archievenblad sinds 1892 jaargang 123 2019 1 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandAlles heeft waarde. Het is maar net van welke kant je het bekijkt. Dat kan economisch, historisch, financieel en ook emotioneel zijn. Om die waarde te beschermen of te herstellen zijn wij er. VANWAARDE, de geruststellende dienstverlener voor het beheer, de restauratie en de calamiteiten- ondersteuning voor alles van waarde. VOOR ALLES VAN WAARDE BEHEER, RESTAURATIE EN CALAMITEITENONDERSTEUNING VOOR ALLES VAN WAARDE WWW.VANWAARDE.EU MUSEUMWACHTDOCUMENTENWACHTCALAMITEITENRESTAURATIE FilmAudio VIDEO • Digitaliseren: van een breed scala aan consumenten en professionele formaten • Services: reparatie, reinigen, bakken, spotten en transcoderen • Extra: normvertaling, audio-, video- en kleurcorrectie VDH media www.archiefdigitalisering.nl Uw partner in archiefdigitalisering CIB Centraal InkoopBureau Dé duurzame archiefspecialist voor: • Archiefmappen • Archiefdozen • Affichemappen • Archiefcassettes • Omslagen en omslagpapier • Reparatiemiddelen • NEN 2728 kopieer- en printpapier • Schrijfwaren www.cib.nl/webshop Sinds 1937 leveren we totaaloplossingen voor de kantoor- omgeving en zijn we specialist op segmenten waaronder archiefdiensten, de lokale overheid en notarissen. We bieden u een uitgebreid assortiment duurzame archief- materialen en schrijfbenodigdheden dat voldoet aan de Archiefregeling. Deze producten zijn opgenomen in onze speciale Deelcatalogus Duurzaam archiveren en onze webshop. Onze medewerkers beschikken over ruime productkennis en adviseren u graag over duurzaam archiveren in de praktijk. CIB Centraal InkoopBureau BV Postbus 330 2700 AH Zoetermeer telefoon: 079 36 38 400 e-mail: info@cib.nl Bekijk ons volledige aanbod in onze webshop www.cib.nl/webshop of vraag onze Deelcatalogus Duurzaam archiveren aan: 079 36 38 400nummer 1 2019 n 3 38 ‘Digitalisering biedt een kans om van het stoffige imago af te komen’ Op 1 maart 2017 begon Corinne Rodenburg als direc teur van het Drents Archief, na 22 jaar bedrijfsleven. Een beetje beducht voor de ambtenarencultuur was ze wel, maar ze trof een dynamische organisatie die volop ruimte biedt aan erfgoededucatie en presentatie. 13 ‘Archieven moeten ophouden met archiveren’ Op welke ontwikkelingen binnen de informatie en archiefwereld moeten we ons voorbereiden? Welke impact heeft veranderende wetgeving? Hoe gaan we om met archivering by design? De KIAkennistournee over duurzame toegankelijkheid bracht antwoorden. Inhoud 06 Stadsarchief Rotterdam: midden in de samenleving Van straatnamen tot stand beelden en van vrouwenkies recht tot slavernijverleden: identiteitsdiscussies worden over de volle breedte van de samenleving gevoerd. Archiefinstellingen worden daar vanwege hun unieke positie steeds vaker bij betrokken. Hoe ga je als instelling zorgvuldig om met gevoelige maatschappelijke kwesties die onder een vergrootglas liggen? 16 Wat wil de gebruiker? Het Netwerk Digitaal Erfgoed voert de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed uit die in 2015 werd gepubliceerd. Daarin staan de gebruikers en hun vraag centraal. Maar kennen wij als erfgoedsector die vraag? In het werkprogramma Digitaal Erfgoed Zichtbaar wordt daarom onderzocht hoe mensen gebruik (willen) maken van digitaal erfgoed. 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 06 Stadsarchief Rotterdam: midden in de samenleving 10 ‘We hebben onze opvolgers een mooie bruidsschat gegeven Terugblik op een decennium NCDD 13 ‘Archieven moeten ophouden met archiveren’ KIAkennistournee over duurzame toegankelijkheid 16 Wat wil de gebruiker? Samen bouwen aan een netwerk van erfgoedinformatie 18 De Nachtwacht, kloosterarchieven en gildebekers als ‘familieportret’ Over identiteit en continuïteit, 17801815 22 ‘Wir sind kein Archiv’ Op onderzoek naar de toepassing van de AVG in Berlijn 25 Archiefintelligentie en/of archiefbegeleiding? 28 Samenwerken is vooruitzien 30 A paradise for friends of the Orange dynasty The reconstruction of the Old Dillenburg Achives 34 In memoriam Bennie te Vaarwerk (1958-2018) 35 Column 36 Uitgelezen 37 Column 38 Burgerlijke Stand: ‘Digitalisering biedt een kans om van het stoffige imago af te komen’ In gesprek met Corinne Rodenburg4 n 2019 nummer 1 Colofon Van de redactie De toekomst wacht op niemand Het vakgebied van de archivaris is de afgelopen jaren ongemeen interessant geworden. Mijn wens voor 2019 is dat wij ons als sector nadrukkelijk laten horen in het maatschappelijk debat over ethisch gebruik van data en techniek. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de gevolgen van technologische innovaties, maar ook aan het bieden van een visie voor welke maatschappelijke opgaven wij technologie ontwikkeld willen zien. De invoering van nieuwe technologieën heeft invloed op de samenleving, op hoe wij samenwerken en met elkaar omgaan. Daarbij is de digitale infrastructuur in handen van vijf commerciële Amerikaanse bedrijven. Ook de overheid zet in op technologische toepassingen zoals Smart Cities. Aan de basis van veel van de nieuwe technologieën ligt het verzamelen en gebruiken van data en het inzetten van algoritmen. Dat roept vragen op. Waar vindt de democratische controle plaats? Wie weegt de belangen en waarden bij het verzamelen en gebruiken van data en het inzetten van algoritmen? Tsjalling Swierstra, hoogleraar techniekfilosofie aan de Universiteit Maastricht, sprak erover in de Eerste Kamer: ‘We moeten nog nieuwe vormen van ethiek en democratie ontwikkelen om die constante wisselwerking tussen techniek, leven en maatschappij in goede banen te leiden.’ Daar kan de archivaris met zijn of haar kennis over de macht van informatie en democratisch bestuur een bijdrage aan leveren. Het landschap van de overheidsarchieven zal de komende jaren gaan verschuiven. Minister Arie Slob heeft zijn plannen in grote lijnen neergezet in een document dat binnen de sector bekendstaat als ‘de brief van Slob’. Slob wil komen tot ‘een landelijke visie op een duurzame en efficiënte inrichting van het rijksarchief en de toekomst van een landelijk dekkend netwerk voor archieven’. De minister laat ‘bij de digitale ontwikkelingen het langetermijnperspectief leidend […] zijn voor het denken over de RHCfunctie’ en stelt voor dat de RHC’s dat ook doen als het gaat om de erfgoedfunctie. De nationale strategie van DEN kan daarbij een uitgangspunt zijn. De RHC’s kunnen een meer actieve rol gaan pakken binnen een regionaal netwerk om onze collecties uit te dragen. Archiefinstellingen hebben een unieke positie, want met de collecties die wij beheren staan wij veel dichter bij de samenleving dan musea dat doen. Onze collecties herbergen letterlijk de verhalen van de generaties. Voor inspiratie introduceert het Archievenblad een nieuwe serie. In 2019 leest u over het archief dat midden in de samenleving staat. Welke rol spelen archivarissen in het maatschappelijk debat? Op welke manier bereiken archiefinstellingen nieuwe doelgroepen? Hoe sluit je als instelling aan bij de actualiteit en hoe verzamel je een representatieve collectie? De aftrap in dit februarinummer wordt gedaan door oudhoofdredacteur René Spork. De redactie wenst u allen een goed 2019! n Bernadine Ypma n hoofdredacteur@archievenblad.nl ‘Als we de processen in de stad gaan delegeren aan sensoren, algoritmen en het Internet of Things – wie controleert dan alle waarden en belangen die in zulke systemen verborgen zitten?’ Tsjalling Swierstra, hoogleraar techniekfilosofie Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen In Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt tienmaal per jaar. Alle leden van de KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Merel Geerlings, Mirjam Schaap, May Scheepers, Geert Stroo, Cees Tromp, Floortje Tuinstra, Bernadine Ypma (hoofdredacteur), Marian de Vos, Nick Werring, Vera Weterings. Vaste medewerkers Niels Bongers, Peer Boselie, Wouter van Dijk, Puck Huitsing, Charles Jeurgens, Hannie KoolBlokland, Erik Kraai, Noor Schreuder, Christian van der Ven, Bert de Vries. Redactieadres Archievenblad Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: redactie@archievenblad.nl Email persberichten: nieuws@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van de KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het KVANbureau. Ook voor adres wijzigingen kunt u daar terecht. KVAN-bureau Postbus 5135, 1410 AC Naarden Telefoon: (035) 542 74 35 Email: info@kvanbrain.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Product- en personeelsadvertenties Sales & Services geeft inlichtingen over tarieven en plaatsing van alle advertenties. Postbus 2317, 1620 EH Hoorn Telefoon: (0229) 21 12 11 Fax: (0229) 27 04 04 Email: administratie@salesandservices.nl Ontwerp Infour, marketing en communicatie, Heerlen Opmaak Els Gulpen Grafische Vormgeving, Heerlen Druk Damen Drukkers, Werkendam Covertekening Niels Bongers ISSN 13854186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt in maart 2019. Citaat van de maandnummer 1 2019 n 5 toestemming krijgen om stukken te raadplegen. Dienstverlening was maatwerk: de onderzoeker overlegde met de archivaris, die vervolgens aan de hand van de eigentijdse toegangen in het depot de benodigde stukken bij elkaar zocht. Deze werden aan de onderzoeker uitgeleend, die ze dan thuis op zijn gemak kon lezen. Fruin vond het hinderlijk dat hij door zijn knieblessure niet in staat was naar Den Haag te reizen om persoonlijk met Van den Bergh van gedachten te wisselen. Hij moest zich schriftelijk behelpen. In zijn eerste brief vuurde hij maar liefst dertien vragen op de archivaris af. Vragen die soms dermate specialis tisch waren dat ze volgens de schrijver beter meteen doorge speeld konden worden naar Pieter Leupe, een medewerker die als autoriteit voor de koloniale en marinearchieven gold. Het tweetal reageerde razendsnel en stuurde binnen twee dagen de antwoorden en bijbehorende stukken naar Fruins woonadres in Rotterdam, die uiterst dankbaar reageerde. De weken daarop volgden nog drie brieven met vergelijkbare verzoeken om inzage en afschriften én hulp bij het traceren van archieven. Uit deze correspondentie rijst een interessant beeld op. Natuur lijk, de dienstverlening was anno 1868 noodzakelijkerwijs anders ingericht dan nu. Maar veel interessanter is dat zelfs een archieftijger van het kaliber Fruin bij zijn onderzoek een beroep moest doen op de deskundigheid van Leupe en Van den Bergh. De grote Fruin, die zo veel artikelen over bronnenkritiek schreef en wiens collegedictaten over de staatsinstellingen van de Republiek nog in mijn studententijd als onovertroffen golden. Dat zelfs gespecialiseerde onderzoekers hoge verwachtingen hebben van de deskundigheid van onze dienstverleners, is blijkbaar van alle tijden. n Hanno de Vries n Nationaal Archief. De archiefervaring van Hanno de Vries Het archief is het geheugen van de eigen organisatie. Om die reden grijpen medewerkers van het Nationaal Archief vaak terug op het archief van het Algemeen Rijksarchief 1802- 1966. In mijn geval vooral om uit te zoeken waarom de collectie zo is geworden als we haar nu kennen. Maar soms stuit je onbedoeld op stukken die uitnodigen tot reflectie op ons huidige werk. ‘Amice, Ik zou al voor eenigen tijd het bezoek aan het Archief hebben gebracht dat ik u een maand geleden op de vergadering van Letterkunde had aangekondigd, maar een kwetsuur aan mijn linker knie, ten gevolge van een val, heeft mij eenigen tijd zittende en thuis gehouden. Nu begint het te beteren, doch ik kom nog niet verder dan den tuin – met het weer van de laatste dagen nog zo kwaad niet.’ De woorden dateren uit de zonovergoten zomer van 1868 en zijn afkomstig van niemand minder dan Robert Fruin, de bekende Leidse hoogleraar, die als een van de grondleggers van de moderne historische wetenschap geldt. Fruin kende rijksarchivaris Van den Bergh persoonlijk van de Leidse Maatschappij voor Letterkunde. Blijkbaar had hij hem daar laten weten dat hij aan een artikel werkte over het boekje De iure praedae (over het buitrecht) van Hugo de Groot uit 1604. Dit artikel is te vinden in de Verspreide Geschriften van Fruin en staat bol van de verwijzingen naar publicaties van collega historici en juristen. Maar de gedreven onderzoeker putte ook rijkelijk uit de archieven van de StatenGeneraal en de VOC. Niet verwonderlijk: nog in 1973 stelde professor Poelhekke dat Fruin als geen ander de weg in de vaderlandse archieven wist. De correspondentie van Fruin en Van den Bergh geeft inzicht hoe dit artikel tot stand is gekomen. Daarbij moeten we bedenken dat het Rijksarchief anno 1868 nog gehuisvest was in het Logement van Amsterdam aan het Plein. Het gebouw kende geen studiezaal en de collectie was nog niet ontsloten door inventarissen die ook voor externen beschikbaar waren. Alleen personen die de rijksarchivaris persoonlijk kende, konden van hem Hanno de Vries voor het pand van het oude Rijksarchief aan het Plein in Den Haag (foto Marian de Vos). De historicus Robert Fruin, niet te verwarren met de gelijknamige archivaris (foto Jan Goedeljee, 1879).6 n 2019 nummer 1 Omdat het veelal gaat om heikele politieke kwesties is voorzichtigheid en vooral zorgvuldigheid geboden. Het Stadsarchief wordt in elk geval (h)erkend als hoe der van bronnen en als expertisecentrum. Straatnaamgeving en gedenktekens Vanaf mei 1850 bepaalde het college van B en W officieel de straatnaamge ving. Nog tot 1896 mochten ook particulieren straatnamen geven aan straten waar zij de eigenaar van waren. Vaak werden straten vernoemd naar gebouwen in de buurt, mensen die in de straat woonden of bekende bedrijven uit een straat. Zo heette een straat in de omgeving van de SintLaurenskerk de Kerkstraat of Toren straat. Ook was er een Halvemaansteeg als verwijzing naar brou werij De Halve Maan. Wanneer straten naar personen vernoemd werden, gebeurde het nog weleens dat wanneer een persoon verhuisde of overleed, de straatnaam gewoonweg veranderde. Na een nieuwe verorde ning kwam er in 1896 een einde aan de mogelijkheid voor particulieren om zelf een straat te vernoemen. In 1941 werd er een straatnamencommissie ingesteld om het college van B en W te adviseren bij het geven van straatnamen. Verzoeken voor straatnaamgeving worden door gebiedscommis sies en burgers gedaan en de gemandateerde wethouder neemt De negentiende eeuw is de tijd van een vaderlands geschied beeld dat nu pas echt breed ter discussie staat. In Nederland heerste na de Franse bezetting (17951813) een ‘vaderlands ondergangsgevoel’ dat van invloed is geweest op een roman tisch en nationalistisch oerNederlands geschiedbeeld: de Bata vieren tegen de Romeinen, de Republiek tegen de Spanjaarden, de Verenigde Nederlanden als heerser over de wereldzeeën, enzovoort. Historici hebben en presenteren al decennialang een veelzijdiger beeld. Het grote publiek krijgt van de huidige rege ring evenwel nog steeds te horen dat ‘de gedeelde geschiedenis ons maakt tot wat we samen zijn’ 1 , terwijl op tal van fronten identiteitsdiscussies worden gevoerd die juist gaan over een nietgedeeld verleden waarbij emanciperende groepen een plek opeisen in de geschiedschrijving. Daarbij worden ‘goed’ en ‘fout’stellingen betrokken die op zich weinig vruchtbaar zijn, maar die je wel kunt gebruiken in het onderwijs. Kwesties Straatnaamgeving, (oprichting van) gedenktekens, homo emancipatie (wering uit gemeentedienst), onderzoek naar Joods rechtsherstel, onderzoek naar het koloniale en slavernijverleden van Rotterdam en schriftelijke raadsvragen over de viering van honderd jaar actief vrouwenkiesrecht, met name over de rol van Suze Groeneweg en J.F. van Kersenvan Muijlwijk (eerste vrouwen in de Rotterdamse gemeenteraad): aan spraakmakende kwesties hebben we in Rotterdam geen gebrek. Als gevolg van door de gemeenteraad vastgestelde moties en/of uitgebreide discussies in de pers raakt het Stadsarchief Rotterdam betrokken bij het ene na het andere onderzoek. Stadsarchief Rotterdam: midden in de samenleving René Spork n Van straatnamen tot standbeelden en van vrouwenkiesrecht tot slavernijverleden: identiteitsdiscussies worden over de volle breedte van de samenleving gevoerd. Archiefinstellingen worden daar vanwege hun unieke positie steeds vaker bij betrokken. Hoe ga je als instelling zorgvuldig om met gevoelige maatschappelijke kwesties die onder een vergrootglas liggen? In een nieuwe reeks artikelen gaan we op zoek naar de relatie archief en samenleving. In dit nummer bijt René Spork het spits af vanuit Rotterdam. Tekening: Niels Bongers.nummer 1 2019 n 7 overleden Nederlandse VOCzeevaarder Witte Corneliszoon). In juni 2018 begon zich een actiegroep te roeren, die het niet verantwoord vond dat een dergelijk centrum de naam droeg van een man die bekendstond om zijn ‘agressieve kolonialisme’. Kennis ontbreekt soms Actievoerders worden niet altijd gehinderd door kennis. Zo merkte Siebe Thissen, hoofd van het programma Beeldende Kunst & Openbare Ruimte in Rotterdam, in Trouw2 over het inmiddels omstreden standbeeld van Piet Hein in Delfshaven op: ‘Het staat vast dat Hein (15771629) al zes jaar was overleden toen zijn werkgever, de WestIndische Compagnie, zich met de transAtlantische slavenhandel ging bemoeien.’ Hein toonde bovendien in brieven mededogen met de in de Mexicaanse zilvermijnen tot slaaf gemaakte indianen. Bij het standbeeld wordt als gevolg van de discussies een aangepaste plaquette geplaatst, die een heel wat positievere inhoud krijgt dan menig actievoerder verwacht. Dat wordt nog wat. Traditioneel onderzoek Wat een turbulentie! Waar is de tijd dat een archivaris in zijn of haar kamer achter gesloten deuren, ver van de actualiteit, kon werken aan het schrijven van een stadsgeschiedenis? Onderzoek, als het je al wordt gegund, moet tegenwoordig relevant zijn. het besluit. De straatnamencommissie bestaat uit ambtelijke (de gemeentearchivaris) en nietambtelijke leden, waardoor de kwaliteit en objectiviteit van de adviezen voor straatnamen worden gewaarborgd. In 2018 is de taak van de commissie uitgebreid met gedenktekens en luidt de naam ‘Commissie van advies inzake straatnamen en gedenktekens’. De aanvraag voor een gedenkteken wordt op haalbaarheid getoetst door middel van onder meer de volgende criteria: a. historisch belang voor buurt, wijk, stad of land; b. maatschappelijk draagvlak. Discussies Straatnaamgeving is onderhevig aan heftige discussies. Meteen worden stellingen betrokken door met name de uiteinden van het politieke spectrum: de straatnaam is goed (wat is er mis met een zeeheld, mag Nederland zijn helden niet meer eren?) of fout (kwetsend voor mensen die geleden hebben onder het kolonialisme). Probeer daar maar eens tussen te komen met het afgewogen oordeel van de vakhistoricus. Wellicht krijgt de straatnamencommissie er een taak bij: het hernoemen van straten. Het primaat in dezen ligt bij de politiek. Bekend is de discussie over de naamsverandering van het Rotter damse Kunstcentrum Witte de With. Het creatieve centrum is gevestigd aan de Witte de Withstraat (vernoemd naar de in 1658 >> Naar aanleiding van maatschappelijke kritiek heeft Kunstcentrum Witte de With besloten een naamswijziging door te voeren. Foto: Wikimedia Commons (PDM).8 n 2019 nummer 1 tevens de redactie en productie van het Rotterdams Jaarboekje. De stadsarchivaris is in die hoedanigheid hoofdredacteur. Steeds vooruit Het heersende ethos in wederopbouwstad Rotterdam is vooruit, niet achteruit: door, door, dóór. Geschiedenis is in de stad moeilijk aan de man te brengen, juist omdat niet iedereen een gedeeld verleden heeft en omdat de bebouwde omgeving niet veel sporen van het vooroorlogse verleden bevat. Trots op de stad is er wel. Tegen die achtergrond is het dan wel weer opmerkelijk dat het stadsbestuur geschiedbeoefening blijft bevorderen met opdrachten. Zo verschenen in Rotterdam in 1999 en 2000 in opdracht van het gemeentebestuur twee delen stadsge schiedenis: Stad in aanwas van Arie van der Schoor belicht de geschiedenis tot 1813, terwijl Paul van de Laar in Stad van formaat de periode 18131975 bespreekt. Van de Laar is hoog leraar stadsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit en directeur van Museum Rotterdam. Kroniek De moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 leidde tot de opdracht aan het stadsarchief om een kroniek samen te stellen van alle gebeurtenissen rond het optreden van Fortuyn in de lokale politiek tot aan de fatale datum. Bij deze publicatie van Albert Oosthoek zit een dvd met optredens van Fortuyn bij de lokale omroep RTV Rijnmond. Een motie in de raad van Manuel Kneepkens (Stadspartij) leidde in 2004 tot de publicatie Mannen van gezag, Rotterdam 1940-1975, over de burgemeesters van de wederopbouw: P.J. Oud, G.E. van Walsum en W. Thomassen (externe auteur Jan Oudenaarden). Het Stadsarchief begeleidde en produceerde de uitgave. Vervolgopdrachten Discussies over de eerdergenoemde twee delen stadgeschie denis leidden tot vervolgopdrachten: Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog (2011, Hans van der Pauw, gedetacheerd bij het Stadsarchief) en De dorpen van Rotterdam (2013, Arie van der Schoor). De eerste titel voorziet in de behoefte om meer aandacht te besteden aan een voor Rotterdam dramatische periode: het bombardement in de Tweede Wereldoorlog. De tweede titel is een gevolg van kritiek: prachtig, die twee delen stadsgeschiedenis, maar hoe zit het met het perspectief van de samenstellende delen van Rotterdam, de voormalige gean nexeerde dorpen en gemeenten? Deze opdracht kwam overi gens voor rekening van de Stichting Rotterdam is vele Dorpen. Oudgemeentearchivaris Els van den Bent mocht werken aan haar boek (en proefschrift) Proeftuin Rotterdam (2011) als een aanvullend, meer actueel deel op de twee eerder uitgebrachte delen stadsgeschiedenis. Bij dit onderzoek naar de jongste stadsgeschiedenis van 1975 tot 2005 is vooral gekeken naar de invloed van het stadsbestuur op de maakbaarheid van de stedelijke samenleving. Een recente opdracht betrof een onderzoek naar de geschie denis van wijkraden en deelgemeenten naar aanleiding van het opheffen van het deelgemeentebestel. In Rotterdam verscheen in 2017 van de hand van Sjef van de Poel (gedetacheerd bij het Stadsarchief): Betwist Bestuur, wijkraden en deelgemeenten in Rotterdam. De wijkraden en deelgemeenten hebben in de geschiedenis van Rotterdam ruim 67 jaar een belangrijke, maar niet onomstreden rol vervuld. Dat is de aanleiding voor dit Onderzoek was bij het Stadsarchief Rotterdam een wetenschappelijk informatieve taak, die oorspronkelijk ook door de gemeentear chivaris zelf werd uitgevoerd. De gemeentearchivaris is volgens de wet behalve administratief ambtenaar namelijk ook weten schappelijk ambtenaar. Onderzoek werd verricht in samenwer king met de wetenschappelijke staf van chartermeesters en wetenschappelijk archiefambtenaren over wie het Stadsarchief beschikte ter ontsluiting van de historische bronnen. Reorganisaties De gemeentearchivarishistoricus is tegen het einde van de vorige eeuw door de eisen van de tijd in toenemende mate vervangen door de gemeentearchivarismanager, zoals ook de oude wetenschappelijke staf geleidelijk is vervangen door beheerders van collecties, aldus Arie van der Schoor, historicus bij het Stadsarchief Rotterdam. De behoefte aan wetenschap pelijkinformatief onderzoek is echter altijd blijven bestaan en groeide zelfs, zowel intern als extern. Na allerlei reorganisaties en inkrimpingen beschikt het Stadsarchief nog slechts over één vaste wetenschappelijk onderzoeker, die belast is met zowel historisch onderzoek voor interne en externe opdrachtgevers als de coördinatie daarvan. Deze onderzoeker doet Standbeeld van Piet Hein in Delfshaven, in 1870 vervaardigd door Joseph Graven. Foto: F. Eveleens, Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0). >>nummer 1 2019 n 9 worden op de hoogte gehouden van de voortgang van de onder zoeken. Het Stadsarchief faciliteert en begeleidt de onderzoeken die openbaar worden. Roof en rechtsherstel In Amsterdam en Den Haag is en in Rotterdam wordt nu onder zoek gedaan naar de opstelling van de gemeentebesturen ten aanzien van roof en rechtsherstel. De situatie in Rotterdam is anders dan die in Amsterdam en Den Haag vanwege het bombar dement. Iedereen werd immers onteigend. Van erfpacht en straatbelastingkwesties (‘immorele heffingen’) is in Rotterdam, in tegenstelling tot Amsterdam en Den Haag, minder sprake. Wel moet worden onderzocht of gelijke behandeling heeft plaats gevonden (Joden/nietJoden) wat betreft rechtsherstel bij ont eigeningen. Het onderzoek neemt een paar jaar in beslag. Identiteitspolitiek De onderzoeksopdracht naar het koloniale en slavernijverleden van Rotterdam heeft al voor het nodige politieke gekrakeel gezorgd. Naar aanleiding van een artikel in Trouw3 over het onderzoek stelde VVDgemeenteraadslid Tim Versnel allerlei vragen aan het college: ‘Wat lost dit op? Wat zal het ons leren, dat we niet al weten? Waar is men op uit? Is het genoegdoe ning? Wil men, nog meer dan al is gedaan, boetedoening? Of een verdere herwaardering van onze nationale geschiedenis?’ Met die laatste vraag, waarop we alleen maar ‘ja’ kunnen antwoorden, zitten we meer midden in de identiteitspolitiek. Er zit voor Tim Versnel en anderen niets anders op dan de uitkomsten van het ongetwijfeld zorgvuldige onderzoek af te wachten. Eerst daarna is een ongetwijfeld meer vruchtbare, gefundeerde en intelligentere discussie mogelijk. n René Spork n tot 1-1-2019 (pensioendatum) werkzaam bij het Stadsarchief Rotterdam. onderzoek naar de ontwikkeling van en de bestuurlijke besluit vorming over het wijkraden en deelgemeentebestel. Genoemde publicaties vormen de ruggengraat van of zijn een aanvulling op de stadsgeschiedenis van Rotterdam. Maatschappelijke discussies Een heel andere tak van wetenschapsbeoefening betreft het geschiedkundig afleggen van rekening en verantwoording door Rotterdam (daar komt het feitelijk op neer) als antwoord op raadsvragen of als uitvoering van moties. Een onderzoek dat niet tot publicatie leidde betrof het onderzoek naar het weren van homo’s uit gemeentelijke dienst. ‘Als homo kreeg je in de jaren vijftig geen baan bij de gemeente Amsterdam’, kopte Trouw op 30 november 2017. Uit bewaard gebleven archiefbescheiden van de beoordelingscommissie Zedelijk Gedrag Gemeenteperso neel blijkt dat in Amsterdam 15% van de ruim 1500 sollicitanten werd afgewezen op vermoeden van homoseksualiteit. D66 heeft het stadsbestuur gevraagd of dat in Rotterdam ook het geval was. Die vraag is uiteindelijk terechtgekomen bij en beantwoord door het Stadsarchief. Gezien het benauwende klimaat in de jaren vijftig is het mogelijk dat sollicitanten zijn afgewezen puur vanwege hun seksuele geaardheid, maar er zijn geen bronnen overgeleverd waarmee dat nu nog te bewijzen is. Op ‘ontucht’ tussen meerderjarigen en minderjarigen van hetzelfde geslacht stond overigens tot begin jaren zeventig een gevangenisstraf. Grote kwesties Deze en andere maatschappelijk relevante onderzoeksvragen leiden veelal niet tot publicatie. Dat ligt anders bij grote kwesties waar rechtsherstel in het geding is of verantwoording moet worden afgelegd in politiek gevoelige kwesties. Twee belang rijke dossiers in dit verband – voortvloeiend uit door de raad aangenomen moties – betreffen het onderzoek naar Joods rechtsherstel en het onderzoek naar het koloniale en slavernij verleden van Rotterdam. Gezien de gevoeligheden heeft het Stadsarchief ervoor gekozen beide onderzoeken niet zelf uit te voeren (want dan keurt de slager zijn eigen vlees), maar om deze uit te besteden aan achtereenvolgens het NIOD en het KITLV. Onderzoekers van deze instituten zijn gedetacheerd bij het Stadsarchief. Klankbordgroepen met de juiste stakeholders Noten 1. Zie: René Spork, ‘Vertrouwen op het verleden. Lessen uit het regeerakkoord’, Archievenblad (2017), nr. 10, 1213. 2. 8 september 2018. 3. 25 augustus 2018. René Spork: ‘Het heersende ethos in wederopbouwstad Rotterdam is vooruit, niet achteruit. Geschiedenis is in de stad moeilijk aan de man te brengen, juist omdat niet iedereen een gedeeld verleden heeft en omdat de bebouwde omgeving niet veel sporen van het vooroorlogse verleden bevat. Trots op de stad is er wel.’ Foto: Wikimedia Commons (CC BY-SA 3.0)Next >