Informatiefilosofie van Luciano Floridi 2015 archievenblad Uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in NederlandInhoud 03 Van de redactie 04 Korte inleiding op de informatiefilosofie van Luciano Floridi, Arnoud Glaudemans 09 ”The right people and the right forces need to get together.” Interview with Prof. Luciano Floridi, Arnoud Glaudemans, Rienk Jonker and Frans Smit 19 Silicon Valley meets Muller, Feith en Fruin. Een beschouwing over informatie en ethiek, Frans Smit 2 n 2015 nummer L-F 19 Silicon Valley meets Muller, Feith en Fruin. Een beschouwing over informatie en ethiek Frans Smit n 04 Korte inleiding op de informatiefilosofie van Luciano Floridi Arnoud Glaudemans n 09 ”The right people and the right forces need to get together.” Interview with Prof. Luciano Floridi Arnoud Glaudemans, Rienk Jonker and Frans Smit n 03 Van de redactie René Spork nVan de redactie In januari 2015 verschijnt er geen papieren versie van het Archieven- blad, wel – net als in 2012 – bij wijze van nieuwjaarsgeschenk een digitale versie, in dit geval een special over de informatiefilosoof Luciano Floridi die in 2014 te gast was op de KVAN-dagen in Assen. Uitgebreide informatie over zijn loopbaan, achtergrond en ideeën zijn te vinden op http://www.philosophyofinformation.net. In juni 2014 verscheen bij de Oxford University Press zijn meest recente boek: The Fourth Revolution – How the Infosphere is reshaping Human Reality. Dit boek is een handzame en toegankelijke samenvatting van zijn concepten en standpunten over informatie en de maatschappelijke effecten van digitalisering. Onderstaande auteurs beogen in dit digitale tijdschrift een nadere introductie op zijn denken te geven. Over de auteurs: Frans Smit is senior beleidsadviseur Informatievoorziening van de Gemeente Almere. Daarnaast is hij docent en onafhankelijk adviseur. Arnoud Glaudemans is archiefinspecteur van het Streekarchief Gooi- en Vechtstreek en o.a. lid van de Adviescommissie archieven van de VNG. Rienk Jonker is gemeentearchivaris van Leeuwarden, ontvanger van de Van Wijn Penning en onder andere lid van de Commissie KVAN dagen. S@P-boek “Archives and Information Philosophy” De Stichting Archiefpublicaties is voornemens om in 2017 of 2018 een boek te publiceren over informatiefilosofie en archieven. In het boek worden informatiefilosofen uitgenodigd te reflecteren op archieven en op basisconcepten en paradigma’s uit de archieftheorie. De bedoeling van het boek is onder andere om een brug te slaan tussen de moderne informatiefilosofie en de (nationale en internationale) archiefgemeen- schap. De redactie van het boek bestaat uit Rienk Jonker, Arnoud Glaudemans en Frans Smit. Geert Jan van Bussel is nauw betrokken als adviseur. n René Spork n hoofdredacteur Archievenblad December 2014 nummer L-F 2015 n 34 n 2015 nummer L-F Wat is Informatiefilosofie? De definitie van Floridi luidt: ‘The philosophy of information (PI) is the philosophical field concerned with (a) the critical investigation of the conceptual nature and basic principles of information, including its dynamics, utilization and sciences; and (b) the elaboration and application of information- theoretic, and computational methodologies to philosophical problems.’ 1 Informatiefilosofie is dus een geheel van object (als wat beschouwen we de wereld) en methode (hoe benaderen we de wereld). De schets van object en methode vormt de hoofdmoot van dit artikel. Maar we beginnen met enige opmerkingen over de opbouw van de informatiefilosofie en de plaats ervan in de geschiedenis van de filosofie in termen van vier opeenvolgende revoluties of wendingen van het denken. Opbouw Floridi’s uiteenzetting van de grondslagen van deze informatiefi- losofie is opgezet in vier delen (tetralogy), die respectievelijk philosophy, ethics, politics en logic of information behandelen.2 De eerste twee zijn inmiddels af. Enerzijds beoogt Floridi een traditionele totaalfilosofie in de traditie van Kant, Marx en Hegel, anderzijds is zijn uitdrukkelijke doel het verschaffen van een goed beargumenteerd begrip van wat de actuele informatierevolutie nu eigenlijk inhoudt en impliceert. Op grond van kennis van wat zich op het vlak van informatie precies afspeelt (philosophy en logic) kunnen we rationeler handelen (ethics) en beslissingen nemen (politics) over hoe we dingen aanpakken. Om maar iets, voor archiva- rissen dicht bij huis, te noemen: waardering, privacy, auteurs- recht en duurzame bewaring. Deze gelaagdheid komt terug in veel van Floridi’s begrippen: grondig filosofisch beargumenteerd, maar ook betrekking hebbend op aspecten van de lopende informatierevolutie en theoretisch niet complexer dan strikt noodzakelijk, opdat men er direct praktisch mee aan de slag kan. Situering in de geschiedenis Met de aanduiding van de fourth revolution wordt informatie- filosofie in de geschiedenis van het (westerse) denken geplaatst en ingebed.3 De revoluties of wendingen hebben als kenmerk dat zowel de wereld als hoe we ons daartoe denkend en handelend verhouden ‘in één beweging’ een fundamentele verandering ondergaat. Iets wat als vanzelfsprekend en uniek aan de mens werd aangenomen blijkt dat steeds niet te zijn. Met Copernicus (1543) werd duidelijk dat de aarde om de zon draait – niet andersom – en dat de mens dus niet in het centrum van de wereld staat. Met Darwin (1859) werd duidelijk dat mens wel een bijzonder succesvol dier is, maar zich niet fundamenteel onderscheidt van (andere) dieren. Met Freud (ca. 1900) werd duidelijk dat Descartes’ ‘Ik denk dus ik ben’ geen vanzelfsprekend gegeven is; dat ons bewustzijn (introspectie) gelaagd is en derhalve geen tempel van onproblematische rationaliteit. Korte inleiding op de informatiefilosofie van Luciano Floridi Arnoud Glaudemans n Luciano Floridinummer L-F 2015 n 5 >> Met de opkomst van de computer ingeluid met het werk van Turing (ca. 1935) wordt in de fourth revolution gaandeweg duidelijk dat de mens weliswaar een informational organism (inforg) is, maar niet de enige informatiebe- en verwerkende agent. Onder agent is niet te verstaan een cyborg of een andersoortig humanoide computergebaseerd wezen. Het gaat erom dat er (steeds meer) sprake is van agents in de zin van autonoom functionerende informatieverwerking in (digitaal gebaseerde) technologie, bijvoorbeeld bij het landen van een vliegtuig, bij transacties op de aandelenbeurs, bij het activeren van bewakingscamera’s door bepaald als agressief gekenschetst geluid, the internet of things en ga zo maar door. Wat is informatie? Floridi hanteert een drieledige General Definition of Information (GDI). Is er iets – A – dat je in de wereld tegenkomt en dat aan alle drie de volgende voorwaarden voldoet, dan hebben we informatie (een infon): 4 GDI A (an infon) is an instance of information, understood as semantic content, if and only if: • GDI.1: A consists of n data (d), for N >= 1; • GDI.2: The data are well-formed; • GDI.3: The well-formed data are meaningful. Well-formed wil zeggen dat de data zijn samengesteld volgens een syntaxis, een set van regels voor de samenhang ervan. Die zijn niet van alleen linguïstische aard maar zijn ruimer op te vatten als structuurregels, ook voor bijvoorbeeld het lineair perspectief voor beeld, en de visuele voorstelling van een bedrijfsarchitectuur. Meaningful wil zeggen dat een well-formed geheel van data een gegeven semantiek volgt, een set van semantische regels. Die zijn weer niet van alleen linguïstische aard. Zo is – toch maar even een linguïstisch voorbeeld – het woord ‘hjnendopa’ well-formed maar niet meaningful. Met bovenstaande hebben we de definitie van semantic content, maar nog niet van wat Floridi noemt semantic information: informatie, die juist is (truthful). In deze zin wordt de term informatie meestal gebruikt. Maar voordat we bij semantic information zijn moeten er nog wat andere dingen worden behandeld. Wat zijn data? Wat data zijn (GDI.1) behoeft meer uitleg. Anders dan het algemene begrip van informatie sluit het begrip van data minder aan op wat tegenwoordig gangbaar is. Floridi definieert data niet primair als kleinste elementen waaruit iets is opgebouwd, maar als wat hij noemt diaphora, als distinctions that make a difference, meer precies: 5 Dd datum = x being distinct from y, where x and y are two uninterpreted variables and the domain is left open to further interpretation. Het diaphoric karakter van de definitie maakt, dat een datum op geen enkele wijze gegeven is of een (ervarings)gegeven kan zijn. Het is, integendeel, primair een – meest impliciete – conclusie ‘dit is anders als dat’ in enigerlei opzicht, in enigerlei context over een of ander gegeven (lack of uniformity). Wat als datum (Dd) geldt is per definitie afhankelijk van een context (domain). Deze opvatting van Data is anders dan de meeste mensen tegenwoordig gewend zijn. Hij grijpt terug op Euclides’ oorspronkelijke begrip dedomena – Latijnse vertaling data – waarvan ons begrip van data afstamt.6 Floridi onderscheidt drie niveaus van data als diaphora: • In de gewone (ervarings)wereld (data de re), bijvoorbeeld zwart en donkerzwart gekleurd; • Staat van een systeem (data de signo, syntactisch), bijvoor- beeld een lege en halfvolle batterij; • Semiotische of symboolsystemen (data de dicto, semantisch), bijvoorbeeld ‘N’ en ‘P’. Het gaat om niveaus, niet soorten: Data de dicto zijn altijd ook data de signo en de re; Data de signo zijn altijd ook data de re. Soorten en maten van informatie In Information. A very short introduction schetst Floridi aard en samenhang van verschillende soorten informatie (mathemati- sche, biologische, economische etc.). We bespreken die soorten hier niet, maar beperken ons tot het primaire onderscheid dat aan die verschillen ten grondslag ligt: environmental en semantic information. De laatste term ligt, zoals eerder al vermeld, het meest dicht bij wat meestal onder informatie wordt verstaan. Environmental information 7 is – naar analogie met en voortvloeiend uit de opvatting van Data als diaphora – niet een waargenomen te constateren feit, bijvoorbeeld dat gras groen is. Environmental information is ‘slechts’ een correlatie of verband. Bijvoorbeeld bij een lakmoesproef: rood correleert met zuur, blauw met basisch. Het kleurensysteem (de verschillende data die je op kleurgebied onderscheidt) heeft een correlatie met het zuurgraadsysteem (de verschillende data die je op dat gebied onderscheidt). Niet alle environmental information is ook semantic information. Planten en dieren maken immers praktisch gebruik van environmental information (bijvoorbeeld licht – fotosynthese); dat gaat niet semantisch. Environmental information bestaat dus ook onafhankelijk van (menselijke) intelligentie en het is op te vatten als informatie de re. Niet alleen in de natuur, maar ook in technische contexten kan sprake zijn van environmental information, bijvoorbeeld in de correlatie van lichtsignalen en de mate waarin een batterij is opgeladen. Dan zijn we aangeland bij semantic information. 8 De definitie daarvan is de definitie van semantic content aangevuld met een aanvullende voorwaardelijkheid: GDI* S is an instance of semantic information if and only if: • GDI.1: A consists of n data (d), for N >= 1; • GDI.2: The data are well-formed; • GDI.3: The well-formed data are meaningful. • GDI.4: The well-formed, meaningful data are truthful Dit is de definitie van informatie zoals dat woord meestal wordt gebruikt: informatie over feiten, die juist is. Evenals bij semantic content moet hier niet alleen worden gedacht aan linguïstische informatie maar ook aan bijvoorbeeld diagrammen, (mathema- tische) formules, video: vandaar de aanduiding truthful. De definitie impliceert dat onjuiste informatie (misinformation of disinformation) ‘eigenlijk geen informatie is’ dat wil zeggen: geen semantic information. 9 Archieven bevatten dus niet altijd semantic information, maar wel altijd semantic content. Archieven kunnen immers onwaarheden bevatten, en ook onwaarheden kunnen meer of minder authentiek zijn.6 n 2015 nummer L-F Wat is het verband met het aan Shannon en Weaver ontleende begrip van (gecommuniceerde) informatie? 10 Over informatie wordt vaak gedacht in termen van het zender– ontvangermodel van het communiceren van informatie. Het idee is dat iemand een informatiepakketje verstuurt via een bepaald kanaal van A naar B (mens naar mens, machine naar machine) en dat komt dan wel of niet helemaal goed aan. Komt de boodschap niet goed aan, dan was die niet goed gecodeerd c.q. gedecodeerd of er zat ruis op de lijn die de boodschap (deels) veranderde. Het zender – ontvanger model grijpt terug op Shannon en Weaver’s mathematical theory of communication 11 en veral- gemeniseert die, als het ware. Die veralgemenisering leidt – ook volgens Shannon en Weaver zelf – tot misverstanden over de aard van informatie en de redenen van het wel of niet overkomen van een inhoudelijke boodschap. Shannon en Weaver’s theorie behandelt ten eerste informatie op alleen syntactisch niveau (code), niet op semantisch niveau; ten tweede gaat die alleen in op mathematische aspecten van het versturen van die syntactische elementen (codes) over een kanaal: kwantitatieve eigenschappen en relaties van bijvoor- beeld bandbreedte van het kanaal, ruis en redundantie van codering. Of die informatie (zie boven) well-formed, meaningful en wellicht truthful is en waarom dan wel, daarover gaat de theorie domweg niet. En of iemand ‘snapt wat is bedoeld’ hangt maar zeer ten dele af van codering, versturen over een kanaal met ruis, en decodering. Wat is het verschil tussen digitale (binair gecodeerde) en analoge data? Het verschil tussen binair gecodeerde en analoge data is in essentie een ander gebruik van het fysieke medium om semantische informatie vast te leggen: als respectievelijk middel tot (binaire) encoding respectievelijk (analoge) recording van data. Het eerste gebruik is altijd discreet (aan/uit, wel/niet, 0/1), het tweede altijd continu (meer of minder). Bij analoge recording worden de – op zichzelf analoge – fysieke eigenschappen en mogelijkheden gebruikt om syntactische en semantische data (tekens) vast te leggen: bijvoorbeeld letter op papier, toon op grammofoonplaat. Tekens en informatie zijn analoge objecten. Bij binaire encoding wordt een – op zichzelf analoge – fysieke staat van een of ander materiaal (licht, elektriciteit, magnetisme, geluid, fysieke vorm (putje, puntje)) genomen als een geheel van discrete binaire toestanden 0/ 1, uit/aan. De zo gecreëerde code-string betekent op zichzelf nog niets en levert pas met een bepaalde decodering tekens en informatie op. Deze tussenstap maakt de computer een universele (semiotische) machine, immers alle soorten tekens kunnen in principe binair worden gecodeerd en gedecodeerd, in tegenstelling tot analoge recording. Voor langetermijnarchivering levert de splitsing van digitale (binaire) codering en decodering problemen op die analoge recording niet heeft. Technieken van analoge recording zijn echter naar hun aard nooit universeel want altijd toegesneden op een bepaald type semantic content, en voor opslag daarvan geschikter dan (binaire) encoding. >>nummer L-F 2015 n 7 Wat houdt de methode van levels of abstraction in? 12 De definitie van informatiefilosofie aan het begin van dit artikel was tweeledig. Het wat is in hoofdlijnen hierboven geschetst, nu zijn we bij het hoe, de methode, aangeland. Het concept van levels of abstraction is op zichzelf heel eenvoudig, en eenvoudige dingen zijn lastig uit te leggen. Een poging. Het basisidee van levels of abstraction komt uit de theoretische computerwetenschap, meer specifiek het domein van de Formal Methods. 13 Het gaat daar om de mathematische modellering van soft- en hardwaresystemen (specificatie, ontwikkeling, verificatie van een gegeven systeem tegen een set van functionele eisen). Floridi’s methode van levels of abstraction benadert, op gelijke wijze, data en informatie als een dergelijk systeem: als een complex aggregaat van op verschillende (aggregatie)niveaus en op verschillende manieren samenhan- gende elementen. 14 Gegeven deze benadering als systeem kun je een level of abstraction zien als een interface , zoals dat kan bestaan tussen twee computersystemen. Zo een interface zet output van systeem A om in input voor systeem B, volgens een formele mapping van datatypes van systemen A en B. Systeem B vat de input uit systeem A als het ware op een bepaalde manier op. De stap richting een algemene methode van levels of abstraction binnen de informatiefilosofie wordt gemaakt door niet alleen computers als dergelijke systemen op te vatten, maar ook mensen en (delen of domeinen van) de werkelijkheid waarin we leven. Ook de mens wordt, dus, opgevat als een systeem met interfaces op andere systemen; een systeem dat interacteert en communiceert via interfaces c.q. levels of abstraction. Deze gelijkschakeling is even wennen; ben ik een soort van computersysteem dan? Echt waar? Als we de omslag van de fourth revolution erbij memoreren valt het alweer mee. De mens blijkt in onze huidige vierde revolutie immers wel inforg maar ook een informatiebe- en verwerkende agent; weliswaar een natural agent en geen artificial agent zoals als een digitaal systeem, maar desalniettemin: ook een agent. Terug naar de aanduiding van levels of abstraction als inter- faces. De interface op systeem B (zeg een DMS) van systeem A (een mens, inforg) is ook: de opvatting, het model, de theorie, van systeem A over systeem B. Heel kort is een level of abstraction dus: ‘ik zie een DMS zus en zo’. Wat de theorie en formele structuren van levels of abstraction (LoAs) ten aanzien van die uitspraak normeren is de manier waarop je precies uitlegt, expliciteert, in een model vat, wat je nu precies bedoelt.15 Zodat wij – agents – elkaar goed kunnen verstaan, en wij inforgs snappen wat de artificial agents precies doen. Wat is de infosphere? 16 Voor de term infosphere geldt bij uitstek wat eerder in dit artikel over Floridi’s begrippen werd gesteld: grondig filosofisch beargumenteerd, maar ook betrekking hebbend op aspecten van de lopende informatierevolutie, en theoretisch niet complexer dan strikt noodzakelijk. In praktisch opzicht duidt infosphere de opkomst, aanwending, doordringing en toenemende dominantie van ICT aan in alle domeinen van het maatschappelijke en persoonlijke leven. De grenzen van het virtuele domein en de echte wereld vervagen zodanig dat het onderscheid niet meer zo bestaat: we leven onlife. 17 Daarnaast heeft de infosphere een nauwelijks te overschatten invloed op hoe we onszelf zien. In het boek The Fourth Revolution – How the infosphere is reshaping human reality wordt een aantal thema’s op dit ethisch en politiek vlak besproken. Naarmate de fourth revolution zich voltrekt is de vraag steeds meer, wat er nog overblijft naast deze infosphere. In theoretisch, filosofisch opzicht is infosphere een aanduiding van hoe we de wereld moeten zien waarin we leven en waarvan we deel uitmaken. De stuff waaruit de wereld bestaat is de informatie zoals die in het eerste deel van dit artikel in hoofdlijnen is geschetst. Het werk Philosophy of Information is goeddeels een diepgaande en uitgebreide beargumentering van deze opvatting: informational structural realism. Deze opvatting staat filosofisch, wat betreft objectbenadering en methode, in de Kantiaanse traditie. 18 Daarnaast spreekt het klassieke Griekse scepticisme19, dat op zich een doorslaggevende invloed had op de gehele moderne filosofie vanaf Descartes (ca. 1625), maar waar Floridi hernieuwd op teruggrijpt20, een stevig woordje mee. Floridi’s aanpak is er daardoor van doordesemt dat de dingen (data) nooit en te nimmer voor zich spreken maar dat wij – inforgs en andere agents – het zijn die ze maken tot wat ze zijn, door onze benadering en opvatting ervan, en vervolgens onze praktische omgang ermee vanuit die benadering en opvatting. Of we dat nu willen of niet. n>>8 n 2015 nummer L-F Verder lezen 1. Een uitgebreide inleiding op de informatiefilosofie (220 pp.) is beschikbaar op de website van de Society for the Philosophy of Information, http://www.socphilinfo.org/ teaching/book-pi-intro 2. Webcasts van voordrachten: http://www.oii.ox.ac.uk/ people/?id=327#tab_webcasts (online beschikbaar). 3. Artikelen (vaak erg technisch): http://www.philosophyofinformation.net/articles (deels online beschikbaar) 4. Boeken van Floridi op het terrein van de informatiefilosofie zijn: The Fourth Revolution – How the infosphere is reshaping human reality (4R) (Oxford University Press, 2014). The Ethics of Information (EoI) (Oxford University Press, 2013). The Philosophy of Information (PoI) (Oxford University Press, 2011). Information – A Very Short Introduction (VSI) (Oxford University Press, 2010). Zie ook: http://www.philosophyofinformation.net/books 1. Op de website van Floridi http://www.philosophyofinformation.net/ staat nog meer informatie. 2. The Stanford Encyclopedia of Philosophy: http://plato. stanford.edu/index.html Noten 1 n PoI, p.14. 2 n Zie voor een grafisch overzicht: http://www.philosophyofinformation.net/research. 3 n 4R, p. 87 ev. 4 n PoI p. 84, zie ook VSI, p.21. 5 n PoI p. 85 ev, zie ook VSI p. 22 ev. 6 n Een vertaling in het Engels uit 1804 van Euclides’ tekst over Data is beschikbaar via https://archive.org/stream/ elementseuclida00euclgoog#page/n367/mode/2up, p.355 ev. 7 n VSI, p. 32 ev. 8 n PoI, p. 104 ev.; zie ook VSI, p. 48 ev. 9 n PoI, p. 80-106 (HS 4). 10 n VSI, p. 38-43. 11 n De tekst is online beschikbaar via http://cm.bell-labs. com/cm/ms/what/shannonday/paper.html. 12 n PoI, p. 46-79 (HS 3). 13 n Zie bijvoorbeeld http://en.wikipedia.org/wiki/ Formal_methods. 14 n Vgl. de multileveldescriptionrules van de ISAD(G). 15 n Naast PoI p. 46-79 (HS 3) levert de inleiding op de informatiefilosofie beschikbaar op de website van de Society for the Philosophy of Information uitgebreidere uitleg (http://www.socphilinfo.org/teaching/book-pi-intro). 16 n VSI, p. 14-18, 4R p. 25-58 (HS 2), EoI, p. 1-18 (HS 1). 17 n Voor informatie over het online initiative, zie https://ec.europa.eu/digital-agenda/en/onlife-initiative. 18 n Zie bijvoorbeeld http://plato.stanford.edu/entries/kant. 19 n //plato.stanford.edu/entries/skepticism-ancient. 20 n Floridi publiceerde over het Griekse scepticisme twee boeken, zie http://www.philosophyofinformation.net/books. >>nummer L-F 2015 n 9 ”The right people and the right forces need to get together” Interview with Prof. Luciano Floridi June 16th 1014, Assen Arnoud Glaudemans, Rienk Jonker, Frans Smit n The Right to be Forgotten en de uitspraak van de Court of Justice In mei 2014 heeft het Europese Hof uitspraak gedaan in een zaak die een Spaanse man had aangespannen tegen Google. Hij wilde dat Google de links zouden verwijderen naar een aantal krantenartikelen uit 1998. Het Europese Hof heeft hem in het gelijk gesteld op grond van de EU Privacyrichtlijn 95/46. Het Hof oordeelde dat in dit specifieke geval de privacy van de persoon in kwestie boven het economische belang van Google en het maatschappelijke belang van het recht op informatie prevaleert. De uitspraak gaat, zoals Floridi in het interview uitlegt, om het verwijderen van links, en niet om het verwijderen van de informatie zelf. De uitspraak levert stof tot nadenken omdat oude wetgeving zo goed en zo kwaad als dat gaat op een nieuwe situatie wordt toegepast. De toegepaste wetgeving gaat uit van een intrinsiek verband van accessability en availability. De zaak waar uitspraak werd gedaan betreft digitale informatie, waar dat intrinsieke verband niet meer bestaat. Reflectie op de digitale werking en verhouding van accessability en availability is nodig om bij issues van privacy, maar ook van bijvoor- beeld auteursrecht, tot een werkbare oplossing te komen. Zie voor meer juridische achtergronden van de Google-zaak bijvoorbeeld de website van Houthoff Buruma: http://www.houthoff.com/nl/popular-topics/maandelijkse-updates/nieuws/europees-hof-van-justitie-doet-right-to-be- forgotten-herleven/show Luciano FloridiNext >