archievenblad sinds 1892 jaargang 122 2018 4 Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandUNIEK IN ARCHIEFONDERWIJS OP ZOEK NAAR MEER VAKKENNIS? CURSUS ARCHIEFBEWERKING 7 dagen woensdag 19 september, 3, 17 en 31 oktober, 14 en 28 november en 12 december 2018 SEMINARCYCLUS ARCHIVISTIEK VOOR NIET-ARCHIVARISSEN 5 dagen donderdag 1, 8, 15, 22 en 29 november 2018 CURSUS TOEZICHT OP DE DIGITALE OVERHEID 4 dagen maandag 17, dinsdag 18 september, maandag 8 en dinsdag 9 oktober 2018 MEER WETEN? Op hva.nl/archiefschool vindt u het complete cursusaanbod. Heeft uw organisatie behoefte aan een training op maat? Neemt u dan contact op met Marieke de Haan, telefoon 06 21158 210. CONTACT archiefschool@hva.nl hva.nl/archiefschool CREATING TOMORROW DE HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM ARCHIEFSCHOOL VERZORGT NA- EN BIJSCHOLING VOOR DE ARCHIEFSECTOR. nummer 4 2018 n 3 36 ‘In mijn beleving zijn archieven een brug naar de toekomst’ Op 23-jarige leeftijd moest hij zijn geboorteland Irak plotseling ontvluchten. Met de kleren die hij droeg als enig bezit, moest hij een nieuw bestaan opbouwen in Nederland. Inmiddels wordt hij gezien als een van dé e-depotspecialisten in het archiefwezen en geeft hij in heel Nederland trainingen. Hoe doe je dat? Een openhartig gesprek met Rafaat Alebate. Cees Tromp n 10 Archivaris: toezichthou der en kennispartner in de informatieketen De afgelopen jaren is er het nodige veranderd in de invul- ling van de toezichtfunctie van Het Utrechts Archief. Wat is er gewijzigd en wat betekent dat voor het archieftoezicht in de regio Utrecht? Joost van Koutrik n Inhoud 06 De klant is koning!? Bij nieuwe producten wordt te vaak vanuit de techniek en te weinig vanuit klant- behoeften gedacht, terwijl producten uiteindelijk voor mensen worden gemaakt. Ook archie ven stappen vaak in deze valkuil, maar hoe moet het dan wel? De studie dag over klantenkunde van het Kennisplatform Dienstverlening bood uitkomst. Vera Weterings n 14 Maarten Hell: ‘Eenvoudige vragen zijn het moeilijkst te beantwoorden’ Maarten Hell promoveerde recent op een boek over de geschiedenis van het Amsterdamse herbergwezen. Tot op heden was dit een onderbelicht aspect van de levendige vroegmoderne periode van onze hoofdstad. Welke inzichten heeft dat opgeleverd? Wouter van Dijk n 04 Van de redactie 05 De archiefervaring 06 De klant is koning!? Betere dienstverlening door meer klantenkunde, Vera Weterings 08 Een mooi tijdsbeeld, Amanda Verdonk 10 Archivaris: toezichthouder en kennispartner in de informatieketen. Archieftoezicht in de regio Utrecht, Joost van Koutrik 13 Saudade: een bijzondere kruisbestuiving tussen kunst en archieven, Myrthe Korf 14 Maarten Hell: ‘Eenvoudige vragen zijn het moeilijkst te beantwoorden’, Wouter van Dijk 18 Van Toezicht naar Governance, Frans Smit 20 Het Plakkaat en andere constitutionele topstukken, Paul Brood 21 Open brief, Daan Hertogs 22 ‘Het strategisch belang van goede informatie wordt nog steeds onderschat.’ Ondanks roep om standaardisatie blijft toezicht maatwerk, Nine Pankras 24 Alle mensen | Hans Jansen na 42 jaar met pensioen 25 Column | Het toezicht faalt!?, Puck Huitsing 26 Utrecht op film. De mooiste filmbeelden van Utrecht 1920-1980, Bernadine Ypma 28 Inventariseren anno 2018 (2). Een rondje langs het veld, Floortje Tuinstra en Marian de Vos 32 Archiefmonument 33 Column 34 Uitgelezen 36 Burgerlijke Stand | ‘In mijn beleving zijn archieven een brug naar de toekomst.’ In gesprek met Rafaat Alebate, Cees Tromp4 n 2018 nummer 4 ColofonVan de redactie Bijvangst ‘Inspectie: erfgoed als bijvangst?’ Deze opmerking werd gekscherend gemaakt door mijn collega Joost van Koutrik. Daar moest ik even van bijkomen. Ik besprak de opmerking met de redactie van het Archievenblad en dat riep onmiddellijk reactie op: ‘Daar maken we een themanummer van!’ En zo geschiedde. In dit nummer van het Archievenblad aandacht voor de laatste stand van zaken rond archiefinspectie en het belang van toezicht voor archieven als betrouwbare bron. Nine Pankras vroeg aan Peter Diebels en Arnoud Glaudemans naar de praktijk van toezicht op provinciaal en decentraal niveau. Joost van Koutrik legt uit op welke manier er invulling wordt gegeven aan het toezicht op de informatieketen van de gemeente Utrecht tot het (e-)depot van Het Utrechts Archief. Van Koutrik komt in zijn artikel terug op zijn eerdere uitspraak: ‘Het erfgoed is in Utrecht dus geen bijvangst, maar een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.’ Frans Smit geeft inzicht in de ontwikkeling van Information Governance als vakgebied. Betrouwbare archieven zijn het fundament en de bron voor het ‘analyseren van het verleden, het verwerken, om met dat beladen verleden te leren leven en de slacht- offers erkenning te geven’, schrijft Hannie Kool-Blokland in haar column. Rafaat Alebate voorspelt dat over vijftien jaar de presentatie van erfgoedmateriaal volledig locatie-onafhankelijk is dankzij de ontwikkeling van het e-Depot. De website is een belangrijk portal om archieven en collecties aan te bieden aan het publiek. Vera Weterings doet verslag van de studiedag ‘Klant is koning’, georganiseerd onder de vlag van het Kennisplatform Dienstverlening. Luisteren naar de klant stond daarbij centraal en dat heeft Wouter van Dijk ook gedaan, want hij vroeg historicus en auteur Maarten Hell naar zijn ervaringen met archiefinstellingen. Daan Hertogs stuurde een open brief over de noodzaak van samenwerking en afstemming tussen archiefinstellingen bij de ontwikkeling van dienstverlenende producten en diensten. Paul Brood roept ons op om kansen te zoeken en te grijpen om het belang en de bijzondere historische waarde van archiefstukken beter onder de aandacht te brengen. Beeld- en geluidsmateriaal zijn daarbij publiekslievelingen. AVA_Net is een netwerk op het gebied van audiovisueel erfgoed. Voorzitter Harry Romijn stelt dat ‘mensen meer geïnteresseerd [zijn] in familiemateriaal en de geschiedenis van hun omgeving’. Dat weet Het Utrechts Archief ook, want daar kunt u de tentoonstelling Utrecht op film bezoeken. Meer inspiratie over publieksbereik vindt u in de artikelen over de tentoonstelling Saudade van het Expatriate Archive Centre en in de Archief ervaring van Margot America. Het moge duidelijk zijn: erfgoed en inspectie zijn onlos makelijk met elkaar verbonden. n Bernadine Ypma n hoofdredacteur@archievenblad.nl ‘Archieven zijn een brug naar de toekomst.’ Rafaat Alebate, informatiemanager en teamleider Ondersteunende Diensten, Historisch Centrum Overijssel Het Archievenblad is een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen In Nederland (KVAN). Het Archievenblad verschijnt tienmaal per jaar. Alle leden van de KVAN ontvangen het Archievenblad. Redactie Joris van Dierendonck (eindredacteur), Mirjam Schaap, May Scheepers, Geert Stroo, Cees Tromp, Floortje Tuinstra, Bernadine Ypma (hoofdredacteur), Marian de Vos, Nick Werring, Vera Weterings. Vaste medewerkers Roland Bisscheroux, Niels Bongers, Peer Boselie, Wouter van Dijk, Marcel Duijghuisen, Tessa Free, Marieke de Haan, Puck Huitsing, Charles Jeurgens, Hannie Kool-Blokland, Erik Kraai, Noor Schreuder, Christian van der Ven. Redactieadres Archievenblad Westervoortsedijk 67-D, 6827 AT Arnhem Telefoon: (026) 352 16 05 E-mail: redactie@archievenblad.nl E-mail persberichten: nieuws@archievenblad.nl Website: www.archievenblad.nl Abonnementen en ledenadministratie Wie geen lid is van de KVAN kan het Archievenblad bestellen bij het KVAN-bureau. Ook voor adres- wijzigingen kunt u daar terecht. KVAN-bureau Westervoortsedijk 67-D, 6827 AT Arnhem Telefoon: (026) 352 16 05 E-mail: bureau@kvan.nl Website: www.kvan.nl Jaarabonnement Nederland € 78,00 Buitenland € 90,25 Losse nummers € 8,00 Product- en personeelsadvertenties Sales & Services geeft inlichtingen over tarieven en plaatsing van alle advertenties. Postbus 2317, 1620 EH Hoorn Telefoon: (0229) 21 12 11 Fax: (0229) 27 04 04 E-mail: administratie@salesandservices.nl Ontwerp Infour, marketing en communicatie, Heerlen Opmaak en druk Schrijen-Lippertz MediaNova B.V. Coverfoto Niels Bongers ISSN 1385-4186 Het volgende nummer van het Archievenblad verschijnt begin juni 2018. Citaat van de maandnummer 4 2018 n 5 dat de baby op de foto zijn oma was… Hoe mooi is dat! Via haar kleinzoon ben ik met de oma, baby Sineke, in contact gekomen en die wilde me het verhaal over haar familie op die bewuste dag wel vertellen. Op bezoek bij Sineke en onder het genot van dampende koffie en heerlijke koekjes kwamen de verhalen vanzelf: over haar familie, haar jeugd, over het leven in oorlogstijd en dat het voor het ene gezinslid moeilijker was dan voor het andere, over het toen verbrande vee, de onheilspellende geluiden, de sfeer. Deze gebeurtenis had een diepe, onuitwisbare indruk bij haar achtergelaten. De foto bleek een ‘still’ uit een film te zijn, waarvan zij het origineel had. Een oud blik met een filmband. We bladerden door haar familiealbum. Ze sprak vol dankbaarheid over de Engelse soldaten die later vrienden voor het leven waren geworden en vaak terug naar Nederland kwamen. Samenvattend was dit voor haar een dramatische gebeurtenis in oorlogstijd, maar wel een met een positief einde. Dit verhaal sluit exact aan bij waar wij telkens naar op zoek zijn: de verhalen van mensen over gebeurtenissen in het verleden, met foto’s, films en anekdotes, over hoe het vroeger was in Brabant. Het is boeiend om ons materiaal aan de hand van persoonlijke verhalen en herinneringen van mensen kleur te geven. Mensen herkennen zich vaak in verhalen van anderen, daarmee raak je een gevoelige snaar. Feitelijk presenteren wij de verhalen van en door mensen en geven ze door. Dat past ook wel bij deze tijd van de beleveniseconomie en de deelcultuur waarin we leven. Iedereen luistert naar persoonlijke verhalen en wil die verhalen delen. Inmiddels staan er bijna 8000 verhalen op www.bhic.nl. We experimenteren veel, meten de resultaten en doen de dingen waar we in geloven en die intuïtief goed voelen. Daarin hebben we veel vrijheid en het levert meestal ook iets moois op. Er is op dit moment een grote belangstelling voor geschiedenis. Soms denk ik dat het komt doordat mensen behoefte hebben aan een identiteit. In onrustige tijden zoekt iedereen naar houvast en verbondenheid. En vaak vind je die in een gedeeld verleden. n Margot America n communicatiemedewerker bij het BHIC. De archiefervaring van Margot America Vaak kom je in de collectie van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) foto’s tegen waar een bijzonder verhaal achter schuilt. Dit was er zo een! Hij springt in het oog, vertelt ‘n verhaal, drukt paniek en wanorde uit, maakt angst voelbaar, maar biedt tegelijkertijd troost. Ik wilde meer weten over deze foto. Het leverde een kleine geschiedenis op over een groot gezin in oorlogstijd. Terug naar de foto uit 1944. Deze oorlogssituatie speelt zich af bij de boerderij van Antoon Kapteijns in Sint-Michielsgestel. Antoon zit met zijn vrouw en tien kinderen in hun zelfgemaakte schuilkelder onder de boerderij. Rond het middaguur vallen er fosforgranaten ter hoogte van hun erf. Bloedlink natuurlijk, want deze granaten produceren rook en verspreiden fosfor in een straal van vijftien meter. Wegspattende fosfordeeltjes kunnen brand veroorzaken, dus het gezin moet daar snel weg. Engelse soldaten schieten het gezin te hulp bij het evacueren. Op de voorgrond zien we de jongste telg uit het gezin Kapteijns, baby Sineke, toen net een jaartje oud. Links van haar loopt haar zus, de dertienjarige Sjaantje. Deze foto verbeeldt voor mij het gezicht van de oorlog. Was deze misschien in scène gezet? Hoe gaat het nu met de familie? Uit nieuwsgierigheid plaatste ik de foto op onze site en deelde ‘m op onze sociale media. We kregen een paar reacties, maar één reactie verraste me enorm. Een tienjarig jongetje schreef Margot America: ‘In onrustige tijden zoekt iedereen naar houvast en verbondenheid. En vaak vind je die in een gedeeld verleden.’ Evacuatie van een ontredderd gezin in Sint-Michielsgestel in 1944. Foto’s: BHIC. 6 n 2018 nummer 4 te achterhalen wat klanten écht willen? Dat hoeft niet volgens Frank de Wit, teammanager Customer Experience bij de ANWB: ‘Met de vijf simpele stappen verdiepen, definiëren, concept, prototype en testen kun je al in één week een degelijk onder- zoek uitvoeren. Wel is het belangrijk dat je de klant continu centraal stelt.’ Ontstaan uit behoefte De ANWB is bij uitstek een organisatie die vanuit een behoef te is ontstaan. Toen de fiets in opkomst was, heerste er angst over het nieuwe vervoermiddel. Op 1 juli 1883 werd de Nederlandsche Vélocipèdisten-Bond opgericht die fietsscholen organiseerde zodat men kon leren fietsen. Twee jaar later veranderde de naam in Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond, waar de afkorting ANWB vandaan komt. De ANWB bleef voorzien in behoeften: wegen werden verhard, waarschuwingsborden en bewegwijzering geplaatst en een wegenwacht geïnstalleerd. De eerste zeven wegenwachten patrouilleerden op Harley Davidson-motoren op 15 april 1946, later werden dat telefooncentrales en praatpalen die in 2017 door digitale hulpverlening werden vervangen. Kortom, de klantbehoefte staat continu centraal bij de ANWB. Maar hoe weten zij wat klanten willen? Een kwart van de Nederlandse bevolking is immers lid, de doelgroep is uiterst divers. De klant centraal De Wit: ‘Leer je klanten kennen, bekijk fora waar over je geschreven wordt of breng de meest voorkomende vragen op de studiezaal of via e-mail, telefoon of chat in kaart.’ Ook Google Analytics kan handig zijn, aldus Lisa Lucassen van Erf- goed Leiden en Omstreken. Lucassen: ‘Met Google Analytics kun je erachter komen welke pagina’s het meest bezocht worden, uit welke landen bezoekers afkomstig zijn en hoe Iedereen heeft invloed op de gebruikerservaring van een product of dienst: van tekstschrijver tot directielid en van studie zaalmedewerker tot programmeur. ‘Het betrekken van je klanten in het ontwikkelproces en daarna is dan ook van groot belang’, aldus Luud de Brouwer van het Regionaal Archief Tilburg. ‘Bij de ontwikkeling van onze nieuwe website organiseerden we informatiemiddagen. Hierbij lag de focus niet zozeer op de uitleg over de site, maar vooral op het luisteren naar de gebruikers. Een klagende bezoeker biedt immers kan sen op verbeteringen.’ Als je echter niet weet wie je klanten zijn en welke behoeften ze hebben, moet je ze leren kennen. Maar is het niet een tijdrovend en kostbaar proces om De klant is koning!? Betere dienstverlening door meer klantenkunde Vera Weterings n Bij nieuwe producten wordt te vaak vanuit de techniek en te weinig vanuit klantbehoeften gedacht. Terwijl producten uiteindelijk voor mensen zijn gemaakt en het dus belangrijk is om die mensen te leren kennen. Ook archieven stappen nog te vaak in deze valkuil. Er bleek grote behoefte aan hand vatten. De studiedag over klantenkunde van het KIAKennisplatform Dienstverlening was dan ook binnen een paar dagen volgeboekt. De sprekers van de dag delen hun belangrijkste tips. Studiedag ‘De klant is koning’. Foto: Raymond Waagen.nummer 4 2018 n 7 ze de website gebruiken.’ Google Analytics vertelt echter niets over gebruikerservaring en daarom is Jill Hungenaert, een col- le ga van Lucassen, ook gestart met het afnemen van inter views, het gebruiken van eye tracking-software en het uitvoeren van micro-enquêtes. ‘Zulke kleine enquêtes zijn erg effectief om dat je specifieke vragen kunt stellen aan je publiek en ver vol gens heel gericht kunt inspelen op de verwachtingen en wensen van het publiek’, aldus Lotte Belice Baltussen van de Anne Frank Stichting. Behoeften vertalen ‘If I had asked people what they wanted, they would have said faster horses’, zo luidt de wereldberoemde uitspraak van Henry Ford, grondlegger van de eerste auto geproduceerd aan de lopende band. Mensen denken vooral vanuit bestaande kaders en zullen daar in het beantwoorden van vragen op voortborduren. Toch bleek de auto een groot succes, mensen hadden immers wel de (latente) behoefte om zich sneller en comfortabeler te verplaatsten. De Wit: ‘Voor een goed beeld van de klantbehoefte heb je al genoeg aan honderd respon- denten en voor een gebruiksvriendelijkheidsonderzoek heb je al genoeg aan vier testers om tachtig procent van de problemen te achterhalen.’ Wanneer je genoeg inzichten hebt verzameld, is het tijd voor het definiëren van de grootste behoeften. Vergeet eindeloze vergaderingen en projectbeschrijvingen, maar maak een schets. Een afbeelding zegt immers meer dan duizend woorden. De Wit: ‘Zelfs als je geen tekentalent hebt kun je met een schets duidelijker maken wat je voor ogen hebt, dan door er conceptueel over te praten. Die schets kun je vervolgens aan een groep presenteren, zodat je samen de plus- en minpunten boven tafel kunt krijgen.’ Hierna is het tijd om een prototype te ontwikkelen en dat hoeft niet veel te kosten. De Wit: ‘Wees creatief, maak bijvoorbeeld een app van papier in plaats van uren te programmeren.’ Luisteren en bijsturen Met het prototype kun je het nieuwe product testen en daarbij is het van essentieel belang om mensen te observeren. De Wit: ‘Door mee te kijken hoe mensen met het product omgaan, leer je immers meer over je eigen product én van je klanten.’ Naast observeren kun je ook actief met je gebruikers aan de slag met card sorting: ‘Dat is een methode waarbij je samen met gebruikers bepaalt wat een logische indeling en naamgeving is voor de informatie op jouw site.’ De Brouwer: ‘Ook het schrijven van helpteksten kan verhelderend zijn. Niet alleen voor de gebruikers, maar ook voor onszelf. Hierdoor wordt namelijk direct duidelijk of de site wel echt logisch is opgebouwd.’ Dienstverlening op maat ‘Het begrijpen van de behoeften van de doelgroep is belangrijk, maar nog belangrijker is om je te realiseren dat je als archief verschillende doelgroepen bedient’, stelt Marie Juliette Marinus, adviseur wetenschappelijk werk en archiefbeleid bij het Felix- Archief in Antwerpen. Het Vlaamse archief gebruikt al sinds 1999 de website als de motor van de dienstverlening en zet sinds 2006 volop in op digitalisering. Bij het ontwikkelen van een nieuwe site stelde het archief de klantbehoeften centraal. Hoewel het archief zich goed realiseerde dat dé klant niet bestaat, was het doel wel één site te ontwikkelen die iedereen op de gewenste wijze bedient. Er werden brainstormsessies georganiseerd met webdesigners, medewerkers en enkele mondige klanten om persona’s te ontwikkelen die representatief waren voor de verschillende bezoekers en hun wensen. Dit resulteerde in zeven heldere klantprofielen die het archief sindsdien gebruikt om de dienstverlening op aan te passen. Snel en zonder moeite De website is bijvoorbeeld dusdanig aangepast dat men bij het zoeken naar een adres moeite moet doen om niet bij een bouwdossier uit te komen, dit om de ‘verbouwer’ – zo’n tweederde van het publiek van de analoge studiezaal – beter van dienst te kunnen zijn. De ‘verbouwers’ willen hun benodigde archiefmateriaal immers ‘snel en zonder moeite’. Voor elk klantprofiel had het archief zo’n eenvoudige slogan bedacht. Zo wil de onderzoeker alles zien; de student wil Google en digitaal; de genealoog wil zijn dienstverlening gezellig en gemakkelijk; de politieke gebruiker betrouwbaar en beveiligd; de interne medewerker snel en geïntegreerd; en de heemkundige houdt van gemakkelijk te vinden en interessant. Voor de uitrol in de praktijk betekende dit dat medewerkers werden opgeleid aan de hand van deze klantprofielen en voortaan elk contact aan een profiel moes- ten linken om zich ervan bewust te zijn dat elke doelgroep een andere behandeling vereist. Marinus: ‘Beter goede dienstverlening aan mijn doelgroep dan half werk voor iedereen.’ Besluit De studiedag werd afgesloten met een film over de online archiefbezoeker. De film en bevindingen zijn te vinden op kia.pleio.nl in het Kennisplatform Dienstverlening. n Vera Weterings n redacteur Archievenblad en stafmedewerker pr, marketing en communicatie bij CBG|Centrum voor familie geschiedenis. Tekening: Niels Bongers. Klantprofielen van het FelixArchief Antwerpen, v.l.n.r. heemkundige, genealoog, student, verbouwer, medewerker, onderzoeker en politieke gebruiker.8 n 2018 nummer 4 AVA_Net richt zich dus behalve op archieven eveneens op andere instellingen met AV-collecties, zoals LIMA (mediakunst) of bedrijfsarchieven zoals die van de Stichting Heineken Collection, en er wordt samengewerkt met SURF, een koepelorganisatie voor hogeronderwijsinstellingen en mediatheken. Gezamenlijk versterkt AVA_Net zo de positie van het audiovisuele erfgoed en treedt op als belangenbehartiger. Veranderende formaten Nog regelmatig worden grote ladingen beeld- en geluids - mate riaal, afkomstig uit loodsen, zolders en schuren, aange- boden aan de collectiehouders, en dat in heel veel verschillende formaten. Het medium film, nu ruim een eeuw oud, kent zo’n vijf verschillende formaten. Toen de analoge video vanaf de jaren zestig zijn intrede deed, waren dat er al twintig en digitale video had nog veel meer formaten. Daarnaast veranderen beeldverhoudingen en resoluties van tv’s en laptops snel. Hoe kun je al dat oude materiaal op een goede manier door de tijd heen brengen en op een correcte manier weergeven op heden- daagse appa raten? Romijn: ‘Daar zijn verschillende oplossingen voor en ook verschillende meningen over. Door middel van het netwerk proberen we als sector gezamenlijk in te schatten hoe we een medium van een aantal jaren geleden zodanig kunnen AVA_Net zet zich in voor de AV-sector in zijn geheel en brengt hiervoor organisaties met kennis en informatie over het audio- visuele erfgoed bij elkaar. Met behulp van onder andere dertig experts en gezamenlijke projecten voor bijvoorbeeld conser- vering of digitalisering streeft AVA_Net ernaar om dit rijke erfgoed veilig te stellen en te (her)gebruiken. Van Polygoonjournaals en uitzendingen van radiopiraten tot hobbyfilms van verjaardagsfeestjes: sinds de twintigste eeuw is er waarschijnlijk miljoenen uren aan beeld- en geluidsmate- riaal geproduceerd. Natuurlijk kan niet alles voor altijd bewaard blijven, maar naast landelijke en professionele producties zijn ook lokale bijdragen en amateuropnamen het bewaren waard vanwege het tijdsbeeld en het gewone leven dat te zien en te horen is. ‘Lange tijd werd er een beetje neergekeken op lokale en regionale geschiedenis’, vertelt Harry Romijn, voorzitter van AVA_Net. ‘Nu zijn mensen meer geïnteresseerd in familie- materiaal en de geschiedenis van hun omgeving.’ Nationale audiovisuele archieven, zoals het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid en zijn voorgangers, bestaan al langer. Tegenwoordig is er ook aandacht voor audiovisueel erfgoed uit andere bronnen, zoals musea, omroepen, bedrijven en uni- versiteiten. Ook zij beschikken over beeld- en geluidsmateriaal dat zowel van professionals als van particulieren afkomstig is. Een mooi tijdsbeeld Amanda Verdonk n Oude filmrollen, videobanden en cassettebandjes in talrijke formaten blijven maar binnenkomen bij de vele instellingen met een audiovisueel archief. Zij zijn aangesloten bij AVA_Net, een onafhankelijk netwerk van audiovisuele collectiehouders in Nederland. Werkzame afspeelapparatuur van bepaalde beeldformaten begint steeds zeldzamer te worden. Foto: Sebastiaan ter Burg (CC-BY-2.0) Meer weten over AVA_Net? Wil je meer weten over de activi teiten of hoe je mee kunt doen? Heb je vragen over AVarchiverings onderwerpen, ideeën voor samen werking of ben je bezig met een interes sant project? Kijk op www.avanet.nl, neem contact op met een van de AVA_Net Experts of kom naar het symposium op 21 juni. AVA_Net is sinds kort ook actief op het Kennisplatform Audiovisueel Erfgoed, een interactieve ontmoe tings plaats voor professionals in de archief en informatiewereld: kia.pleio.nl.nummer 4 2018 n 9 bewaren dat het ook in de toekomst nog bruikbaar is.’ Het streven is om het origineel zo dicht mogelijk te benaderen, maar het hergebruik wil nog wel eens misgaan. Zo worden films die zijn opgenomen met 18 beelden per seconde soms afgespeeld op een tv met een snelheid van 25 beelden per seconden, waardoor het lijkt alsof de mensen continu aan het rennen zijn. Beelden worden ook weleens opgerekt of ingeduwd om ze in een nieuw formaat te laten passen. ‘Het is toch wel leuk als het verleden niet verminkt overkomt en mensen niet dikker of dun- ner lijken dan ze zijn. Dat proberen we natuurlijk te voorkomen.’ Zeldzame apparatuur Een andere uitdaging is dat werkzame afspeelapparatuur van bepaalde beeldformaten steeds zeldzamer begint te worden. De videoapparatuur vanaf de jaren zestig bevat bijvoorbeeld veel kunststof, dat sneller slijt dan het metaal waar het voor- heen van werd gemaakt. Bovendien blijkt dat bepaalde appa- ratuur van hetzelfde merk en type niet uitwisselbaar is: zo kun je Betamax, Video 2000-video’s of U-matics eigenlijk het beste afspelen op hetzelfde apparaat als waarmee de video is opgenomen. Ook voor het zogeheten Open Reel-formaat begint afspeelapparatuur nu een zeldzaamheid te worden. In de jaren zestig en zeventig werd dit formaat veel gebruikt door tv-omroepen, voor bedrijfsproducties, maar bijvoorbeeld ook door ziekenhuizen. ‘Veel academische ziekenhuizen heb- ben van oudsher een eigen AV-afdeling. Ze filmden bijvoorbeeld operaties voor onderwijsdoeleinden’, weet Romijn. ‘Het is dus nuttig dat de collectiehouders van elkaar weten wie er over zulke zeldzame apparatuur beschikt, zodat we ons gezamenlijk kunnen inspannen om deze beelden te redden.’ Ongecomprimeerd Wie denkt dat het kwijtraken van audiovisueel erfgoed in het huidige, digitale tijdperk tot het verleden gaat behoren komt bedrogen uit, want ook digitale gegevensdragers veranderen van standaard. Vaak worden bestanden gecomprimeerd en versleuteld door gebruik te maken van een bepaalde compri- meertechniek. Denk bijvoorbeeld aan het mp3-formaat voor audiobestanden, dat vanwege streamingsdiensten alweer op zijn retour is. Of het digitale videoformaat mini-DV, dat een tijd populair was maar inmiddels is ingehaald door modernere formaten. De AVA_Net Experts, gespecialiseerd in de nieuwste digitale dragers, kunnen je er alles over vertellen. Romijn: ‘Het mooiste zou zijn als je alle data ongecomprimeerd zou opslaan, maar dat is onbetaalbaar. Dus je hebt te maken met een con- stante migratie, van systeem naar systeem. Maar elke keer dat je migreert, verlies je mogelijk informatie. Daarom blijven de originele opnamen ook altijd waardevol en worden er vaak nieuwe kopievormen van dezelfde opname gemaakt. Dus je bent eigenlijk nooit klaar.’ n Amanda Verdonk n innovatiejournalist (in opdracht van AVA_Net). Symposium ‘Born Digital AV aan de poort’ Waarom zou een familiefilm uit 1910 wel interessant zijn om te bewaren en een smartphonefilmpje uit 2018 niet? We moeten nu al bedenken hoe we ook dit recente mate- riaal gaan bewaren. Want wat nu misschien ordinaire beel- den lijken, kan over een eeuw een interessant kijkje in de huidige tijd geven. Maar het is een illusie om te denken dat op YouTube of in de cloud alles bewaard zal blijven. Hoe krijgen we grip op de exponentiële groei van het born digital-aanbod en hoe bepalen we wat er bewaard moet blijven? Welke afspraken maken we met archiefvormers om het selectieproces te vergemakkelijken? Dat zijn enkele van de centrale vragen op het AVA_Net Symposium op don der dag 21 juni in Beeld & Geluid (Hilversum) met dit jaar als thema ‘Born Digital AV aan de poort’. Het sym po- sium biedt een gevarieerd programma waarin professio- nals die met audiovisueel materiaal werken, samen komen en in gesprek gaan over beheer, behoud en beschikbaar- stelling. Wil je meepraten, inspiratie opdoen of samen- werkingsmogelijkheden bekijken? Kom dan ook en meld je aan op: www.avanet.nl/symposium. Pilot voor gezamenlijke digitalisering Voordat de videocamera’s hun intrede deden in de jaren tachtig, waren de filmformaten 8 en 9,5 mm, ook wel smalfilm, populair onder amateurs en hobbyfilmers. ‘Een interessante collectie’, vindt Arnoud Goos, een van de AVA_Net Experts en teamcoördinator digitalisering bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. ‘Het is veel gebruikt voor home movies zoals verjaardagen, vakanties en een kruipende baby, maar ook voor het leven op straat. Het geeft een heel ander tijdsbeeld dan opnamen van een televisie- of filmregisseur: het zijn ongecensureerde regi- straties.’ Dit jaar start AVA_Net een pilotproject om met meerdere archieven gezamenlijk smalfilm te laten digi- taliseren. Veel archieven beschikken over smalfilm en de collectie blijft groeien. ‘Het voordeel van het digitaliseren van een grote partij in één keer is dat we inkoopvoordeel hopen te behalen. Ook kunnen we het proces hierdoor efficiënter inrichten.’ Collectiehouders met smalfilm zijn welkom om zich aan te sluiten bij het initiatief. Hopelijk volgen later ook gezamenlijke digitaliseringsprojecten voor andere dragers. Regelmatig worden grote ladingen beeld- en geluidsmateriaal, afkomstig uit loodsen, zolders en schuren, aangeboden aan collectiehouders. Foto: Sebastiaan ter Burg (CC-BY-2.0).Next >