerkers worden nu ontsloten, de inventaris verschijnt nog dit jaar. Deze dossiers zijn bijzonder waardevol, omwille van het fotomateriaal en de egodocumenten, met veel potentieel voor historisch onderzoek. Voor onderzoekers zal een digitisation on demandprogramma worden opgestart.’ Opmerkelijk aan de Belgische situatie, en dit staat in groot contrast tot Nederland, is dat deze archieven lange tijd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken bewaard zijn gebleven en ‘In het dekolonisatieproject zetten archivarissen belangrijke stappen. Zij verwerven archieven over deze periode, brengen ze in veiligheid en maken ze toegankelijk door ze te beschrijven. Dit is een voorwaarde om historisch onderzoek mogelijk te maken. Engelhard beaamt het belang van synergie tussen historici en archivarissen. ‘Het is inderdaad de ambachtelijke verantwoordelijkheid van de archivaris om documenten goed te bewaren en toegankelijk te maken. Wetende dat archieven en hun toegangen niet neutraal zijn, is het historisch narratief dat bij deze archieven – en ook bij de genoemde tentoonstelling – gepresenteerd wordt cruciaal, en hiervoor is de samenwerking met academische historici belangrijk.’ In Nederland beheert het Nationaal Archief 1,2 kilometer VOC-archief, naast ook andere archieven uit de koloniale periode. Hoe is de situatie in het Belgisch Rijksarchief? Velle wijst erop dat de archieven van de koloniale periode niet alleen uit staatsarchieven bestaan, maar ook uit private archieven van missiegenootschappen, politici, ambtenaren, wetenschappers en bedrijven. Het Belgisch Rijksarchief bewaart 12 kilometer aan staatsarchieven. 3,5 kilometer omvat de >> Tentoonstelling ‘De Wereld van de VOC’, 2017, Nationaal Archief, Den Haag. (Foto: Anne Reitsma) Aanzicht Algemeen Rijksarchief, Brussel. (Foto: Bart Boon) Digitalisering bij het Algemeen Rijksarchief in Brussel. (Foto: Bart Boon)8 n 2019 nummer 8 ‘The colonial archives of Sri Lanka are in a very different place to those of the Netherlands and Belgium. Both Velle and Engelhard refer to the crucial cooperation with academic historians in their countries, which we saw happening to some extent in the Netherlands at the ‘Rethinking the VOC’ symposium in 2017. That level of cooperation is not possible in Sri Lanka, where, when the public is told that the oldest records we have in the National Archives are from the VOC’s intervention in Sri Lanka, which dates back to 1638, they are mostly surprised. We have three hundred metres of VOC records, which is Lot No. 01 of our collection. A far greater collection, amounting to a few kilometres, are the state records generated by the British government in Sri Lanka. However, the general impression among the public is that we have records that are thousands of years old. Interest declines when we refer only to early modern and modern history. Moreover, in popular history, the focus is on the search for authenticity in identity, a focus that is not dependent on the colonial archives held at the Sri Lanka National Archives but in fact reaches into prehistory. Colonial street names are renamed, and the new names are beginning to stick as internal migration to the city increases. In such a context, awareness of the colonial past other than as an often brutal intervention that destroyed a culture that is believed to have been pristine, is lacking. The Hague Archives have in fact engaged in projects of ‘Mutual Cultural Heritage’ in the recent past with the Sri Lanka National Archives, the first of which started in 2001 and ended in 2013. In this period, two thirds of the VOC records in the Colombo archives were microfilmed, a copy of which was sent to The Hague. They have been digitised in The Hague, but due to opposition from Sri Lanka have not been made available online. Negotiations to digitise the remaining records of the collection are ongoing. Hopefully, online presentation in the way The Hague archives are available will be possible in the near future. This would pave the way for decolonization of a part of the Sri Lankan colonial archives at least through digitization and its resulting increased accessibility, despite the disadvantages of using digitized material. Unfortunately, academic historians in Sri Lanka are not yet aware of the wealth of information on the Dutch gahetna.nl website on our own history. The language barrier with regard to both Dutch and English in departments of history in universities remain barriers in decolonizing the colonial archive for local historians. British colonial records are mainly used by foreign researchers, and by local PhD students studying abroad. More nuanced understandings of colonial history written in English are emerging from this research, but have not reached most academic history teaching or archivists in Sri Lanka. Until this happens, and our language capacity improves, our ability to approach and describe the colonial archives, to collect the colonial records that still lie around the country in judicial bodies and other public authorities, will not be achievable. We have a long way to go, but I hope that the day such records will be handed over to the archives will come sooner rather than later, as we have the infrastructure to better preserve them.’ Reactie Nadeera Rupesinghe, algemeen directeur van het Nationaal Archief in Colombo, Sri Lanka: Tentoonstelling in Algemeen Rijksarchief, Brussel. (Foto: Bart Boon)>> nummer 8 2019 n 9 >> niet in het Rijksarchief. Pas in 2010 werd een overbrengingsver plichting van staatsarchieven naar het Rijksarchief vastgelegd en in 2014 tekenden Buitenlandse Zaken en het Rijksarchief een over eenkomst inzake de archieven van de koloniale periode. Volgens Velle is er in korte tijd veel gebeurd, sinds 2016 is al 3,5 kilometer naar het Rijksarchief overgedragen en zijn er digitaliseringspro jecten van start gegaan. Op de vraag waarom deze overdracht zo lang op zich heeft laten wachten, antwoordt hij: ‘De diplomatieke commissie van het ministerie van Buitenlandse Zaken stond erop om controle te houden over wie er toegang verkreeg tot deze archieven. Aanvragen van met name journalisten en wetenschap pers die onderzoek wilden doen naar de rol van de Belgische autoriteiten in de moord op de eerste Congolese premier Patrice Lumumba lagen bij deze commissie uiterst gevoelig. Hoewel deze commissie nog niet is opgeheven, zijn nu de regels van het Rijks archief inzake de toegang tot het archief leidend.’ Wat is relatie tussen de rijksarchieven in België en Neder- land en de archieven in de voormalige kolonies? Engelhard geeft het voorbeeld van het Surinaams Archief. In 1916 is dit archief, midden in de Eerste Wereldoorlog, naar Nederland gebracht om redenen van conservering. Recentelijk is het in zijn geheel teruggebracht naar Suriname. Hij geeft aan dat er aan die teruggave wel voorwaarden zijn gesteld. Hierbij ziet Engelhard een dilemma: ‘In het licht van het dekolonisatie debat is het stellen van die eisen een complex gegeven. Kijk je vanuit het eigendomsperspectief, en dus vanuit het idee dat Suriname de eigenaar is van dit archief, dan oogt het stellen van voorwaarden van de kant van Nederland haast ‘neokoloniaal’. Maar vanuit het conserveringsperspectief, en dus vanuit het idee dat deze archieven van mondiaal belang zijn en dat we daar een bepaalde verantwoordelijkheid voor hebben, vind ik het stellen van voorwaarden legitiem. De teruggave gebeurde overigens in een uitstekende samenwerking, alle partijen zijn enthousiast. Maar zonder Nederlands geld en zonder de gestelde voorwaar den was het niet gebeurd.’ Velle vertelt dat bepaalde archieven bij de Congolese onafhanke lijkheid in 1960 in allerijl naar België zijn overgebracht. ‘Niet alle archieven zijn toen naar België verscheept; het is onduidelijk waar bepaalde archieven nu zijn en in welke staat ze verkeren. De continue oorlogssituatie daar bemoeilijkt de werkrelatie met Congolese collega’s. De politieke en diplomatieke relaties zijn immers bevroren.’ Velle heeft wel goede contacten met de archiva ris sen in Rwanda en Burundi, dankzij een nauwe samen werking van het Rijksarchief met het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika in Tervuren (KMMA). ‘Het KMMA heeft veel ervaring met samenwerking met collega’s uit Rwanda en Burundi. Onder tussen hebben we 300 meter archief in Rwanda geïdentificeerd. Deze documenten worden nu klaargemaakt voor digitalisering.’ Is de restitutie van archieven naar de voormalige kolonies waar die archieven gevormd zijn, aan de orde? En zo ja, wordt deze kwestie van restitutie opgelost door digitalise- ringsprojecten en digitale beschikbaarstelling? Engelhard: ‘Ik hoor weinig van medewerkers die in en met Indonesië werken dat deze kwestie momenteel aan de orde is. Ik vind niettemin dat we ons beter moeten voorbereiden op mogelijke verzoeken tot restitutie.’ Velle en Engelhard bena drukken het belang van het herkomstbeginsel: daar waar een archief is gevormd, hoort het thuis. Toch zal restitutie niet altijd de toegankelijkheid vergroten. Of digitalisering een oplossing is voor restitutieverzoeken, is voor hen echter een vraag. Engelhard noemt digitalisering ‘de meest democratische vorm van ontslui ting’. Anders dan in België heeft het Nationaal Archief al lange tijd grootschalige digitaliseringsprojecten lopen. Tegelijker tijd lost digitalisering volgens hem niet alles op. ‘Het archief streeft er immers naar dat onderzoekers naar het archief zelf toe komen en dat zij meer bronnen gebruiken dan alleen de gedigitaliseerde documenten. Digitalisering ontneemt onderzoekers ook een bepaalde historische sensatie. Het versterkt bovendien het risico dat de gebruiker de samenhang en de opbouw van het archief niet meer ziet of begrijpt. Dat risico is groter wanneer onderzoe kers alleen gedigitaliseerde archieven raadplegen.’ Beide rijksarchivarissen pleiten ervoor dat de International Council of Archives (ICA) een code opstelt om de discussie over restitutie internationaal in goede banen te leiden. In deze code moet het belang van conservering worden vastgelegd, maar ook de zeggenschap over (gedigitaliseerde) archieven. ICA heeft hiertoe een Committee of Displaced Archives opgericht, waarin België en Nederland ook deelnemen. Velle geeft toe dat hij hier tegelijkertijd ook sceptisch over is: ‘Uiteindelijk bepalen nationale staten in bilaterale overeenkomsten welke archieven al dan niet teruggaan en op welke voorwaarden.’ Engelhard illustreert dit met het voorbeeld van het VOCarchief in Indonesië. ‘Nederland financierde de digitalisering van dit archief vanuit de overweging dat het gedeeld cultureel erfgoed is. Een interessante term overi gens, ‘gedeeld cultureel erfgoed’. Bedenk eens dat de Duitsers dat zouden zeggen over erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog en hoe wij dan zouden reageren. Maar goed, terug naar Indonesië: het Nationaal Archief in Den Haag mag deze scans echter niet online zetten van de Indonesische collega’s, ze mogen alleen gebruikt worden in de studiezaal.’ In het forum in BMGN-LCHR stelt Michael Karabinos dat het dekoloniseren van een archief geen project is dat een eindpunt kent, maar veeleer een continu proces. Om een archiefinstelling te kunnen dekoloniseren vindt hij het belangrijk dat archivarissen inzicht hebben in de (koloniale) geschiedenis van het archief als instelling én in de koloniale structuren die de opbouw van het onderliggende archief (de documenten) hebben bepaald. Wat zijn jullie reacties hierop? Velle: ‘Ik ben het eens met Karabinos dat dekolonisatie een proces is en geen eindpunt kent. Archieven uit de koloniale periode zijn de neerslag van het ondemocratische en stereotyperende koloniale systeem. De rol van de archivaris is om de archieven van dit systeem, inclusief alle blinde vlekken en alle onderliggen de Studiezaal Algemeen Rijksarchief, Brussel. (Foto: Bert Boon)Next >