archievenblad sinds 1892 jaargang 123 2019 6 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandMEER OPSLAGCAPACITEIT IN UW ARCHIEF? Laat u verrassen hoe verrijdbare archiefkasten u kunnen helpen! bruynzeel-storage.nl/archiefnummer 6 2019 n 3 30 ‘Kijk naar je doelgroep en verplaats je erin’ Bij Het Utrechts Archief ontwikkelde ze zich tot een ware kameleon. Bij de redactie van het Archievenblad deed ze hetzelfde: veelzijdigheid is voor Floortje Tuinstra heel vanzelfsprekend. Dat is geen toeval: ‘We moeten als archief -sector van steeds meer markten thuis zijn.’ 08 Leren Preserveren We leven in een snel verande rende wereld. Digitale tech no logie heeft een grote en soms disruptieve impact. De hoe veel heid data groeit exponentieel en dat vraagt om duurzame toe gankelijkheid van digitaal erfgoed. Kennisontwikkeling rondom preserveren heeft een grote groei doorgemaakt. De rol van leren wordt daarbij steeds duidelijker benoemd. Inhoud 06 Van bewaren naar preserveren Dat bewaren en preserveren twee totaal verschillende begrippen zijn, weten Remco van Veenendaal en Pepijn Lucker als de besten. Vanuit het Nationaal Archief houden zij zich bezig met preservation watch: een relatief nieuwe functie binnen de archief wereld die toeziet op duur zame toegankelijkheid van informatie. ‘We moeten nu alles doen om in de toekomst problemen te voorkomen.’ 14 De Slag om de Schelde In het najaar van 1944 werd zuidwestelijk Nederland bevrijd. De Slag om de Schelde had grote invloed op het verloop van de oorlog, maar wordt toch vaak vergeten. Op 31 augustus 2019, 75 jaar na dato, wordt in Terneuzen uitgebreid stil - gestaan bij deze historische gebeurtenis. 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 06 Van bewaren naar preserveren Zo blijven digitale archieven duurzaam toegankelijk 08 Leren Preserveren Samen werken aan duurzame toegankelijkheid 10 De ijsberg zichtbaar maken Pilot handschriftherkenning 12 ‘Graag een onsje meer openbaarheid…’ Openbaarheid van overheidsinformatie (deel 1) 14 De Slag om de Schelde De bevrijding van Zuidwest-Nederland 20 In memoriam Tom van der Aalst (1950-2019) 21 Brievenreeks 22 Limburgse kerkelijke archieven in een revolutionaire tijd Tussen ‘vandalisme’ en ‘la manie de tout conserver’ 26 Column 27 Hotspots 28 Uitgelezen 30 Burgerlijke Stand | ‘Kijk naar je doelgroep en verplaats je erin’ In gesprek met Floortje Tuinstra4 n 2019 nummer 6 Colofon Van de redactie Preservering Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen In Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt tienmaal per jaar. Alle leden van de KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Mirjam Schaap, Geert Stroo, Cees Tromp, Floortje Tuinstra, Bernadine Ypma (hoofdredacteur), Marian de Vos, Nick Werring, Vera Weterings. Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Wouter van Dijk, Puck Huitsing, Hannie Kool-Blokland, Erik Kraai, Noor Schreuder, Christian van der Ven, Bert de Vries. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 E-mail: redactie@archievenblad.nl E-mail persberichten: nieuws@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van de KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het KVAN-bureau. Ook voor adres- wijzigingen kunt u daar terecht. KVAN-bureau Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 E-mail: info@kvanbrain.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Product- en personeelsadvertenties Sales & Services geeft inlichtingen over tarieven en plaatsing van alle advertenties. Postbus 2317, 1620 EH Hoorn Telefoon: (0229) 21 12 11 Fax: (0229) 27 04 04 E-mail: administratie@salesandservices.nl Ontwerp Infour, marketing en communicatie, Heerlen Opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 1385-4186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in september 2019. ‘Be so good they can’t ignore you.’ Cal Newport Citaat van de maand Als dit blad verschijnt, liggen de Archiefdagen alweer achter ons. Het thema van dit jaar was Preserveren. In het programma is bena- drukt dat enkel preserveren niet genoeg is. Preserveren gaat altijd samen met duurzaam toegankelijk maken. De archivaris houdt zich bezig met een scala aan taken binnen het veld van informatie- management. Archiefinstellingen voeren een veel breder takenpakket uit dan enkel de wettelijke taakstelling van de archivaris. Tegelijkertijd is het van belang dat archiefinstel- lingen zich profileren als gesprekspartner bij collega’s van aanpalende vakgebieden. Het is raadzaam om je als archivaris te focussen op een onderdeel binnen het brede kader van informatie tot erfgoed en van beheer tot publiek, en tegelijkertijd een brede blik te houden op het gehele vakgebied. Nu is de archivaris nog te vaak een ‘switchtasker’. We weten van veel te weinig. Neuropsycholoog Mark Tigchelaar vertelde in het NRC (25 mei 2019) dat het heen en weer springen van taken je IQ tijdelijk doet dalen. Elke keer als je van aandacht switcht, blijft een deel van je brein nog bezig met het voorgaande. Aandachtsresidu heet dit binnen de neuropsychologie, aldus Tigchelaar. Hoogleraar Cal Newport noemt het vermogen om je te concentreren op een taak ‘diep werk’. Volgens Newport kun je je hersenen trainen om langer te focussen op een probleem, om zo tot betere oplossingen te komen. Daarbij spelen twee competenties een grote rol. Zorg ervoor dat je je nieuwe kennis en vaardig- heden snel eigen kunt maken, en ook dat binnen je vakgebied een afgekaderd probleem op hoog niveau kan bijdragen aan de oplossing. Voor digitaal preserveren en duurzame toegankelijkheid werken we al jaren aan goede oplossingen. De afgelopen jaren zijn grote sprongen gemaakt in het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke toegang tot onze collecties, maar we zijn er nog niet. Het kiezen voor een heldere focus op een probleem leidt tot betere oplossingen. Richt je als professional niet op verschillende deelgebieden tegelijkertijd, maar focus je op een probleem en lever een echte bijdrage aan het verbe- teren daarvan. Wellicht hebben we het dan in de nabije toekomst niet meer over digibete klanten maar humanobete systemen, en kunnen ambtenaren daadwerkelijk digitale documenten en open-datasets ophalen uit het e-depot. In dit nummer vertelt Frans Neggers over de cursus ‘Leren Preserveren’, beschikbaar voor archiefprofessionals en onderdeel van het programma van de Reinwardt Academie. Remco van Veenendaal en Pepijn Lucker leggen uit waarom bewaren en preserveren twee totaal verschillende begrippen zijn. Naast preserveren is ook ontsluiten belangrijk. Nico Vriend en Liesbeth Keijser leggen uit hoe zij ‘de ijsberg zichtbaar maken’. n Bernadine Ypma n hoofdredacteur@archievenblad.nlnummer 6 2019 n 5 Andy Warhol op verzoek van een computerfabrikant geëxperi- men teerd met een grafisch programma. In het artikel werd beschreven hoe kunstwerken van hem met veel moeite na dertig jaar opnieuw reproduceerbaar waren gemaakt. De kunstwerken waren jarenlang in de vergetelheid geraakt omdat de afbeeldingen waren opgeslagen op floppydisks die niet meer te openen waren met de huidige hard- en software. Bovendien waren de floppydisks niet gelabeld. Het kwam door een filmpje op YouTube dat de bestanden ontdekt zijn. In dit filmpje werd getoond hoe Andy Warhol een digitaal portret maakte van Deborah Harry, zangeres van de popgroep Blondie. Een fan van Andy Warhol, Cory Arcangel, zag dit filmpje en vroeg zich af wat er met het digitale portret was gebeurd. Hij ging op onderzoek uit en belandde bij de archieven van het Andy Warhol Museum in Pittsburg. Arcangel ontdekte dat er, naast het portret van Deborah Harry, nog meer afbeeldingen opgeslagen waren op niet meer te openen en ongelabelde floppydisks. Althans, het leek of ze niet meer te openen waren, want het museum ging een samenwerking aan met leden van de Carnegie Mellon University Computer Club in Pittsburgh. Het lukte deze leden de bestanden te openen en de afbeeldingen zichtbaar te maken. Overigens kostte dit veel tijd en moeite, het artikel refereert aan ‘een hachelijke, maanden durende operatie’. Dat kwam niet alleen doordat de huidige hard- en software niet voldeden, maar ook doordat de floppydisks in kwetsbare staat verkeerden. Hoewel dit krantenartikel alweer vijf jaar oud is, is de boodschap nog altijd actueel: het is belangrijk om digitaal gevormd archief- materiaal al bij het ontstaan goed te ordenen en er goed voor te zorgen, zodat je er jaren later nog toegang tot hebt. Dat kunnen documenten zijn, maar ook kunstwerken die je voor de eeuwigheid wilt bewaren en wilt kunnen blijven tonen aan een groot publiek. n Marian de Vos n redacteur Archievenblad en senior medewerker verwerven en beheren bij het Nationaal Archief. De archiefervaring van Marian de Vos Het bewaren en beheren van digitale gegevens is geen sinecure. Dat realiseerde ik me door een krantenbericht in de Volkskrant van 26 april 2014. En de gevolgen kunnen groot zijn als je te laat in actie komt en informatie alleen nog met veel moeite te achterhalen is. Jet Bussemaker, voormalig minister van OCW, vroeg hier toenter- tijd aandacht voor: ‘Het behoud van digitale informatie vergt een heel andere aanpak dan voor informatie op papier.’ En verder: ‘Digitale informatie die niet direct bij de vorming wordt geor- dend en bewaard, gaat voor de toekomst verloren of kan slechts achteraf en tegen in feite onaanvaardbare kosten toegankelijk worden gemaakt.’ Na wat omzwervingen ben ik in 2009 terechtgekomen in de informatie- en archiefwereld van de overheid. Ik volgde eerst de opleiding tot verpleegkundige en ging daarna werken in de medische registratuur en documentatie. Jaren daarna heb ik de switch gemaakt naar een baan in de informatievoorziening bij de overheid. Het was voor mij een grote overgang om van een zeer protocollaire omgeving, zoals in een ziekenhuis, te gaan werken bij een gemeentelijke organisatie, waar veel minder gestandaardiseerd werd gewerkt. In deze nieuwe werk om geving was mijn behoefte aan ordening dan ook groot, ik dacht dat het anders moest en kon. Daarom heb ik de opleiding tot documen- tair informatiemanager bij de SOD in Woerden gevolgd, waar ik handvatten kreeg die grip gaven op de versnipperde digitale informatiehuishouding die ik aantrof. Sindsdien heb ik mij steeds verder verdiept in toegang en behoud van digitale informatie en uiteindelijk werk ik nu bij het Nationaal Archief, waar ik me bezighoud met het verwerven en beheren van digitaal archief. Tijdens mijn opleiding tot informatiemanager las ik een artikel in de Volkskrant dat me goed is bijgebleven. In 1985 had Marian de Vos: ‘Het is belangrijk om digitaal gevormd archiefmateriaal al bij het ontstaan goed te ordenen.’ Still uit ‘Andy Warhol paints Debbie Harry on an Amiga’ (Bron: www.youtube.com/watch?v=ISvbsZEM1Ww)6 n 2019 nummer 6 gevolgen voor de toekomst van digitale archieven kunnen onvoorstelbaar groot zijn.’ Zelf kijkt hij vooral met een strate- gische blik naar het onderwerp. ‘Ik zorg voor beleid voor de duurzame toegankelijkheid van informatieobjecten. Dat kan een pdf-bestand zijn, maar ook een audiofragment, VHS-band of een spreadsheet.’ Zijn collega Lucker is adviseur voor overheids- organisaties, het Nationaal Archief en andere archiefinstellingen. Hij beantwoordt vragen, draagt zorg voor audits en kwaliteits- controles en nog veel meer. Daarnaast is hij aanjager van het KIA-kennisplatform Preservation. Toekomstbestendig Toegankelijkheid van informatie is volgens Lucker een van de belangrijkste taken van het Nationaal Archief. En precies de reden waarom hij preservation watch zo belangrijk vindt: ‘En boeiend. We kunnen informatie bewaren door deze steeds weer toekomstbestendig te maken. Bijvoorbeeld door het ene bestandsformaat om te zetten naar het andere op het moment dat dat nodig is. Maar daar zitten heel veel haken en ogen aan. Zo kun je belangrijke informatie verliezen.’ Hij geeft een voor- beeld uit Denemarken. ‘Het nationaal archief in dat land keurt maar een handvol bestandsformaten goed. Dus als overheids- instanties Excel-spreadsheets overbrengen, moeten zij die eerst zelf omzetten naar een ander formaat. Maar daarin zie je de formules helemaal niet. Over 150 jaar weet dan niemand meer hoe de getallen tot stand zijn gekomen.’ Beleid Om dit soort problemen op te vangen, is beleid nodig. Dat kan een praktische handreiking voor archivarissen zijn, of de verta- ling van een ISO-standaard naar preserveringsbeleid voor het Nationaal Archief. Hij heeft goede hoop dat preservation watch Het Nationaal Archief beheert 142 kilometer papieren archief. Maar ook het digitale archief beslaat ondertussen meer dan een petabyte. Allemaal rijksinformatie die vindbaar en leesbaar moet zijn. Nu, maar ook over honderd jaar. Bij papier is dat vrij overzichtelijk. Schimmels, vocht en inktvraat zijn risicovol. Maar digitaal liggen minstens zo veel bedreigingen op de loer. Zo kan software verouderen, waardoor informatie niet langer te openen is. Voor hardware geldt hetzelfde. En dan zijn er nog de nieuwe informatieobjecten waarvoor nog niet eens systemen of werkmethoden bestaan. Kijken Samen met hun collega Jacob Takema houden preservation advi- seur Pepijn Lucker en preservation officer Remco van Veenendaal zich bij het Nationaal Archief fulltime bezig met preservation: het duurzaam toegankelijk houden van informatie. Lucker: ‘Preservation watch doet eigenlijk precies wat de functietitel zegt. Kijken. Scherp in de gaten houden of er intern en extern ontwikkelingen gaande zijn die de toegankelijkheid van digitaal gearchiveerde informatie bedreigen.’ Van Veenendaal vergelijkt dit ook wel met een uitkijktoren. ‘Je probeert een vooruitziende blik te hebben. Wat verandert er in de financiële huishouding van de archiefsector? Wat speelt er in de buitenwereld? Hoe ontwikkelen bepaalde technologieën zich? Daaruit rolt vervol- gens de belangrijkste vraag: wat moeten we doen om digitale archieven duurzaam toegankelijk te houden?’ Van videoband tot spreadsheet Volgens beide archiefprofessionals is het cruciaal dat mensen zich met preservation watch bezighouden. ‘Stel dat Micro- soft failliet gaat’, zegt Van Veenendaal, ‘dan moeten meteen alle alarmbellen rinkelen binnen het archiefwezen. Want de Van bewaren naar preserveren Marlène Rooseman n Dat bewaren en preserveren twee totaal verschillende begrippen zijn, weten Remco van Veenendaal en Pepijn Lucker als de besten. Vanuit het Nationaal Archief houden zij zich bezig met preservation watch: een relatief nieuwe functie binnen de archief- wereld die toeziet op duurzame toegankelijkheid van informatie. ‘We moeten nu alles doen om in de toekomst problemen te voorkomen.’ Zo blijven digitale archieven duurzaam toegankelijk Tekening: Niels Bongers.nummer 6 2019 n 7 zaken in de praktijk te brengen. ‘We hebben inmiddels struc- tureel overleg ingevoerd met verschillende afdelingen’, geeft Van Veenendaal als voorbeeld. ‘Onder meer met de afdeling Collectie. Van hen krijgen we rapportages waaruit we kunnen afleiden of er problemen spelen met bepaalde vormen van digitale informatie.’ Recent kreeg hij nog zo’n rapport. ‘Daaruit bleek dat er enkele lege bestanden van 0 kB in het e-Depot zaten. Dat is een potentieel probleem. Het betekent dat het publiek dat deze informatie wil raadplegen, geen resultaten krijgt. Gelukkig krijgen we nu zo’n ‘preservation trigger’, een mogelijk probleem, snel onder ogen. We kunnen dan meteen op zoek naar een oplossing. Zo zit de werkwijze van preservation watch op hoofdlijnen ook in elkaar. Stap 1: Watch. Om ons heen kijken. Wat gebeurt er? Stap 2: Plan. Hoe kunnen we problemen oplossen? Stap 3: Action. Geteste oplossingen zo snel mogelijk in de praktijk brengen. Het probleem van de 0 kB-bestanden konden we trouwens makkelijk oplossen.’ Toegankelijk voor achterkleinkinderen Een opgeslagen website, socialmediaberichten van de over- heid, scans van een VOC-archief: hoe zorgen we ervoor dat onze achter-achterkleinkinderen die in de toekomst nog steeds kunnen inzien? Van Veenendaal: ‘Dat is de vraag waarover wij ons dagelijks buigen. Met preservation watch hebben we een plan gemaakt voor duurzame toegankelijkheid van digitale infor- matie. Modelmatig, procesmatig en gebaseerd op internationale standaarden en best practices. Gestructureerd monitoren van de interne en externe omgeving staat daarbij centraal. Zo kan het Nationaal Archief op tijd ingrijpen als er bedreigingen zijn voor de duurzame toegankelijkheid van informatieobjecten. We evalueren regelmatig en werken plannen en protocollen waar nodig bij. Zo wordt preservation watch stap voor stap onder- deel van de werkprocessen. En dus van ons dagelijkse werk. Heel belangrijk. We moeten nú alles doen om in de toekomst problemen te voorkomen.’ Word lid Nog veel meer informatie over dit onderwerp vind je op kia.pleio.nl. Houd het Kennisplatform Preservation zeker in de gaten als je interesse hebt. Of veel leuker: word lid van de community en doe mee. Discussieer, stel vragen, doe inspiratie op en deel je eigen successen. n Marlène Rooseman n Bureau Tekst, in opdracht van het Nationaal Archief. binnenkort wordt opgenomen in het Open Archival Information System (OAIS). Dat is een ISO-standaard die wereldwijd wordt gebruikt bij het inrichten van digitale archiefsystemen. Als dat lukt – waar het zeker op lijkt – wordt preservation watch onder- deel van de bijgewerkte ISO-standaard. ‘En daar wordt wereld- wijd gebruik van gemaakt.’ Hij doelt overigens niet alleen op de Rijksoverheid. ‘Er zijn meerdere partijen met wie het Natio naal Archief graag samenwerkt. Bijvoorbeeld het Instituut voor Beeld en Geluid, dat een enorme collectie van de Nederlandse publieke omroep beheert. Ook werken we samen met de Regio- nale Historische Centra. Eigenlijk willen we een kenniscentrum zijn waaraan iedereen iets heeft die informatie archiveert.’ Zelf aan het roer Los van alle standaarden, voorschriften en handreikingen bepalen organisaties ook in de toekomst grotendeels zelf hoe ze hun preserveringsbeleid formuleren. En dus ook hoe ze omgaan met het vaststellen van zaken als voorkeursformaten. Van Veenendaal: ‘Het ‘wat’ leggen we misschien vast, het ‘hoe’ zeker niet. De manier van werken blijft afhankelijk van de keuzes en doelen van de individuele organisaties.’ Lucker heeft een belangrijke aanvulling: ‘Handig is een standaard wel. Door preservation watch vast te leggen, wordt het veel makkelijker om met elkaar samen te werken op het gebied van digitaal archiveren. Mensen spreken dan dezelfde ‘taal’.’ Samenwerking Als ze naar de toekomst kijken, is interne en externe samen- werking volgens Lucker en Van Veenendaal cruciaal. Vier jaar geleden begonnen ze gelijktijdig bij het Nationaal Archief, waarvan ze de laatste twee jaar samenwerken aan preser- vation watch. Binnen de eigen organisatie trokken ze al heel wat mensen over de streep. Lucker ziet dat onder andere op het KIA-kennisplatform Preservation, waarvan hij aanjager is. ‘Steeds meer collega’s uit het veld worden lid van dit digitale platform. En naast de online activiteiten organiseren we regelmatig bijeenkomsten waar we kennis uitwisselen en waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De laatste bijeenkomst op 15 april werd druk bezocht. Onderwerpen zoals bestandsformaten, preservering en digitale duurzaamheid bleken bij erg veel mensen te leven.’ In praktijk brengen Waar de preservation watch van het Nationaal Archief voorheen een theoretisch concept was, is nu de tijd aangebroken om Pepijn Lucker. (Foto: Anne Reitsma)Remco van Veenendaal tijdens een bijeenkomst in Amersfoort. (Foto: Nationaal Archief)8 n 2019 nummer 6 mede bijgedragen aan de oprichting van KIA 6 (Kennisnetwerk Informa tie en Archief). Leren Preserveren richt zich op erfgoedprofessionals die steeds meer met digitaal materiaal te maken krijgen. Ze weten vaak het nodige over duurzame toegankelijkheid, maar missen de vaardigheid om het in hun praktijk toe te passen. Leren Preserveren kent een online leeromgeving voor zelfstudie en een groepstraining. Theorie en praktijk worden met elkaar verbonden door binnen opdrachten, oefeningen en expert- sessies samen te leren. Zo leren cursisten ook hun eigen leer- en ontwikkelbehoeften beter kennen en worden ze onderdeel van de gemeenschap. Leren Preserveren werd in september 2017 met een mini- congres gelanceerd. 7 Vertegenwoordigers van BRAIN/KVAN, het Netwerk Digitaal Erfgoed, Het Nieuwe Instituut, KIA en het onderwijs probeerden hier de vraag te beantwoorden hoe ver we waren met de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Er is onderzoek gedaan naar de rol van leren en verschillende educatieve initiatieven hebben het daglicht gezien. Leren als levensstijl 1 benoemt het probleem van de voortschrijdende digitalisering, inhoudelijke veranderingen in het vakgebied en de veranderende rol van de erfgoedprofessional. Op weg naar 2020 en verder 2 schetst drie scenario’s die de noodzaak van ontwik keling, innovatie en deskundigheidsbevordering helder maken. Het onzekere voor het zekere nemen in een onzekere wereld 3 geeft het belang aan van het ontwikkelen van belang- rijke gedragscompetenties. Al in 2009 benoemde het rapport Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (BMICE) 4 het belang van innovatie en deskundigheidsbevordering voor het versterken van de rol van erfgoed binnen de digitale samenleving. Kennis delen In 2005 begon de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid (NCDD) het probleem van kwetsbaar digitaal erfgoed op de nationale agenda te zetten en kennis te ontwikkelen en te delen. Daarmee is belangrijke vooruitgang geboekt. Ook is er een grote, betrokken en internationaal verbonden gemeenschap ontstaan. Een groot deel van de rol van de NCDD is in maart 2018 overgenomen door het programma Houdbaar van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE). In ruim tien jaar tijd is de kennis over duurzame toegankelijkheid flink gegroeid en gedeeld via onder meer de NCDD/NDE-website, studiedagen, symposia en workshops. Het aanbod van opleidingen in Nederland bleef echter achter. Er was vooral aandacht nodig voor het bijbrengen van vaardigheden om kennis binnen de praktijk toe te passen. Daarom ontwikkelde de NCDD in 2016 in samenwerking met Het Nieuwe Instituut ‘Leren Preserveren’.5 Tegelijkertijd heeft binnen het programma Archief 2020 des - kun dig heidsbevordering veel aandacht gekregen. Dit heeft Samen werken aan duurzame toegankelijkheid Leren Preserveren Frans Neggers n We leven in een snel veranderende wereld. Digitale technologie heeft een grote en soms disruptieve impact. De hoeveelheid data groeit exponentieel. Met die groei ontstond de roep om meer aandacht voor de duurzame toegankelijkheid van digitaal erfgoed. De afgelopen tien, vijftien jaar heeft er een grote groei plaatsgevonden in kennisontwikkeling en -deling. De rol van leren wordt daarbij steeds duidelijker benoemd. Samen met Het Nieuwe Instituut Het Nieuwe Instituut werkt aan het ontwikkelen van beleid en voorzieningen voor de duurzame toegankelijkheid van de digitale collectie architectuur en stedenbouw. Dit traject werd in 2015 ingezet met een studie naar de maturities en capabilities voor digital preservation. Daaruit vloeide in 2016 een cursus voort voor de interne professionalise- ring en in 2018 kwam de Preservation Policy tot stand. De volgende stap was de ontwikkeling van een generieke leeromgeving voor het Netwerk Digitaal Erfgoed: Leren Preserveren.nummer 6 2019 n 9 Drie modules De opzet van Leren Preserveren in drie modules bevordert de ontwikkeling van basiskennis en -vaardigheden. Binnen de groepstraining dragen leervormen verder bij. Waar in module A geleerd wordt over risico’s, vraagt de module- opdracht om deze te beschouwen voor een digitaal object uit de eigen collectie. Het in kaart brengen van het eigen speelveld in module B draagt bij aan de gedragscompe- tenties die nodig zijn om mensen die een rol spelen bij duurzame toegankelijkheid, bij elkaar te brengen en de inspanningen te richten door een kader voor duurzaam- heidsbeleid te ontwikkelen. Module C sluit af met het leren herkennen van risico’s binnen de eigen praktijk, het leren kennen van mogelijke maatregelen en strategieën en het uitvoeren van een zelfevaluatie en inzetten van verbetertrajecten. Cursisten leren binnen dit alles ook hun eigen leerbe- hoeften beter kennen en leren gedragscompetenties aan, zoals organisatiebewustzijn en communicatieve vaardig- heden. Ze leren problemen te zien vanuit hun praktijk en die van medecursisten en worden deel van een gemeen- schap waar mensen elkaar weten te vinden. Noten 1 BRAIN, werkgroep HRM, Leren als levensstijl (november 2014). 2 Archief 2020, Op weg naar 2020 en verder. Het verhaal van de archieffunctie (oktober 2015). 3 BRAIN en Archief 2020, Het onzekere voor het zekere nemen in een onzekere wereld (2016). 4 DEN/Kennisland/OCW, Business Model Innovatie Cultureel Erfgoed (2009). 5 www.lerenpreserveren.nl 6 Nine Pankras, ‘Draag bij aan de ontwikkeling en efficiency van je eigen vak: krachten bundelen in Kennisnetwerk Informatie en Archief’, in: Archievenblad (2018), nr. 1. 7 https://collectie.hetnieuweinstituut.nl/activiteiten/leren-preserveren 8 Jaarboek Stichting Archiefpublicaties, Preserveren: stappen zetten in een nieuw vakgebied (2018). 9 Een belangrijke rol spelen onder meer de Digital Preservation Coalition (DPC), het Digital Curation Centre (DCC), de National Digital Stewardship Alliance (NDSA), Nestor (Duitsland) en de Open Preservation Foundation (OPF). 10 https://dpconline.org/events/digital-preservation-awards/dpa2018- finalists-t-c 11 Zie ook de toepassing van het acht velden instrument hierbij: www.kessels-smit.com/nl/194 Uitdaging De grote uitdaging van Leren Preserveren was het bedienen van cursisten met diverse startniveaus en uit verschillende domeinen: musea, archiefinstellingen, overheid, bibliotheken. Daarom is het eerste uitgangspunt van Leren Preserveren om te leren van elkaar en gebruik te maken van de verschillen en over- eenkomsten. Als tweede wil de leeromgeving theorie en praktijk met elkaar verbinden. Dit wordt gerealiseerd door interactie tussen cursisten in te zetten, zoals binnen de moduleopdrachten en binnen de leervormen in de groepstraining. Sindsdien zijn er met de groepstraining ongeveer tweehonderd cursisten bediend en hebben enkele honderden anderen de online zelfstudie gevolgd. Ook is Leren Preserveren voorjaar 2019 aangeboden binnen het curriculum van de Reinwardt Academie. Een tandje erbij Binnen het NDE-intensiveringsprogramma 2019-2020 is des - kun digh eidsbevordering een van de pijlers. Er is behoefte aan opleiding van digitaal vaardige erfgoedprofessionals en aan een netwerk van ondersteuning. Daarbij wil Leren Preserveren ook gaan bijdragen aan het bereiken van regionale en lokale erfgoedinstellingen en aan de opleiding van professionals binnen het reguliere erfgoed- en archiefonderwijs. Het is belangrijk dat alle erfgoedstellingen het vermogen en vertrouwen ontwikkelen aan de slag te gaan met duurzame toegankelijkheid, dat ze onderdeel zijn van de gemeenschap en dat kennis delen, leren en ontwikkelen deel worden van de organisatie. Leren als uitdaging en als antwoord Er wordt veel kennis ontwikkeld en gedeeld. Het S@P Jaarboek 19 beschrijft voor de Nederlandse en Vlaamse situatie het ontstaan van een nieuw vakgebied.8 Het laat zien hoe men in de praktijk aan de slag is gegaan met preserveren en beschrijft de uitdaging die er ligt en de rol van samenwerking bij de beantwoording daarvan. Internationaal hebben allerlei initiatieven en organisaties grote bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van het vakgebied. 9 Leren Preserveren wil een belangrijke bijdrage leveren aan het verbinden van die kennis met de praktijk. De inspanningen zijn najaar 2018 beloond met een plaats als finalist voor de Digital Preservation Awards. 10 Binnen steeds meer organisaties en binnen het netwerk wordt er informeel en samenwerkend geleerd. Leren Preserveren wordt daarbij door cursisten vaak verder uitgedragen in hun werkomgeving. Organisaties zien steeds meer het belang van het koppelen van leertrajecten aan ontwikkel- en veranderdoelen. 11 Digitale informatie is overal, digitale cultuur is onderdeel van ons dagelijks leven. Maar wat als iets er niet meer is, niet meer leesbaar is, niet meer begrijpelijk is? Het vakgebied van duurzame toegankelijkheid stelt dan de vragen ‘wat willen we behouden?’, ‘hoe?’ en ‘wat en wie hebben we daarbij nodig?’ Leren Preserveren wil erfgoedprofessionals helpen bij het vinden van antwoorden. n Frans Neggers n digitaal archivaris bij Het Nieuwe Instituut en projectleider Leren Preserveren voor het Netwerk Digitaal Erfgoed. Beeld: Marina Noordegraaf. Next >